,,Ik heb veel gescoord, maar ik heb nog veel meer ballen naast geschoten”, aldus Gerrit Hoekstra. Valse bescheidenheid van de in 2018 overleden Harkemaster goalgetter? Zeker niet. Het is een uitspraak die exact kenmerkt hoe Gerrit ‘Bûke’ was, als mens en als voetballer. Niet hoog van de toren blazen, de mouwen omhoog en hard werken. Met dit credo groeit Harkemase Boys 1 in de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw uit tot de beste zaterdagploeg van onze provincie. Met eigen jongens.
Een van die eigen jongens is Gerrit Hoekstra (1946), in de volksmond Gerrit ‘Bûke’ genoemd, om hem zo van zijn pake Gerrit te onderscheiden. Gerrit Bûke is net twee weken 16 jaar als hij in maart 1962 debuteert voor Harkemase Boys 1. In de uitwedstrijd tegen het veel hoger geklasseerde Leeuwarder Zwaluwen geeft de junior direct zijn visitekaartje af. Hoekstra scoort het tweede doelpunt en heeft zo een fraai aandeel in de verrassende 2-3 zege die de Wâldmannen mee naar huis nemen. De andere twee treffers van de bezoekers komen die middag op naam van Hendrik Borger, een grote naam in de noordelijke voetbalwereld. Honderden doelpunten heeft Borger dan al gemaakt voor de in 1946 opgerichte zaterdagclub uit Harkema-Opeinde. In 1958 hengelt eredivisionist SC Enschede, dat enkele weken eerder net naast de landstitel heeft gegrepen naar de diensten van de Fries. Borger bedankt. Op zondag voetballen is geen optie, vooral omdat mem dat niet wil.
Het is de bedoeling dat Gerrit Hoekstra Hendrik Borger als doelpuntenmaker gaat opvolgen. Dat zijn nogal een paar schoenen om te vullen. Toch sluit de doorgaans kritische boys-aanhang het jeugdige talent gauw in het hart. Dat Hoekstra op zeer regelmatige basis een doelpuntje meepikt – dikwijls uit de meest onmogelijke hoeken en standen – is een behoorlijke steun in de rug. Na 10 april 1965 hoeft tiener Gerrit Hoekstra niets meer te bewijzen. Harkemase Boys wint met 6-5 van Voorwaarts en Bûke verzorgt de volledige Harkemaster productie. De kranten staan er vol van. Het huzarenstukje levert de Harekiet een verkiezing op voor het Noordelijk Zaterdagelftal, een elitekorps van de beste zaterdagspelers van het noorden waarvoor Hoekstra later nog vaak zal worden geselecteerd.
Voor alles wat Harkemase Boys een warm hart toedraagt is het een onvergetelijke tijd. Veel supporters ervaren de periode tussen 1960 en 1980 als de mooiste jaren van het clubbestaan, zelfs zij die de successen van na de eeuwwisseling meemaken. Het zaterdagvoetbal krijgt in rap tempo gestalte en steeds als de KNVB weer een nieuwe hogere klasse in het leven roept is Harkemase Boys van de partij. Zo ook in 1970 als de bond een eerste klasse invoert, al is het voor de roodhemden kantje boord. In de beslissende wedstrijd tegen Oranje Nassau Groningen winnen de Friezen met 2-1, mede omdat de pas gewisselde Wopke van der Wijk het veld betreedt en een langzaam op het lege Harkemaster doel af stuiterende bal wegtrapt. De Leeuwarder arbiter Nijkamp kan niets anders doen dan een stuitbal geven. Sportief is de gang van zaken niet, maar de vreugde is er niet minder om op het veld aan De Fûgelkamp.
