Jongere voetbalvolgers uit onze provincie zullen er raar van opkijken, maar ooit was er een tijd dat de voetbalclub van Heeg tot de absolute top van het zaterdagvoetbal behoorde. Vanaf vlak na de Tweede Wereldoorlog wordt er aan de boorden van het Heegermeer decennialang op het hoogste amateurniveau gespeeld. En dat met eigen jongens! Henk de Boer, de gebroeders Harmen en Wybren Jorritsma, de onverschrokken goalie Herman Hettinga: op alle voetbalvelden in Noord-Nederland zijn het bekende namen. En wat te denken van die aalvlugge linksbinnen van de succesploeg? Zeventien jaar oud is hij slechts als hij in een interland voor het Nederlands zaterdagelftal scoort tegen de Fransen. Zijn naam? Minne Bergstra!
Als Minne Bergstra (1942) begint te vertellen over zijn belevenissen in het Nederlands zaterdagelftal, verschijnt er een grote glimlach om zijn mond: ,,Naar de maatstaven van nu was het toen een amateuristisch gebeuren. We moesten in Woerden eens een wedstrijd spelen tegen het Nederlands militair elftal. Ik zat nog op school en was net die week op kamp op de Veluwe. Op de dag van de wedstrijd heeft de leraar Frans me op de brommer naar het station gebracht. Toen alles later op de dag achter de rug was stond diezelfde leraar me op het station weer op te wachten. Achterop de brommer weer terug naar het kamp, waar we die avond nog zijn wezen spoorzoeken. Over de wedstrijd werd nauwelijks meer gesproken.”
Hoewel Minne Bergstra met dit verhaal goed de kneuterigheid van het voetbal in de zestiger jaren beschrijft, staat het buiten kijf dat de selecties van Bergstra voor het Nederlands zaterdagelftal absolute hoogtepunten zijn. Het zijn bepaald geen fietsmakers die er bij de militairen meedoen. Ton Pronk en Karel Vesters spelen voor Ajax, met Ab Fafié is ook Feyenoord vertegenwoordigd en met de aanwezigheid van Theo “de tank” Laseroms van NAC staat er zelfs een toekomstig Europacup-winnaar in het veld. Bergstra en consorten figureren allerminst tegen de profs. Wat heet: nadat Bergstra de gelijkmaker scoort, winnen de amateurs zowaar met 2-1. ,,Na afloop werden we gefeliciteerd door Elek Schwartz. Hij was trainer van de militairen en tevens bondscoach. Een mooie herinnering”, zegt Bergstra, zichtbaar genietend van lang vervlogen tijden.
Minstens zo fraai is de herinnering aan het duel dat Minne Bergstra met het zaterdagelftal speelt tegen Frankrijk. Met deze interland schaart hij zich in een zeer select groepje Friezen, dat naast Bergstra enkel bestaat uit Hannie Schievink van Harkemase Boys, Klaas Bosma van VVT en de ONS-ers Broer Smid en Piet Dam. Op sportpark De Vrolijkheid in Zwolle werkt Bergstra voor vierduizend toeschouwers de wedstrijd van zijn leven af. De beloning komt halverwege de tweede helft als Bergstra met een prachtige kopbal in de kruising de eindstand op 4-0 bepaalt. Bergstra: ,,Toen we naar de middenstip terugliepen kwam scheidsrechter Leo Horn bij me. ‘Goed gedaan jochie’, zei hij. Pas jaren later hoorde ik van mijn vader dat er na die wedstrijd meerdere clubs uit het betaalde voetbal hebben gebeld. Destijds is dat thuis stilgehouden. Mijn ouders waren van gereformeerde komaf, die hadden liever niet dat ik op zondag ging voetballen.”
Op zaterdag voetballen is daarentegen geen probleem. Dat voetballen zit er bij Minne Bergstra al vroeg in, vertelt hij: ,,Samen met mijn broer Hayo, die ook lange tijd in Heeg 1 speelde, was ik altijd bezig met de bal. Toen ik nog te jong was om in verenigingsverband te spelen, haalde bakkerszoon Jan Kamstra me op met zijn transportfiets. Dan nam hij me mee naar het veld om de wedstrijd te kijken.” Het zal niet lang duren voordat Bergstra zelf op dat veld staat. Op 15-jarige leeftijd maakt hij zijn debuut voor Heeg 1. Het zaterdagvoetbal is nog volop in ontwikkeling. De vierde klasse is aanvankelijk het hoogst haalbare. Dat verandert als er in nog geen tien jaar twee hogere klassen door de KNVB worden ingevoerd. Wat Minne Bergstra en zijn dorpsgenoten betreft vindt het hoogtepunt plaats in 1962. Heeg slaagt er dan in om de pas in het leven geroepen tweede klasse te bereiken. Wedstrijden binnen de provinciegrenzen worden vanaf dan zeldzamer, Heeg kan zich opmaken voor reizen naar plaatsen als Vriezenveen, Wierden en Rijssen.
