Een prachtig plan is het dat er halverwege de zeventiger jaren in Café van der Meer te Oudeschoot wordt gesmeed: de vaste bezoekers van het café, in de volksmond bekend als Beppe’s jonkjes, willen een voetbalclub op gaan richten voor inwoners van Oudeschoot en Heerenveen-zuid. Vol enthousiasme wordt begonnen met de werkzaamheden die hier bij horen. Voetballers en vrijwilligers melden zich in grote getale aan en een veld is er al gauw geregeld aan de Blausingel, nabij het Thialf-stadion. In 1978 is het zover: Tjonger Boys – vernoemd naar het nabijgelegen riviertje De Tjonger – ziet het levenslicht. Menig dorpsclub ziet met jaloezie naar de ontwikkelingen in Oudeschoot en omstreken. Liefst 5 seniorenteams, 4 jeugdteams en een damesteam worden ingeschreven. Er zijn zelfs al plannen voor een zaalvoetbaltak. Een fantastische start voor de nieuwe club, maar eigenlijk wordt na deze heuglijke start al direct de neerwaartse spiraal ingezet.
Dat is overigens niet te merken aan de prestaties van het vlaggenschip. Bij de oprichting verzoeken bestuursleden de FVB om Tjonger Boys 1 in te schrijven in de laagste standaardklasse. De bond vindt dat de nieuwe vereniging zich eerst maar eens moet bewijzen tussen de reserveteams. Een wat kinderachtig besluit. Tegen teams als Wispolia 2, Lemmer 4 en Jubbega 5 is er voor de blauw-witten geen aardigheid aan. Regelmatig wordt er met dubbele cijfers gewonnen. Als nadat met twee vingers in de neus het kampioenschap is behaald Tjonger Boys in de tweede klasse van de FVB zich met andere eerste elftallen mag gaan meten lijkt het er even op dat er linea recta nog een promotie gaat volgen. Halverwege oktober 1979 staat Tjonger Boys na overwinningen op FFS, Gersloot, Quick Terschelling, Beetgum en Langweer fier bovenaan. Daarna komt er zand in de motor. Een vijfde plaats in de eindklassering wordt na de geweldige start gezien als een teleurstelling.
Het zal naar later blijkt de beste prestatie uit de clubhistorie zijn. Elders zijn er best successen te melden. De jeugdteams – fanatiek getraind door mannen Wiebe Bergsma, Henk van der Dam en Eile Oosterhof – behalen wel eens een kampioenschap op het veld of in de zaal. De saamhorigheid die op de club heerst wordt door iedereen als fijn ervaren. Ook is het verkrijgen van een tweede speelveld, weliswaar aan de kilometers verderop gelegen Rozenstraat, een vooruitgang. Toch komt al spoedig aan het licht dat bij Tjonger Boys overal een tekort aan is. Aan spelers; menig lid speelt twee wedstrijden op één dag om de teams volledig in het veld te laten verschijnen. Aan kader; vrijwilligers vervullen vaak meerdere functies tegelijk om de zaak draaiende te houden. Maar bovenal aan geld. Sponsoring staat nog in de kinderschoenen en een kantine heeft de club niet, noch aan de Blausingel, noch aan de Rozenstraat. Café van der Meer fungeert aldoor als uitvalsbasis voor de Tjonger Boys-leden. Gezellig, dat wel, maar qua inkomsten heeft de club er niets aan.
De goede start ten spijt, gaat het zeker vanaf 1982 rap bergafwaarts met Tjonger Boys. Van het enthousiaste vrijwilligerslegioen dat er bij de oprichting was is weinig over. Ook daalt het ledenaantal jaar na jaar. Vier jaar nadat er met 5 seniorenteams werd begonnen, verschijnen op zondag nog maar twee elftallen in het veld, met pijn en moeite ook nog. De huur van twee velden is voor de armlastige club nauwelijks op te hoesten, zo blijkt steeds vaker. De kleedaccommodatie aan de Blausingel – een houten gebouwtje dat verstoken is van een douchegelegenheid – verpaupert. Geld om iets aan onderhoud te doen is er niet. Het duurt soms maanden voor kapotte ramen worden gerepareerd, wat in de wintermaanden voor de rillerige jeugdvoetballertjes geen pretje is.
Om kosten te besparen wordt het veld aan de Blausingel, zo mooi gelegen tussen de boompjes in de schaduw van de Oranjewoud-flat afgestoten. Dit heeft tot gevolg dat de jeugdafdeling komt te vervallen. Het blijkt verre van de oplossing. Het tussen de rijtjeswoningen gelegen veld aan de Rozenstraat, waar alleen de senioren hun wedstrijden afwerken, zorgt er aanvankelijk weliswaar voor dat de veldenkrapte die er in de beginjaren heerst wordt opgelost. Tegelijkertijd vervaagt hierdoor ook de link met Oudeschoot en Heerenveen-zuid. Tjonger Boys raakt te ver verwijderd van de roots. In 1985 wordt besloten de stekker uit de club te trekken. Er is dan nog één elftal over en dat ene team – Tjonger Boys 1 – wordt met slechts een enkele zege in de laatste 40 wedstrijden die het speelt verplicht om terug te keren naar de rangen der reserveteams.
Kort en vooral in het begin krachtig, zo laat de korte historie van Tjonger Boys zich het beste omschrijven. Tastbare herinneringen aan “de vierde club van Heerenveen” zijn er nauwelijks, al ligt het veld aan de Rozenstraat er bijna 40 jaar nadat de club verdween er nog steeds. Zij die het mee hebben gemaakt hebben de periode tussen 1978 en 1985 ervaren als een mooie tijd. Gekoesterd worden de gezellige derde helften in Café van der Meer en de filmmiddagen die er voor de jeugd aldaar plaatsvonden. Toch is alom de mening dat Tjonger Boys eigenlijk nooit levensvatbaar is geweest. Draagvlak was er te weinig en eigenlijk was het al vanaf het begin een gevecht tegen de bierkaai.
Tegenwoordig heeft haast iedere vereniging een dameselftal. In de tachtiger jaren is dat voor veel clubs nog minder vanzelfsprekend. Tjonger Boys mag zich tot vlak voor het opheffen van de vereniging gelukkig prijzen met een vrouwenteam. Hier het team, gefotografeerd tussen de bebouwing aan de Rozenstraat. Staand: Gonnie Boonstra, Henk Boonstra, Anja Wielinga, Alie van der Velde, Gooitske de Wit, Anna Rozenberg, Klaske Achttien en Uilke Stoelwinder. Gehurkt: Gepke Boonstra, Hennie de Wit, Feikje Jonker, Annemarie Jansen, Hillie de Vries, Geertje de Jager en Alie Boonstra.
Jeugdvoetbal tussen de boompjes aan de Blausingel.
Met de jeugdafdeling gaat het in de beginjaren van Tjonger Boys crescendo. De club uit Oudeschoot/Heerenveen-zuid brengt A, B en C-junioren in het veld, en heeft tevens de beschikking over 2 pupillenteams.
Het veld aan de Rozenstraat, waar het bestaan van Tjonger Boys in 1985 ten einde komt, blijft nog jarenlang intact. Inmiddels beginnen met een speeltuin en beplanting de contouren langzamerhand te verdwijnen.
Aan de Blausingel in Heerenveen, ten oosten van de opvallende Oranjewoud-flat en ten noorden van het Thialf-stadion ligt in 1978 het eerste veld van de Tjonger Boys. Het is een knus onderkomen daar tussen de bomen, al houdt de kleedgelegenheid ter plekke niet over.