De eerste klasse is bereikt en de reizen worden alsmaar langer. Met name over de uitwedstrijd tegen het Oud-Beijerlandse SHO wordt nog decennia nagepraat. Op 18 december 1971 onderneemt een 45 personen tellend gezelschap uit Harkema per trein de 230 kilometer tellende reis naar Zuid-Holland. Als de Friezen na een zit van bijna 4 uur op het centraal station in Rotterdam aankomen is de boodschap die zij krijgen van het daar wachtende SHO-bestuur ontluisterend: de wedstrijd is afgelast. Drie maanden later volgt een nieuwe poging SHO aan te doen, deze keer per bus. Halverwege de reis neemt het boys-bestuur het zekere voor het onzekere; in Harderwijk wordt besloten even met SHO te bellen. Warempel, opnieuw blijkt de bond het volledige voetbalprogramma te hebben afgelast. Pas in april 1972 wordt er daadwerkelijk bij SHO gespeeld. Na in totaal bijna 1200 kilometer gereisd te hebben – waarvan meer dan de helft voor niets – vertrekt Harkemase Boys met een kansloos 4-0 verlies op zak uit het Oud-Beijerlandse.
Na 1970 is Harkemase Boys – uitgezonderd de periode tussen 1973 en 1975 – jarenlang de enige Friese vertegenwoordiger op het hoogste zaterdagniveau. Over aandacht in de media heeft de club niets te klagen. Zeker het Friesch Dagblad wijdt wekelijks hele krantenpagina’s aan de dadendrang van het ‘gouden’ Harkemase Boys, zoals het meer dan eens wordt aangeduid in het christelijke dagblad. Spelers als Hannie Schievink, Willem Weening, Ruurd Veenstra, Haaye Wittermans, Jacky Pitstra en ga zo maar door groeien uit tot provinciale bekendheden. Ook Gerrit Hoekstra staat aldoor in de belangstelling. Niet alleen binnen de provinciegrenzen. In de schuttersklassementen die door dagblad Trouw worden bijgehouden is de naam van Hoekstra steevast terug te vinden. In 1977 zelfs bijna bovenaan. Alleen Spakenburger Jaan de Graaf, de latere prof van AZ en Go Ahead Eagles weet meer ballen in het net te leggen.
Na dat succesvolle jaar, waarin Harkemase Boys een zeer verdienstelijke tweede plaats achter kampioen IJsselmeervogels behaalt, schemert door dat er mindere jaren op komst zijn. De gouden generatie Harkemase Boys-voetballers raakt op leeftijd en de aanwas die er is heeft niet de kwaliteit van haar voorgangers. In 1979 besluit ook Gerrit Hoekstra op 33-jarige leeftijd een punt achter zijn carrière te zetten. Voor even althans. Als Harkemase Boys hierna in sneltreinvaart richting de onderste regionen keldert wordt Hoekstra snel terug gevraagd. Tegen zo’n verzoek zegt de clubman geen nee. Hoekstra is nog talloze keren trefzeker, maar uiteindelijk kan ook hij de vrije val niet stoppen. In 1980 zakt Harkemase Boys af naar de tweede klasse, vier jaar later is het zelfs derdeklasser.
Die tweede degradatie maakt Gerrit Hoekstra niet meer mee. In 1981 verkast hij naar afdelingsclub Opende, waar hij als trainer-speler gaat fungeren. “De Grinser Pein” wil graag terug naar de KNVB en dat lukt, onder meer door de 25 treffers die Hoekstra in zijn eerste jaar vlak over de provinciegrens voor zijn rekening neemt. Ook in Opende groeit Bûke uit tot een zeer geliefd persoon. Dat hij halverwege de jaren ’80 de club verlaat is niet zozeer omdat de vereniging het mooi vindt geweest, maar omdat de bond het halen van een diploma verplicht stelt. Dat ziet Hoekstra niet zo zitten. Het praktijkgedeelte zal vast lukken, maar hij is geen man voor de boeken en laat zijn trainerscarrière voor wat het is. Bij de senioren tenminste, want voor de Harkemase Boys-jeugd draaft hij maar al te graag op. Als hij in 1994 wordt gevraagd om in het bestuur zitting te nemen is ook op die vraag het antwoord positief.