Het zijn vaak prachtige wedstrijden die er door de jongens van Heeg worden gespeeld. Onvoorspelbaar en doelpuntrijk vaak ook. Zo wordt het gerenommeerde DETO bijvoorbeeld met 3-9 aan flarden geschoten, maar gaat Heeg in de thuiswedstrijd tegen het Nijverdalse DES enkele maanden later met 2-8 ten onder. Tegen SVZW wordt in 1964 met 5-8 verloren, een paar potjes nadat er op Urk met 0-5 wordt gewonnen. Minne Bergstra valt op als goalgetter, razendsnel op de eerste meters en met een uitstekend inzicht. Op regelmatige basis pikt hij zijn doelpuntjes mee. Minstens zo vaak stelt hij met zijn snelheid anderen in staat om te scoren. Hoe goed het Hegemer elftal ook is, de tijd dat de gouden generatie op leeftijd begint te raken breekt halverwege de zestiger jaren aan. De nieuwe lichting Heeg-voetballers die het over moet nemen is niet zo talentvol als de vorige. In 1965 kukelt Heeg van het hoogste platform. Plannen om te vertrekken heeft Minne Bergstra niet. Toch hapt hij toe wanneer hij vlak na de degradatie wordt benaderd door ONS Sneek om daar te komen spelen.
Minne Bergstra blijft door zijn overstap naar de Waterpoortstad op het hoogste amateurniveau actief. In Sneek ervaart hij wat het inhoudt om voor een stadsploeg uit te komen. Waar in Heeg het collectief voorop staat en hard werken het credo is, gelden in Sneek andere waarden. ,,ONS was als club verder. Voetballend gezien speelde techniek daar een grotere rol. Nadeel was dat de selectie was verdeeld in meerdere groepjes. In Heeg hadden we dat niet.” In sportief opzicht wordt het een tegenvallend jaar. ONS eindigt samen met het Leeuwarder Blauw Wit’34 op de laatste plaats. Om te bepalen welke club degradeert, moeten de provinciegenoten in de Westereen een beslissingswedstrijd afwerken. Hoewel Minne Bergstra in die finale – bijgewoond door duizenden belangstellenden – een weergaloze partij speelt, trekken de oranjehemden in de verlenging aan het kortste eind. Al loopt het avontuur in Sneek door de degradatie op een teleurstelling uit, Bergstra houdt er iets heel moois aan over. Met ploeggenoot Red Feenstra ontstaat er een vriendschap die tot 2023 – het jaar waarin Feenstra komt te overlijden – zal voortduren.
In 1966 keert Minne Bergstra terug naar Heeg, dat de grandeur van weleer langzamerhand aan het verliezen is. Zelf kan Bergstra ook minder dan voorheen het verschil maken. Er speelt in zijn leven van alles, hij moet simpelweg teveel balletjes in de lucht houden. Vlak nadat hij trouwt met zijn eerste echtgenote betrekt het echtpaar een huis in Woudsend, waar Bergstra dan bij Woudsend Verzekeringen een drukke baan heeft. In 1968 wordt dochter Tatjana geboren, middenin een periode dat Bergstra in de avonduren een studie volgt. Tegelijkertijd traint Bergstra het eerste elftal van Woudsend. Niet onverdienstelijk, getuige het kampioenschap dat in 1969 wordt behaald. Na vv Woudsend volgt NOK, de Nijemirdum Oudemirdum Kombinatie. ,, Ik was daar speler-trainer. NOK speelde in de laagste klasse. Tegenstanders op dat niveau trapten me soms half doormidden. Na de zoveelste doodschop ben ik gestopt met voetballen. Ondanks dat had ik daar in Gaasterlân een prachtige tijd. Voor elke wedstrijd en training werd ik gehaald en gebracht. Dat stopte toen we naar Grou verhuisden”, legt Bergstra uit.
Wonend in Grou, traint Minne Bergstra nog een viertal clubs: de zaterdagtak van Zwaagwesteinde, DTD, Workum en Zeerobben. Zijn werkzame leven eindigt vlak na de eeuwwisseling. Net voordat de VUT-regeling in 2006 komt te vervallen kan Bergstra hier nog net gebruik van maken na twee decennia voor de gemeente Boarnsterhim gewerkt te hebben, onder andere als hoofd personeelszaken. Voetbal volgt hij nog op de voet, hoofdzakelijk op TV. Bij fraaie weersomstandigheden zoekt hij zijn oude club op. Trots als een pauw is Bergstra dat hij door Heeg vanwege zijn verdiensten in het Nederlands zaterdagelftal inmiddels tot erelid is benoemd. ,,De ontvangst in Heeg is steeds weer ontzettend hartelijk. Als ik oude bekenden tegenkom gaat het meteen weer over vroeger. Best leuk dat terugkijken, maar niet te vaak en vooral niet te lang. Zodra ik die oude foto’s bekijk schrik ik ervan hoeveel mannen van toen niet meer onder ons zijn”, meldt Bergstra peinzend.
