In het leven van Hylke de Boer (1954) heeft sport altijd centraal gestaan. Met het Fierljeppen wordt De Boer in 1973 zowel Fries als nationaal juniorenkampioen. In datzelfde tijdspanne staat hij ook bij de judosport zijn mannetje. Op latere leeftijd is tennis een aangename bezigheid, maar het is de voetballerij die altijd de boventoon heeft gevoerd. Wie het CV van De Boer ziet, concludeert dat het best minder had gekund. Als semiprof speelt hij 4 jaar bij Heerenveen, daarna is hij met BCV jarenlang op het op één-na-hoogste amateurniveau actief. En de kicksen hangen nog niet in de wilgen. Nog iedere woensdag staat de inmiddels 69-jarige De Boer op het veld als speler van de NEO’s (Nooit Echt Opgehouden) van FusieClub Burgum.
Dat die fusieclub er in 2019 is gekomen, is volgens Hylke de Boer een zegen. Als De Boer als achtjarig jochie voor het eerst het roodwitte shirt van BCV aantrekt, ziet het er nog geenszins naar uit dat er in Burgum ooit onder één vlag gevoetbald gaat worden. Het dan 4000 inwoners tellende dorp is strikt verdeeld in twee kampen. De kerkelijken voetballen voor de Bergumer Christelijke Voetbalvereniging (BCV), de openbaren verkiezen het zwart en wit van vv Bergum. De rivaliteit is enorm. Tot groot onbegrip van De Boer, die op zondagmiddag wel eens bij de zustervereniging langs de lijn staat en de dorpsgenoot het allerbeste gunt. De hegemonie is in de zestiger jaren duidelijk in handen van de zondagsen, die in de tweede klasse spelen en kunnen bogen op een veel hoger toeschouwersaantal. Pas als de lichting waarin Hylke de Boer voetbalt doorbreekt, zal er een kentering komen in de verhoudingen.
De Boer kan een aardig balletje trappen. Dat heeft hij zich grotendeels zelf aangeleerd. Tussen de garageboxen aan de Burgumer Irenestraat is hij soms uren met de bal in de weer. Waar hij de bal ook heen trapt, altijd komt deze terug. Tot in de perfectie ontwikkelt hij zo zijn techniek. Dit vertaalt zich naar de prestaties op het veld. Zelfs een zware knieblessure die De Boer in het mulle zand van de Hemelumer fierljepbaan oploopt – en hem een meniscus kost – kan zijn ontwikkeling niet remmen. Selecties voor het Noordoost Friese jeugdelftal worden weldra gevolgd door uitverkiezingen voor de Friese selectie. Als De Boer in mei 1974 aan de Lemmerweg in Sneek tweemaal scoort in een oefenwedstrijd, staat Cambuur op de stoep. Min of meer gedwongen door het standpunt van zijn ouders bedankt De Boer voor het aanbod van de Leeuwarders; op zondag mag er niet gevoetbald worden.
Datzelfde dilemma steekt kort daarna weer de kop op als Heerenveen aan de bel trekt. Voor De Boer is het een aanbod dat eigenlijk niet geweigerd kan worden. Het Burgumer talent staat op het punt te beginnen aan een CIOS-opleiding en verblijft daardoor al hele weken in het Friesche Haagje. Hylke de Boer komt tot een compromis met het thuisfront: hij mag voor Heerenveen voetballen, maar alleen op zaterdag. Aangezien De Boer aansluit bij het op zaterdag spelende C-elftal, vergelijkbaar met wat nu het hoogste reserveteam is, lijkt dat een prima voorwaarde. Als na een jaar de logische stap naar het eerste elftal plaatsvindt, gaan zijn ouders alsnog overstag. ,,Ik vind het nog steeds apart dat mijn vader daar regelmatig op aan is gesproken. Er waren mensen die het onbegrijpelijk vonden dat hij zijn zoon op zondag liet voetballen”, zegt De Boer hoofdschuddend.
Na twee prima jaren bij de reserves, waar De Boer de aanvoerdersband draagt, hoort de Burgumer vanaf het seizoen 1976/1977 vast bij de door Laszlo Zalai getrainde eerste selectie. Hij speelt dat jaar 25 wedstrijden voor het vlaggenschip. ,,Niet altijd in de basis hoor”, zegt De Boer direct. ,,Ik zat ook vaak op de bank. Ik speelde ook niet altijd op mijn favoriete positie op het middenveld. Ik kan me nog een wedstrijd herinneren tegen MVV waarin ik rechtsback Berend Negerman moest vervangen. De net van Ajax teruggekeerde Willy Brokamp was die middag mijn directe tegenstander. De eerste twintig minuten ging het prima. Net toen ik dacht dat ik Brokamp aardig in de tang had, scoorde hij na 25 minuten de openingstreffer. Ik zag die middag alle hoeken van het veld.”