Er breekt dan een interessante periode aan op sportpark De Bosk. In 1997 promoveert Harkemase Boys tamelijk onverwacht naar de hoofdklasse. Een groep sponsoren gaat zich inspannen om Harkemase Boys daar te houden. Een onvermijdelijk gevolg is dat er spelers van elders gehaald gaan worden om het niveau omhoog te krikken. Dit strookt niet met de voetbalvisie van Gerrit Hoekstra. Hij komt zelf uit een tijd waarin dorpsclubs de top bereikten met spelers uit eigen kroost. De Harkemaster succesploeg verdiende er in de zeventiger jaren eeuwige roem mee. Het was een prachtig verhaal: de Friese dorpsjongens die in de ochtenduren op de steigers stonden om elkaar en trainer Jelte Postma te helpen met het bouwen van een huis, om in de middaguren de amateurvoetbalelite te bestrijden. Dat die tijd twintig jaar later voorbij is, realiseert Hoekstra zich al gauw. Als hij na twee termijnen in het jaar 2000 aftreedt als bestuurslid is Harkemase Boys 1 uitgegroeid tot een stabiele hoofdklasser, met in de selectie naast een handvol Harekieten een steeds verder uitdijend legioen van buiten.
Gerrit Hoekstra heeft er dan allang vrede mee. Niet langer in functie reist hij het Harkemaster vlaggenschip overal achterna. De grote successen van na het millennium maakt hij als supporter van dichtbij mee. Trots is hij in 2009, als Harkemase Boys eerst kampioen wordt van de hoofdklasse, om vervolgens drie weken daarna ook nog eens de noordelijke districtsbeker in de wacht te slepen. Middenin deze hoogtijdagen krijgt het leven van Gerrit Hoekstra een even onverwachte als onaangename wending. Op de 27ste mei kampt Hoekstra de hele dag met hoofdpijn. Als de pijn na het avondeten verergert, wordt de dokterswacht erbij gehaald. Die constateert aanvankelijk niets verontrustends en keert huiswaarts. De dokterswacht is nauwelijks vertrokken, als plotseling de linkerhelft van Hoekstra’s lichaam uitvalt. Een ambulance rukt uit. Bijna 5 weken zal de doelpuntjesdief van weleer in het ziekenhuis blijven.
Gerrit Hoekstra is getroffen door een beroerte. In Beetsterzwaag mag hij gaan revalideren. Hij moet opnieuw leren fietsen en lopen. Dat gaat met horten en stoten. Het is een frustrerend proces. Dat Gerrit Hoekstra zelden klaagt, is tekenend voor zijn karakter. Hij knokt zich er bovenop, al wordt het niet meer als voorheen. Hij werkt zich op tot tachtig procent van zijn oude ik, zo zegt hij zelf. Blij is hij in 2011 dat hij na lange tijd weer eens bij Harkemase Boys op de tribune zit. Dat de derde helft er vanwege medicijngebruik niet meer bij is, vindt hij jammer maar Bûke telt zijn zegeningen. In 2018 krijgt Gerrit Hoekstra wederom een fikse tegenslag als er darmkanker wordt geconstateerd. Zijn lichaam is na alle tegenslagen niet meer in staat de vreselijke ziekte het hoofd te bieden. Het gaat heel snel de verkeerde kant uit. Op 28 augustus 2018 blaast Gerrit Hoekstra op 72-jarige leeftijd zijn laatste levensadem uit, in het bijzijn van echtgenote Maaike, dochter Petra en zoon Douwe.
Op sportief vlak is de erfenis van Gerrit Hoekstra enorm. Een doodnormaal mens zonder kapsones, maar toch een legende en dat niet alleen in Harkema. Nog regelmatig passeert zijn naam langs de groene velden de revue. De voetballer Gerrit Hoekstra wordt vaak beschreven als een spits pur sang, al had Bûke genoeg eigenschappen die niet direct worden toegemeten aan een doorsnee spits. Hoekstra was een teamspeler. Verdedigen was niet zozeer zijn ding, maar lui was hij allerminst. Op de vijandelijke helft werkte hij zich altijd weer een slag in de rondte. Teamgenoten wilden de bal maar wat graag aan Bûke kwijt. Hij deed er altijd wel iets nuttigs mee, wist zich vaak uit de meest netelige posities te redden. Dat had hij wel geleerd op de straten en pleintjes van Harkema, waar hij al op jonge leeftijd hele dagen voetbalde met zijn dorpsgenoten.
