‘Readtsjes-goalie groeide ondanks enkelproblemen uit tot een van de beste Friese keepers van de jaren ‘60’
Op 12 september 2018 trekt het bestuur van voetbalvereniging Zwaagwesteinde de stekker uit de zondagtak van de vereniging. Het is een besluit dat – hoewel het niet uit de lucht komt vallen – bij velen pijn doet. Niet alleen in De Westereen. Bij iedere Friese voetballiefhebber met historisch besef bloedt het hart. De Readtsjes – de geuzennaam van het zondagse Westereender vlaggenschip – was meer dan een halve eeuw een begrip in het noorden en oosten van ons land. Na de eeuwwisseling komt Zwaagwesteinde-zondag nog tweemaal een korte periode uit in de eerste klasse. De echte hoogtijdagen vinden plaats in de decennia na de tweede wereldoorlog. Jarenlang wordt er op het hoogste amateurniveau gevoetbald. In 1965 speelt Zwaagwesteinde zelfs om het noordelijke kampioenschap. In Hoogezand, voor 9000 toeschouwers, wordt nipt verloren van het Emmen van keeper Jan van Beveren. Het is een tijd die nooit terug zal komen. Dat realiseert ook Lolke Nettinga (1942) zich. Hij was jarenlang de nummer 1 van De Readtsjes.
Een echte Westereender is Nettinga niet. Buitenpost is zijn geboorteplaats. Bij de vereniging aldaar begint hij zijn voetbalcarrière. Al op jonge leeftijd kampt Nettinga met enkelproblemen. Dit noopt hem tot een positie tussen de palen. Een plek waar hij uitstekend tot zijn recht komt. In tegenstelling tot nu speelt Buitenpost rond 1960 een marginale rol in het amateurvoetbal, hoofdzakelijk op zondag. Nettinga denkt er evenwel nooit aan te verkassen. Een incident in 1964 doet hem anders besluiten. Doorgaan bij Buitenpost is geen optie. Via kennis Rennie van der Veen vraagt Nettinga overschrijving aan naar Zwaagwesteinde. Dat speelt drie klassen hoger. Een plekje in de eerste selectie zit er daardoor aanvankelijk niet in voor de goalie. Dat verandert nadat hij met het tweede elftal bij Alcides een monsterachtige wedstrijd staat te keepen. De technische staf van het eerste elftal wordt direct op de hoogte gesteld van het glansoptreden. Een week later maakt hoofdtrainer Jan Slotemaker van Nettinga zijn eerste doelman.
Het is een hele cultuuromslag voor Nettinga. Bij Buitenpost speelt hij wekelijks voor enkele tientallen toeschouwers langs de zijlijn. Bij zijn nieuwe club is dat een ander verhaal. Kom in De Westereen niet aan met het cliché dat voetbal bijzaak is. In het ventersdorp wordt het spelletje beleefd of is het een kwestie van leven en dood. De voetballerij is onder de bewoners vaak het gesprek van de dag. Bij Zwaagwesteinde valt het pas op als er minder dan duizend toeschouwers komen kijken. Ook op vreemde bodem zijn de supporters talrijk vertegenwoordigd. Doorgaans enthousiast, maar het loopt ook wel eens uit de hand. Op de Friese heidegronden heeft men het niet zo op autoriteiten. Chauvinistisch als de bevolking is, worden arbitrale beslissingen in het nadeel van de eigen ploeg al gauw als een groot onrecht ervaren. In De Westereen wonen geen hooligans, maar de lontjes zijn kort en dat wordt wel eens op primitieve wijze geuit. Legendarisch zijn de veldslagen tegen Sneek. Meer dan eens loopt het uit de hand.
Sneek-Zwaagwesteinde, dat was vergelijkbaar met wat nu Heerenveen-Cambuur is. Nettinga maakt de derby meerdere keren mee: ,,Dat waren dé wedstrijden. Er werd vaak wekenlang over gesproken. Ik had niets tegen de jongens van Sneek. Ik kon het prima met ze vinden. Bij onze supporters lag dat anders. Ik weet nog dat scheidsrechter Jacques d`Ancona onder politiebegeleiding het dorp verlaten moest toen hij Johan Zuidema van het veld af stuurde tegen Sneek.” Jaren later blikt d`Ancona in De Telegraaf terug op wat hij meemaakte na de derby: ,,In Zwaagwesteinde moest ik vluchten nadat ik een speler van die club wegstuurde. Broers, zussen, familieleden, buurmannen en -vrouwen, alles kreeg ik achter me aan. De politie hield de menigte met sabels in bedwang. Doodsangsten heb ik uitgestaan. Ik zat na afloop in de op slot gedraaide kleedkamer. Alle muren van het hokje bewogen. Rondom me was het een voortdurend gekletter van klompen. Onder koninklijke escorte reed ik Zwaagwesteinde uit. Van de agenten mocht ik onder geen beding op de rem drukken. Zelfs niet als er supporters voor mijn auto sprongen. Anders zou het wel eens fout af kunnen lopen.”