Hylke de Boer is er de man niet naar om hoog van de toren te blazen. Toch is hij van mening dat er meer in had gezeten bij Heerenveen voor hem: ,,De top had ik nooit bereikt hoor. Ik was technisch aardig onderlegd en snel. Fysiek kwam ik duidelijk tekort. Wat me in die tijd parten heeft gespeeld was dat ik vaak overbelast was. We waren semiprof. Vier keer in de week trainden we, daarnaast zat ik overdag op het CIOS. Ook was ik sportinstructeur in militaire dienst. Ik was bijna 24 uren per dag met sport bezig. Het was teveel. Er waren periodes dat ik er finaal doorheen zat.”
Toch beklijven de mooie herinneringen. Hylke de Boer speelt tweemaal de Friese derby tegen Cambuur, waarvan de tweede voor een uitverkocht huis eindigt in een glorieuze 4-1 zege. In enkele tientallen wedstrijden voor het vlaggenschip komt De Boer tot twee treffers. Tegen FC Volendam in januari 1977 is hij er rap bij als hij keeper Frans Hoek al na een halve minuut verschalkt. ,,Het profvoetbal van toen was heel anders dan nu. Veel minder zakelijk. Als we in de trein naar uitwedstrijden gingen werd er op het toilet wel eens stiekem een sigaretje gerookt op het toilet. Al moest Zalai dat niet weten”, lacht De Boer. De Hongaarse oefenmeester komt niet voor op het lijstje van De Boer’s favoriete trainers: ,,Ik vond het geen toptrainer. Hij liet ons vooral veel lopen. Echt iemand van de oude stempel. Toch hebben we mooie dingen met hem beleefd. Het gezichtsvermogen van Zalai was niet zo best. Als Johnny Jansen aan de andere kant van het veld een fout maakte, kon het best zo zijn dat hij Yme Boersma in gebrekkig Nederlands een uitbrander gaf. Zalai zag het niet. Op de reservebank hebben we heel wat afgelachen.”
In 1978 sluit Hylke de Boer de deur achter zich in Heerenveen. Meteen wordt hij benaderd door Jelte Postma, oud-klasgenoot op het CIOS en dan trainer bij Harkemase Boys. ,,Ik heb dat wel overwogen”, zegt De Boer, ,,Al snel kwam ik tot de conclusie dat ik terug wilde naar BCV. Bij Harkemase Boys werd nog niet betaald. Ze reisden het hele land door. Bij Heerenveen was me dat juist tegen gaan staan. In het profvoetbal leerde ik op eigen benen te staan, weg van mijn vertrouwde omgeving, maar na 4 jaar Heerenveen wilde ik niets anders dan weer met mijn maten voetballen in eigen dorp.”
Hylke de Boer valt met zijn neus in de boter. BCV is een jaar eerder net vanuit de FVB gepromoveerd naar de vierde klasse. Als Klaas Kooistra uit De Westereen in 1979 hoofdtrainer wordt, breken er mooie jaren aan. Het huwelijk tussen BCV en de voormalige sterkhouder van de roemruchte Readtsjes-ploeg van decennia eerder blijkt een bijzonder gelukkige. ,,Voor Klaas Kooistra wilden we door het vuur gaan”, zegt De Boer stellig. ,,Hij wist ons op de juiste momenten op scherp te zetten. Als we bijvoorbeeld net een belangrijke wedstrijd hadden gewonnen of een uitstekende partij hadden gespeeld, haalde Klaas de teugels aan. Verslappen was er niet bij. Ook buiten het veld zorgde Kooistra voor een optimale sfeer, de basis om tot goede resultaten te komen. Er was eens een teamgenoot die durfde te wedden dat hij Klaas in café ’t Roodhert hier in Burgum onder de tafel zou drinken. Klaas ging de weddenschap aan. Het tempo lag behoorlijk hoog, toen de zaak ging sluiten liep Klaas keurig op eigen benen de deur uit.”