Had Minne Bergstra meer uit zijn voetbalcarrière kunnen halen? ,,Toen niet”, zegt Bergstra stellig. ,,Hier in Fryslân was het een primitief gebeuren op voetbalgebied. In het westen en het oosten waren ze veel verder. De velden waar hier op werd gespeeld, dat waren verkapte weilanden. Bij ons in Heeg zeker. Ik kopte eens een bal met een zweefduik in het doel. Toen ik overeind kwam zat ik van top tot teen onder de drek. De omstandigheden zijn nu veel beter. Velden als biljartlakens en fantastisch materiaal. Profclubs halen talenten op van huis om te gaan trainen, keurig worden ze na de training weer thuisgebracht. Op school worden ze volop begeleid. In mijn tijd was daar geen sprake van. Als ik door de week met het openbaar vervoer naar de bondstraining moest in Utrecht of Dordrecht, was het op school een hele strijd om eerder vrij te krijgen. Ik betreur het niet dat het zo is gelopen. Tegenwoordig worden spelers grof betaald, 60 jaar terug voetbalde je bij de profs voor een habbekrats.”
Nadat Minne Bergstra in 1985 uit de voetballerij verdwijnt, blijft sport centraal staan in zijn leven. Hij schaatst graag, is jarenlang actief bij de tennisvereniging in Grou en hij fietst de Elfstedentocht zeker een keer of twintig. Nadat er een heup is vervangen en Bergstra een aantal jaren geleden werd getroffen door een hartinfarct, is het allemaal een beetje minder geworden bij de tachtiger. Minne Bergstra is er de man niet naar om te klagen: ,,Fietsen doe ik niet meer, maar met het mooie weer ben ik graag buiten. Lopen gaat nog prima, het eten smaakt me ook nog uitstekend. Vroeger was mooi, toch ben ik vooral bezig met de tijd die nog komen gaat. Zoveel mogelijk genieten van de mooie dingen die me nog te wachten staan.”
Foto’s: privé-archief Minne Bergstra en Foeke Zijlstra (ONS Sneek)
De succesploeg van Heeg, gefotografeerd rond 1960. Staand, van links naar rechts: Uiltje Lemstra, Hayo Bergstra, Jan van der Schoot, Auke van der Heide, Minne Bergstra en Cato de Jong. Gehurkt, van links naar rechts: Harmen Jorritsma, Pier Vellinga, Herman Hettinga, Wybren Jorritsma en Henk de Boer.
Een geweldig moment in de voetbalcarrière van Minne Bergstra (centraal op foto) speelt zich af in de interland die hij speelt voor het Nederlands zaterdagelftal. Voor 4000 toeschouwers kopt hij op 21 mei 1960 op weergaloze wijze de 4-0 in de touwen tegen Frankrijk.
Een knotsgek duel speelt Heeg op 30 mei 1964 tegen SVZW. Op deze foto zet Minne Bergstra – ogenschijnlijk in een strijd op leven en dood met de keeper – na een kwartier spelen zijn ploeg met zijn tweede doelpunt op 2-1. Hoewel Heeg hierna nog driemaal de roos treft, is het niet genoeg voor de overwinning. De bezoekers uit Wierden keren met een 5-8 zege huiswaarts.
Het elftal van ONS Sneek dat op 4 juni 1966 in De Westereen moet proberen zich te handhaven tegen Blauw Wit’34. Staand, van links naar rechts: Tjerk de Boer, Jan Steenwijk, Minne Bergstra, Red Feenstra, Sipke Plat en Piet Hilwerda. Gehurkt, van links naar rechts: Dick Eekma, Lammert Glashouwer, Piet Dam, Marten Wijnja en Jan Cnossen.
Net als een seizoen eerder is het ook in de jaargang 1964/1965 een doelpuntrijk gebeuren tegen SVZW. Na de 5-8 score maanden daarvoor, eindigt het dit keer in 3-5. Deze uithaal van Minne Bergstra zal geen doel treffen, later in de wedstrijd is hij wel verantwoordelijk voor de 2-4.
Al tijdens zijn carrière als voetballer, gaat Minne Bergstra aan de slag als hoofdtrainer. Na avonturen bij Woudsend en NOK, wordt Bergstra in 1973 aangesteld als eindverantwoordelijke bij de zaterdagtak van Zwaagwesteinde. In de Westereen moet er verjongd worden. Dat proces gaat met vallen en opstaan, getuige de degradatie die er dat seizoen plaatsvindt. Op de foto, staand van links naar rechts: Minne Bergstra (hoofdtrainer), Klaas de Vries (bestuur), Otto van Leijen, Dicky Hoekstra, Lubbert Kloosterman, Jappie Bosma, Leo Lourens, Wieger Bosma, Klaas Marten Boscha en Yde Prins. Gehurkt, van links naar rechts: Rennie van der Veen, Theo Hilboezen, Peter Santema, Lubbert Elzinga, Harry Merkus en Loekie de Bruin.