Het debuutseizoen van Lolke Nettinga in Zwaagwesteinde 1 wordt direct het meest memorabele. Er wordt gespeeld om de bovenste plaatsen. De titel lijkt er niet in te zitten, tot koploper Emmen een onverwacht verlies lijdt bij het nietige KSC. Diezelfde dag rekenen Nettinga en zijn ploegmakkers af met concurrent Velocitas. Door een week later ook het inhaalduel tegen Harlingen winnend af te sluiten staan de Westereenders voor de laatste speeldag plotseling op gelijke hoogte met de Emmenaren.
Een zinderende apotheose volgt. Want terwijl Emmen met de uitwedstrijd tegen Germanicus op de slotdag geen gemakkelijk vooruitzicht heeft, is de laatste wedstrijd van Zwaagwesteinde helemaal een pikante. In de Waterpoortstad wacht aartsrivaal Sneek. Volgens het Sneeker Nieuwsblad wordt het sportpark aan de Lemmerweg op 2 mei 1965 door liefst 4000 toeschouwers bevolkt, waarvan zeker de helft afkomstig is uit De Friese Wouden. De start is dramatisch. Dicky ten Cate zet de thuisploeg al na twee minuten op 1-0. Vlak voor de pauze buigt Zwaagwesteinde de partij om. Jelle Veenstra scoort de gelijkmaker, Klaas Kooistra kopt twee minuten later de 1-2 in de touwen. Halverwege komen er uit Coevorden fleurige berichten. Germanicus-Emmen staat nog 0-0. Niets lijkt een kampioenschap in de weg te staan. Het loopt anders. Een kwartier voor tijd scoort Joop Abma de 2-2. Het lukt de bezoekers niet om de winst over de streep te trekken. Een pleister op de wonde is dat ook Emmen niet verder komt dan een remise. De eerste klasse heeft geen kampioen. Die moet komen uit de beslissingswedstrijd Zwaagwesteinde-Emmen. Het Hoogezandse sportpark De Kalkwijck wordt aangewezen als speellocatie, hoofdzakelijk omdat dit sportpark veel publiek kan herbergen. Een goede keuze. Liefst 9000 mensen zijn getuige van de grote finale.
Zwaagwesteinde redt het niet. De anders zo stabiele defensie oogt zenuwachtig. Wil van Beveren – de brildragende broer van keeper Jan – profiteert optimaal en scoort voor de helftwisseling twee keer. Een kwartier voor tijd knikt Klaas Kooistra raak uit een hoekschop van Bouke Heidstra. Het is niet genoeg. Ondanks het verlies ziet Nettinga de wedstrijd in Hoogezand als het hoogtepunt uit zijn voetbaltijd: ,,Zoveel toeschouwers, dat was uniek. Maar als je het achteraf bekijkt dan waren er meer zaken uit die tijd bijzonder. Heel wat spelers waar we tegen voetbalden zijn later bekend geworden. Jan van Beveren keepte jarenlang bij PSV en heeft het Nederlands elftal gehaald. Zijn broer Wilke zat later bij Heerenveen en heeft dacht ik ook bij Sparta gespeeld. Assen-keeper Sies Wever heeft nog bij Ajax op doel gestaan. En Jan Mulder uiteraard, die ging van WVV naar Anderlecht en daarna Ajax”, somt Nettinga op.
De namen van Nettinga zijn medespelers liegen er ook niet om. Aanvankelijk is Sikke Venema de meest bekende. De venterszoon debuteert aan het begin van de jaren ’50 in Zwaagwesteinde 1 en maakt zoveel indruk dat hij al voor zijn twintigste wordt ingelijfd door Heerenveen. In het Friese haagje wordt “Lytse” Sikke tweemaal topscorer, maar op een langdurig verblijf in het profvoetbal zit Venema niet te wachten. Hij past niet in het betaald voetbalwereldje. Gaat liever langs de deuren met koopwaar, net als heit Frans. Op 25-jarige leeftijd keert Venema terug naar de club uit zijn woonplaats. Nettinga voetbalt 7 seizoenen met de in 1999 overleden legende: ,,Lytse Sikke. Wat was hij goed. Randsnel op de eerste meters. Onvoorstelbaar. Hij heeft veel belangrijke doelpunten voor ons gemaakt. Een goede jongen.” Nettinga gaat door: ,,Maar de beste was denk ik Johan Zuidema. Technisch uitstekend en slim. Niet voor niets heeft hij later bij Ajax en het Nederlands elftal gespeeld. En Klaas Kooistra. Die had in mijn ogen ook makkelijk meegekund bij de profs. Jappie Visser, ook een kei. Ach, op de hele ploeg waarmee ik voetbalde was eigenlijk weinig aan te merken. We zaten natuurlijk ook dicht tegen het betaalde voetbal aan.” Als hem wordt gevraagd naar zijn eigen kwaliteiten is Nettinga een stuk bescheidener. Opvallend, want wie in oude kranten wedstrijdverslagen van Zwaagwesteinde doorpluist zal regelmatig lezen over de heroïsche reddingen van Nettinga. Meerdere keren wordt hij voor het Noordelijk elftal geselecteerd. De keeper van weleer wimpelt het af: ,,Eigenlijk heb ik altijd maar op zeventig procent van mijn kunnen gespeeld. De pijn in mijn enkel heeft me belemmerd. Tweemaal ben ik er aan geopereerd. Daarom is een transfer naar Cambuur ook niet doorgegaan. Ze zijn een paar keer wezen kijken maar vonden het risico te groot. Was ik fit geweest dan had ik het misschien verder geschopt.”