Zowel in 1980 als in 1982 wordt BCV kampioen. Vijf jaar nadat de Burgumers in de lagere klassen robbertjes uitvechten met bescheiden streekclubs als Jistrum, Drogeham en V en V’68, worden op het Koningsland krakers afgewerkt tegen clubs als Urk, HHC Hardenberg en het sterk opkomende Broekster Boys. Met Hylke de Boer als een van de boegbeelden houdt BCV het 8 seizoenen vol in de tweede klasse. ,,Laat ik voorop stellen dat we prima jeugd hadden, maar zonder hulp van buiten hadden we het nooit zo lang gered in de tweede klasse. Met elke promotie groeide de aantrekkingskracht. Het kan best zijn dat de club er voor zorgde dat de randvoorwaarden bij BCV goed waren, daar heb ik me nooit zo mee bezig gehouden. Als spelersgroep deden we er vooral alles aan om die jongens van buiten thuis te laten voelen. Voetballers als Romke Kooyenga, Douwe van der Schaaf, Melle Sibma en Marten Kloetstra waren voor ons van groot belang. En zo kan ik nog wel een paar noemen”, aldus De Boer.
Meer dan 20 jaar na zijn debuut speelt Hylke de Boer als 37-jarige zijn laatste wedstrijd voor BCV 1. Twee jaar eerder vindt in de nadagen van zijn carrière een groot hoogtepunt plaats als Ajax het 40-jarig jubileum van de Burgumers komt opluisteren. Laatste man De Boer en zijn teammakkers hebben slechts één doel voor de door 4000 toeschouwers bijgewoonde jubileumwedstrijd: niet met dubbele cijfers verliezen. Die missie slaagt glansrijk. De Amsterdammers, spelend met een gelouterd elftal met namen als Danny Blind, Brian Roy, Wim Jonk, Aron Winter en Dennis Bergkamp imponeren geen moment. De thuisploeg komt zelfs op 1-0, maar het doelpunt van Marco Sluyk vindt geen doorgang, volgens velen ten onrechte. Vier minuten voor de pauze breekt Bergkamp de ban. In het tweede bedrijf beperkt BCV de schade tot 0-4.
Ook nadat Hylke De Boer afzwaait bij BCV 1, blijft de voetbalsport zijn leven domineren. Reeds als speler heeft hij onder auspiciën van docent Arent Bekhof het diploma TC3 en TC2 behaald. Na enkele jaren jeugdtrainer geweest te zijn bij BCV, volgt voor De Boer in 1996 zijn vuurdoop als hoofdtrainer als hij wordt aangesteld door derdeklasser Rijperkerk. Bij de kleine dorpsclub komt De Boer er al vlot achter dat de spoeling dun is. Het eerste jaar weten “De Protters” in de derde klasse net te overleven door in een beslissingswedstrijd met Kollum af te rekenen. Als daarna belangrijke krachten als Douwe-Peter Rijpstra en Anne-Jan van der Meulen stoppen en talent Youri de Groot naar het pas naar de eerste klasse gepromoveerde Hardegarijp vertrekt, is er geen houden meer aan. Met drie gelijke spelen en verder louter nederlagen degradeert Rijperkerk naar de vierde klasse.
Daar aangekomen zet de vrije val zich door. Na 15 wedstrijden zijn er slechts 6 punten behaald. Als iedereen in Ryptsjerk zich al heeft verzoend met de tweede degradatie op rij volgt vanuit het niets een bijzondere wederopstanding. Rijperkerk wint de laatste 6 wedstrijden en pakt de derde periode, waar het niets aan heeft omdat het net een punt tekort komt voor handhaving. ,,Dat was bijzonder jammer”, stelt De Boer 24 jaar na dato. ,,We deden niets anders dan voorheen maar ineens begon het te draaien. Op de laatste speeldag stonden we in de pauze voor tegen DWP. We hoorden dat concurrent De Wâlde op achterstand stond tegen Foarút. Op dat moment waren we veilig. Helaas scoorde De Wâlde nog twee keer waardoor wij de klos waren. Heel sneu.” Ondanks dat het sportieve succes schaars is, kijkt De Boer met warme gevoelens terug op zijn tijd in Ryptsjerk: ,,Een prachtige club met fijne mensen. Met name na de training op donderdagavond was het beregezellig. Dan werd het altijd erg laat”, zegt De Boer met een veelzeggende glimlach.
Het tweede avontuur van Hylke de Boer als hoofdtrainer vindt plaats in Twijzelerheide, bij VVT. Hemelsbreed op nog geen 10 kilometer afstand van Ryptsjerk. Wat mentaliteit betreft een verschil van dag en nacht, stelt De Boer. ,,Ik heb de heideman altijd zeer gewaardeerd. Wat men denkt wordt ook gezegd, maar ik heb er erg aan moeten wennen. Het volk steekt zijn mening niet onder stoelen of banken. Voor een trainer is dat niet altijd even makkelijk. Als je wint doet je schouder zeer van alle schouderklopjes die je krijgt. Als je verliest ben je de slechtste trainer die er ooit is geweest.” Gelukkig voor De Boer wordt er aardig meer gewonnen dan verloren. In het eerste jaar dwarsboomt DWP nog promotie, in de Boer zijn derde en laatste jaar op ‘De Heide’ wordt alsnog de stap omhoog gezet als Berlikum in de play-offs wordt verslagen. ,,Een prachtig afscheid na drie jaren waarin ik het met name in het begin lastig had”, blikt De Boer tevreden terug.