Ook cijfermatig is de staat van dienst van Gerrit Hoekstra onberispelijk. Meer dan 300 officiële doelpunten maakte hij in het noordelijke amateurvoetbal, waarvan meer dan de helft op het hoogste niveau. Waren er dan nooit profclubs die hem wilden hebben? Zeker wel! In 1969 krijgt Hoekstra thuis bezoek van Cambuur. De eerstedivisionist zoekt een goalgetter en denkt die in Harkema gevonden te hebben. Helaas voor de Leeuwarders vangen ze bot. Hoekstra wil niet op zondag voetballen, uit respect voor zijn streng gelovige pake en beppe waarmee hij een zeer warme band onderhoudt. Teleurgesteld rijdt de Cambuur-delegatie door naar De Westereen, waar Johan Zuidema wel bereid blijkt het profavontuur aan te gaan. Zuidema voetbalt zich via Cambuur, Ajax en zelfs het Nederlands elftal naar Europese roem. Ongetwijfeld zal Gerrit Hoekstra zich in later jaren afgevraagd hebben hoe het hem vergaan zou zijn als hij in 1969 had toegehapt op de lokroep uit het betaalde voetbal. Spijt? Absoluut niet! Daarvoor was zijn tijd bij Harkemase Boys véél te mooi. Bûke vertelde er graag over. Tot aan zijn laatste levensdagen.
Noot: Het verhaal is tot stand gekomen met hulp van Petra Hoekstra en Willem Weening. Foto’s met speciale dank aan Simon van der Woude, Petra Hoekstra en Willem Weening.
Chaos voor het doel van ACV op 28 oktober 1978. Gerrit Hoekstra slaagt er niet in het doel van de Assenaren te doorboren, maar zal dat later in de wedstrijd wel doen. Ondanks dit doelpunt zal Harkemase Boys die middag aan het kortste eind trekken. Voor 3200 toeschouwers wint ACV met 1-3.
De selectie waar Harkemase Boys in 1970 mee naar de nieuw gevormde eerste selectie promoveert: van links naar rechts, staand: Henk Helmus, Haaye Wittermans, Wopke van der Wijk, Mekke Nicolai, Jack Pitstra, Ruurd Veenstra, Wietse Veenstra, Willem Weening, Wieberen Veenstra, Fokke Veenstra, Pieter Hamstra, Anne Hoeksma en Tjip van der Bij. Voor van links naar rechts: Pieter de Meer, Jan van der Meer, Hein Veenstra, Geert Tiemersma, Hannie Schievink, Gerrit Hoekstra, Freek Smit, Riekele Borger, Haaye Hoeksma en Willem Borger.
Inhouden is nooit een optie voor Gerrit Hoekstra.
Het noordelijk zaterdagamateurelftal, gefotografeerd in 1968. Op de foto is naast Gerrit Hoekstra (onderste rij, tweede van links) een hele verzameling bekendheden uit het zaterdagvoetbal te ontwaren. Zo zit naast Bûke aan de rechterzijde Wieger Haitsma, goalgetter van het Koudumer Oeverzwaluwen (en later Drachtster Boys). De rij wordt gesloten door Hannie Schievink, teamgenoot van Gerrit Hoekstra bij Harkemase Boys, en Ab Gritter van ACV, die in later jaren nog zal spelen voor FC Groningen, FC Twente en Heracles.
In de bovenste rij staat aanvoerder Sjerp Blom, meer dan 20 jaar een boegbeeld van Workum. Naast Blom staan onder andere drie ONS-ers. Sipke Plat (tweede van links) en Piet Hilverda (laatste in de rij) en als eerste in de rij staat Broer Smid, een begenadigd talent van de oranjehemden. Ook voor hem is al jong interesse uit het betaalde voetbal. Een profavontuur zal er helaas nooit van komen voor Smid. Op 15 mei 1971 verongelukt hij samen met twee teamgenoten na een uitwedstrijd tegen QVC.