Zo dicht bij de titel als in 1965 komt Zwaagwesteinde niet weer. De Readtsjes blijven nog enkele jaren prima meedraaien op het hoogste niveau. Vanaf 1968 wordt het zwaarder. Voor Sikke Venema, de 30 inmiddels gepasseerd, beginnen de jaren te tellen. Talent Johan Zuidema is een aanwinst maar wordt al spoedig weggekaapt door Cambuur. In 1971 kukelt Zwaagwesteinde-zondag van het hoogste platform. Ongewild is Lolke Nettinga de hoofdrolspeler bij de totstandkoming van de degradatie. Op de slotdag van de competitie speelt Zwaagwesteinde de uitwedstrijd tegen streekgenoot Harkema-Opeinde. De derby lijkt lange tijd in 0-0 te eindigen, tot Harkema-topscorer Wopke Elzinga enkele minuten voor tijd een voorzet richting het Westereender doel slingert. Gedragen door de wind draait de bal steeds gevaarlijker richting Nettinga. De hoog opspringende goalie klemt de bal, maar komt bij de landing achter de doellijn terecht. Dat is althans de lezing van arbiter Weerink. Nettinga is er tot op de dag van vandaag van overtuigd dat het doelpunt nooit goedgekeurd had mogen worden. Emotionele taferelen volgen na het laatste fluitsignaal. Terwijl de op de titel jagende Harekieten na afloop feestvieren, verlaat Zwaagwesteinde na 9 seizoenen het hoogste amateurniveau om er daarna nooit meer op terug te keren. Anno 2022 is Nettinga niet meer ondersteboven van de gebeurtenissen in 1971: ,,Ik heb me er toen wel heel druk om gemaakt. Was er aardig overstuur van. Wat dat betreft was het wel een dieptepunt. Nu doet het me niet zoveel meer hoor”, lacht Nettinga 51 jaar na dato.
In 1972 keept Lolke Nettinga zijn laatste wedstrijd voor Zwaagwesteinde. Datzelfde jaar neemt hij een horecagelegenheid in Twijzelerheide over van ploegmaat Jappie Visser. Voetballen gaat volgens Nettinga niet samen met een beroep als kroegbaas. Hij speelt nog wel wat recreatieve wedstrijdjes voor VVT. Daar blijft het bij. ,,En van een terugkeer komt het niet meer”, vertelt Nettinga quasi-serieus. ,,Ballen pakken lukt niet meer”, verklaart de tachtiger terwijl hij zijn door reumatische klachten scheef gegroeide handen toont. Aanvankelijk maakt Nettinga regelmatig de gang naar sportpark De Wieken. Na de eeuwwisseling komt hij er nauwelijks. ,,Ik denk niet veel meer aan mijn voetbaltijd. Ik heb nog een plakboek liggen met allemaal foto’s en wedstrijdverslagen uit die periode, maar kijk er nooit in. Dat zit wel een beetje in me. Ik heb later gebiljart. Daar ben ik ook plotsklaps mee gestopt. Ik heb de keu neergelegd en nooit weer aangeraakt.” Voetbal volgen op TV doet Nettinga wel. Oppervlakkig naar eigen zeggen. Daar denkt echtgenote Adriana anders over: ,,Hij kijkt alles. Tot en met de shows met Johan Derksen en consorten aan toe”, zegt ze. Samen met Adriana krijgt Nettinga drie dochters. Acht kleinkinderen heeft het echtpaar, inmiddels ook al drie achterkleinkinderen. Voetbalgekken zitten er niet tussen het kroost. Daardoor is de band met het spelletje wellicht verwaterd. ,,Maar nu we het er zo over hebben realiseer ik me dat die periode bij Zwaagwesteinde eigenlijk toch wel een hele bijzondere was”, sluit Nettinga af.
Oktober 1968: Lolke Nettinga verijdelt een doelpoging in de thuiswedstrijd tegen SC Assen.
Het legendarische Zwaagwesteinde elftal van de jaren ’60: boven van links naar rechts trainer Jan Slotemaker, leider Siebe de Bruin, Willem van der Bijl, Sije Heidstra , Jelle Veenstra, Jappie Visser, Jan de Hoop, Lolke Nettinga en Durk (Appie) Veenstra.
Onder van links naar rechts Bauke Heidstra, Enne Postma, Klaas Kooistra, Sikke Venema en Sake Heidstra
April 1971: Zwaagwesteinde-keeper Lolke Nettinga treedt kordaat op in de uitwedstrijd tegen Harkema-Opeinde. Hij blinkt die dag weer eens uit, maar zal later ongewild uitgroeien tot hoofdrolspeler van het duel, samen met arbiter Weerink. Een dieptepunt in een verder prachtige voetbalcarrière.