Eigenlijk gelooft Hylke de Boer het trainerschap dan wel, maar als hij in 2004 door Jelte Postma wordt benaderd om trainer van Harkemase Boys 2 te worden en de club tegemoet komt aan al zijn eisen wordt er toch nog een laatste episode aan zijn trainerscarrière toegevoegd. ,,Het eerste jaar in Harkema was nog prima. In de zomer daarna was het hommeles bij de eerste selectie. Jelte en hoofdtrainer Luitzen Nijboer vertrokken, samen met een groot deel van de spelersgroep. Pieter Bijl werd gehaald als hoofdtrainer. Van enige vorm van samenwerking was daarna geen sprake meer. In 2007 ben ik gestopt. Op dat moment was ik al zo lang met voetbal bezig. Ik wilde vaker thuis zijn.”
Dat thuis is voor Hylke de Boer nog steeds in Burgum, samen met echtgenote Boukje, in het huis waar hij opgroeide. Het echtpaar De Boer heeft vier kinderen; een zoon en drie dochters, waaronder een tweeling. Inmiddels zijn er ook al twee kleinkinderen. Sinds twee jaar is Hylke de Boer met pensioen. ,,Ik heb 42 jaar met ontzettend veel plezier bij Bertilla, nu Neibertilla gewerkt. Eerst als bewegingstherapeut, later als bewegingsagoog. Mijn afscheid was middenin de Coronatijd. Geen receptie dus, maar een laatste werkdag achter de laptop, via Zoom. Om eerlijk te zijn had het ook nog wel wat.”
Hylke de Boer is niet in een zwart gat gevallen na zijn pensionering. ,,Zeker niet! Door in ieder geval driemaal per week actief in beweging te zijn, probeer ik fit te blijven. Daarnaast is er rondom huis altijd wel een klusje te doen. De voetballerij volg ik zeker nog, maar ik blijf er niet voor thuis. Zo nu en dan kijk ik bij FC Burgum, en uiteraard voetbal ik nog bij de NEO’s. Geen wedstrijden, alleen trainingen. Daar ontzien ze me wel wat. Het gaat vooral om de gezelligheid. Enkele jaren geleden zijn we met de ploeg naar Edinburgh geweest. Vorig jaar naar Londen. Dat zijn mooie uitstapjes. Nee, ik heb me nog geen tel verveeld. Om eerlijk te zijn vraag ik me af waar de afgelopen twee jaar zijn gebleven”, sluit De Boer af.
Heerenveen in het seizoen 1977/1978, staand van links naar rechts: Hugo Roepel (verzorger), Dirk Visser, Hylke de Boer, Eddy Bosman, Berend Negerman, Piet Boskma, Jan Rorije, Tjibbe Bruinsma, Bert Middelkoop en Laszlo Zalai (hoofdtrainer). Gehurkt: Anne Wever, Marten de Vries, Mollo Eijer, Slobodan Zmiric, Jan de Boer, Wim van der Heide, Charley Kenter en Reinder Dolstra.
Op 16 oktober 1982 denkt BCV topploeg Blauw Wit’34 te kunnen verslaan. Lange tijd koestert het dankzij een doelpunt van Jan Pruis een 1-0 voorsprong. In de slotminuut gaat er een streep door de overwinning als Arnold van der Kooi de Leeuwarders langszij brengt. Op de foto passeert Hylke de Boer Blauw-Witter Cees Jansen. Op de achtergrond kijkt teamgenoot Tjeerd Venema toe.
BCV voor aanvang van het seizoen 1985/1986, staand van links naar rechts: Teije Keimpema (elftalleider), Romke Kooyenga, Hylke de Boer, Jannes Veenstra, Jan Wijnsma, Enno Kaspersma, Joan Boelens (hoofdtrainer), Fedde Lont, Jan Lammers en Jan Kooistra (masseur). Gehurkt: Wopke Bijker, Douwe van der Schaaf, Willem Dijkstra, Wiebe Hietkamp, Tjeerd Venema en Siebe de Vries.
In de eerste jaren terug bij BCV maakte Hylke de Boer furore als voorbereider van doelpunten. Op deze foto uit het begin van de tachtiger jaren snelt De Boer weer eens langs een tegenstander.
22 augustus 1976: Hylke de Boer stapt teleurgesteld van het veld nadat de Friese derby tegen Cambuur met 1-0 verloren is gegaan.