Als het in het Friese voetballand gaat over het Blauwhuis van de tachtiger en de negentiger jaren, dan gaat het al gauw over de gebroeders Popma. Liefst vijf broers maken in dit tijdspanne deel uit van het Blauwhuister vlaggenschip. De inbreng van de bakkerszonen, gecombineerd met die van een stuk of twintig dorpsgenoten, zorgt ervoor dat de voetbalclub uit de katholieke enclave in het laatste kwart van de vorige eeuw gloriedagen beleeft. Iedereen weet het dan, voetbal je tegen Blauwhuis, dan kun je aan de bak!
De Blauwhuisters opmars vindt zijn aanvang in 1980. Na bijna een decennium wat aangerommeld te hebben in de kelderklasse, begint het er bij de club die in de volksmond nog altijd de BVC – de Blauwhuister Voetbalclub – wordt genoemd dan eindelijk weer een beetje op te lijken. Met de slechts 18-jarige, bijna wekelijks scorende goalgetter Gerard Popma in de spits rijgen de groenhemden de overwinningen aaneen. Een kampioenschap lijkt aanstaande, tot het in de slotwedstrijden helemaal misgaat. Langezwaag gaat er in een zinderende onderlinge slotwedstrijd met de titel vandoor. Voor Blauwhuis rest opnieuw een jaar – het tiende op rij – in de tweede klasse van de FVB.
Kennelijk is de klap van het gemiste kampioenschap niet heel hard aangekomen. Aan het begin van het nieuwe seizoen schiet Blauwhuis met een 7-0 zege tegen THOR – vijf doelpunten komen van Gerard Popma – uit de startblokken. Met her en der een gelijkspel blijft de formatie van Theo Wessels tot ver na de winterstop ongeslagen. Een 3-1 nederlaag bij het Damwâldster De Wâlden halverwege maart bezorgt de titelaspiraties een fikse deuk, maar het besef dat deze verliespartij niet fataal hoeft te zijn is daar. Er wacht namelijk nog een treffen met De Sweach, de koploper van het klassement. Als die wedstrijd nou eens gewonnen wordt…..
Fijne bijkomstigheid voor Blauwhuis is dat de Beetsterzwaagsters de spanning in de weken voor de topper kennelijk teveel wordt. Tot tweemaal toe morst de lijstaanvoerder punten. Als de topper De Sweach-Blauwhuis op de voorlaatste speeldag gespeeld wordt, beginnen beide elftallen daarom de partij met een gelijk puntenaantal. Zoals verwacht wordt het op De Boskfinnen een zenuwslopend gebeuren. Hoewel Blauwhuis dankzij Koos Terwisscha van Scheltinga na twintig minuten als eerste toeslaat, is het vooral De Sweach dat de klok slaat. Keer op keer wordt het doel van de bezoekers bestookt. Keer op keer ook heeft keeper Nico van der Meer zijn antwoord klaar, tweemaal met assistentie van Sjors van der Meer en Yme de Boer op de doellijn. Na negentig bloedstollende minuten is de in groten getale meegereisde aanhang in extase. Het doelpunt van Terwisscha van Scheltinga blijkt het enige van de wedstrijd.
Thuis tegen het Terschellinger AVV moet op 9 mei 1982 de kroon op het werk gezet worden. De voortekenen zijn goed. Het tweede elftal van Blauwhuis wint in de ochtenduren met 3-0 van SC Joure 3 en kan de kampioensvlag hijsen. Als de wedstrijd van Blauwhuis 1 op het punt van beginnen staat, heerst er daarom langs de lijn al een uitgelaten sfeer. Dat zal spoedig veranderen als de eilandbewoners op een 0-1 voorsprong komen. Met het fiasco van een jaar eerder nog vers in het achterhoofd, zijn de vele toeschouwers niet zo zeker meer van een goede afloop. Toch komt het deze keer goed! Koos Terwisscha van Scheltinga en Gerard Popma buigen de achterstand om, tegelijkertijd sijpelt door dat concurrent De Sweach in Leeuwarden tegen het pas opgerichte OSI’78 aan de verliezende hand is. Blauwhuis trekt de eerste plek over de streep en wordt voor het eerst sinds 1969 kampioen, en dat in het jaar waarin het 50-jarig jubileum wordt gevierd. Een kantine is er nog niet bij de velden aan de Gerben Rijpmastrjitte, maar een feest zal er zijn en dat komt er uiteindelijk ook in Café De Freonskip! Nog geen twee jaar later maken de voetballers – dweilorkest De Swalkers voorop – opnieuw de korte tocht naar De Freonskip; in 1984 voetbalt de BVC zich dankzij een versterkte promotieregeling voor het eerst in haar bestaan uit de FVB.
Het kleine Blauwhuis in de grote KNVB, wat moet dat worden, vragen voetballiefhebbers wijd en zijd in de provincie zich af. Nou, daar komt men in Fryslân achter! De groene vechtmachine maakt gauw naam en blijkt zeker op eigen terrein een lastig te kraken noot. In Blauwhuis wordt geen technisch verzorgd tiki taka voetbal gespeeld. In Blauwhuis gaan de mouwen omhoog, wordt negentig minuten lang voor elke meter gras gevochten en wordt nimmer verzaakt. Door niemand. Nooit wordt er afgebeld, nagenoeg altijd staat de voltallige selectie er tijdens wedstrijden en op trainingsavonden. Dat moet ook wel, want met selecties van twaalf of dertien spelers is de spoeling bij de BVC niet dik.
Ondanks die smalle selecties wordt er aardig aan de weg getimmerd. Zeker het seizoen 1986/1987 wordt er eentje om nooit te vergeten. Zowel in de competitie als in het bekertoernooi doet Blauwhuis het geweldig. Dat de katholieke bloedbroeders van het hoger spelende RES in de eerste ronde van het bekertoernooi worden geklopt is knap, wat een ronde later gebeurt doet voetbalminnend Fryslân helemaal verwonderd opkijken. Blauwhuis wordt in die tweede ronde gekoppeld aan Workum, al jarenlang een toonaangevende club in het zaterdagvoetbal en zich daar ook naar gedragend, zo vindt men in de omgeving. Als het gezelschap uit de parochie op 11 oktober 1986 in het 13 kilometer verderop liggende stadje arriveert, is het eerste wat ze op het Workumer voetbalveld krijgen te horen dat ze er die middag flink van langs gaan krijgen. Met dat soort taal hoef je bij de manschappen van trainer Richard Steensma niet aan te komen. Alsof hun leven ervan afhangt werpen de Blauwhuister voetballers zich die middag op elke bal. En met succes. Dankzij twee treffers van Gerard Popma en verder doelpunten van Niek Popma en Jappie de Jong stapt de vierdeklasser met een 1-4 zege op zak van het veld, Workum met het schaamrood op de kaken achterlatend. Nadat ook Leeuwarden – eveneens twee klassen hoger acterend – wordt geringeloord, eindigt het bekeravontuur bij Nicator.
Lang wordt er niet om de uitschakeling getreurd. Ook in de competitie doet Blauwhuis het als vermeld voortreffelijk, zeker op eigen grond. Van de elf thuiswedstrijden worden er tien gewonnen, eentje eindigt in een gelijkspel. Over dat ene gelijke spel wordt in het 600 inwoners tellende dorp nog steeds gesproken. Het krijgt gestalte voor een duizendkoppig publiek tegen de latere kampioen Zwaagwesteinde. Dat is na enkele magere jaren eindelijk weer aan een goed seizoen bezig als het op 12 april 1987 naar het dorp van de Sint Vituskerk trekt, met in het kielzog vele honderden supporters. De bloedfanatieke Westereender aanhang neemt met niets minder genoegen dan de zege. Het valt hun daarom rauw op het dak dat de thuisploeg na een halfuur door Niek Popma op voorsprong komt. Als het de koploper maar niet lukt om langszij te komen, begint er achter het doel van keeper Obe Popma een steeds grimmiger sfeer te hangen. Voor arbiter Gebbing uit Sneek is dit aanleiding de partij tijdelijk te staken. Daags later spreekt de Leeuwarder Courant over “Haagse toestanden in Blauwhuis”. Het Sneeker Nieuwblad doet er nog een schepje bovenop en schrijft dat er met brokken beton is gegooid en dat er messen werden getrokken. Over wat er exact is gebeurd verschillen de lezingen in beide kampen, tot ingezonden brieven in dagbladen aan toe. Feit is dat Lammert de Bruin wanneer de wedstrijd is hervat de Wâldmannen in de slotseconden langszij brengt en dat is gezien de ontwikkelingen eerder die middag maar goed ook.
De prestatie van het seizoen 1986/1987 – een tweede plaats op de ranglijst – zal Blauwhuis niet weten te evenaren. Wel groeit het keurkorps van het kleine dorpsclubje uit tot een stabiele vierdeklasser. Blauwhuis is overal een graag geziene tegenstander. Bij thuis- en uitwedstrijden kan het rekenen op behoorlijke supportersaantallen, zeker de derby’s tegen het Bolswarder CAB leven in de omgeving. Het aantal Popma’s in de selectie groeit gestaag. Na de in 1982 reeds aanwezige Gerard en Niek Popma, haken ook Obe, Anton en Johan Gerard aan. Het lijkt soms wel een familiefeestje bij de BVC. Naast de Popma’s voetballen ook de broers De Boer – Yme, Willem en Bonte – voor Blauwhuis 1, als klap op de vuurpijl staan ook Yme en Bouke Dooper vele wedstrijden samen in het veld. Veertien jaren lang wordt standgehouden op het respectabele niveau. In 1998 moet er een stapje terug worden gedaan. Als acht jaar later nog een degradatie volgt wordt er weer gevoetbald in de laagste klasse.
Het kampioenschap van 1982 is tot op de dag van vandaag het laatste kampioenschap dat er door Blauwhuis 1 is behaald. Viel er dan niets meer te vieren bij de BVC? Zeker wel! In juni 2023 vindt het hoogste seniorenteam na een heroïsch gevecht met het Drentse SVBC de weg omhoog. Na exact een kwart eeuw is de terugkeer in de vierde klasse daar, al is dit qua niveau door de leegloop van het zondagvoetbal en de vele hervormingen van de KNVB niet meer te vergelijken met dat van de vorige eeuw. Volledig tegen de stroom in vergaat het de club prima op zondag. Nog niet zo lang geleden kon er voor het eerst sinds lange tijd zelfs weer een derde elftal voor de competitie worden ingeschreven.
Hard werken is in Blauwhuis nog altijd het credo, in het vlaggenschip voetballen nog steeds spelers met herkenbare achternamen als Dooper, Kroon, Rijpma en uiteraard Popma, de selecties zijn nog steeds smal en de gezelligheid viert er net als voorheen hoogtij. Eigenlijk is er daar aan de Gerben Rijpmastrjitte in al die jaren weinig veranderd.
Op de foto de kampioenen van 1982. Staand, van links naar rechts: Theo Wessels (hoofdtrainer), Willem de Boer, Durk de Jong, Bonte de Boer, Gerard Popma, Yme de Boer, Nico van der Meer, Bouke Foekema (grensrechter) en Ted Hobma. Gehurkt, van links naar rechts: Yme Dooper, Koos Terwisscha van Scheltinga, George van der Meer, Niek Popma en Sjoerd van der Meulen,
𝑭𝒐𝒕𝒐 𝒎𝒆𝒕 𝒔𝒑𝒆𝒄𝒊𝒂𝒍𝒆 𝒅𝒂𝒏𝒌 𝒂𝒂𝒏 𝑮𝒆𝒓𝒂𝒓𝒅 𝑷𝒐𝒑𝒎𝒂