In juni 2007 wordt de voetbaltak van omnivereniging SCS opgeheven. De club uit Drachten heeft geen ledentekort, geen schulden en zit niet verlegen om vrijwilligers. Hoe kan het dat deze kleurrijke loot aan de Drachtster voetbalboom, zo onlosmakelijk verbonden met Huize Maartenswouden en haar geestelijk gehandicapte bewoners dan toch de deuren sluit? Dat is een lang verhaal, dat eigenlijk al begint voor de oprichting heeft plaatsgevonden.
Het is 1988 en Sytze Zwanenburg zit met zijn teammakkers van Drachten 4 in de kantine op sportpark De Peppel. Al jarenlang voetbalt het gezelschap met veel plezier voor vv Drachten, toch is er steeds vaker sprake van onvrede. Bij Drachten draait alles om het vlaggenschip, aldus de spelers van het vierde elftal. Initiatieven van lagere seniorenteams kunnen op weinig medewerking vanuit het bestuur rekenen. Voorzichtig heeft Zwanenburg bij zijn ploeggenoten al eens gepolst hoe zij denken over een overstap naar een andere vereniging. De reacties horende komt Zwanenburg tot de conclusie dat een dergelijke switch op weinig steun kan bogen. Het volkse ONB is er vooral voor de Dwarsvaart en omgeving, Drachtster Boys is te groot en bovendien is het onwaarschijnlijk dat daar op zondag gevoetbald gaat worden, voetballen buiten Drachten is – gezien de lange nazit van de manschappen – helemaal ondenkbaar. Blijft er nog één optie over: zelf een club oprichten, in Drachten.
Sytze Zwanenburg maakt van zijn hart geen moordkuil en vindt bij vv Drachten bij barmedewerkster Riet van Leusden en haar echtgenoot Cor een luisterend oor. Cor van Leusden heeft in zijn geboortestad Utrecht eerder een club opgericht, dankzij zijn know-how raakt het initiatief al vlot in een stroomversnelling. Zo kan het dat op 25 maart 1989 exact 22 geïnteresseerden in De Bonne, de kantine van sporthal De Drait, zijn samengekomen om de plannen te bespreken. De opkomst is niet groot, het enthousiasme is dat wel en daags later wordt bij de KNVB, afdeling Friesland kenbaar gemaakt dat Sportclub Smallingerland – kortweg SCS – zich als 244ste vereniging in wil schrijven bij de FVB. De inschrijving wordt toegejuicht, wel wordt vanaf de bondsburelen kenbaar gemaakt dat er conform de regels eerst minstens vijftig leden moeten zijn. Dat is bijna een verdubbeling van het aantal dat zich heeft aangemeld. Een uitdaging dus, maar na berichten in de media loopt het ledenaantal snel op. Wanneer na enkele weken 48 namen op papier staan komt de creatieve aard van de SCS-ers voor de eerste en zeker niet voor de laatste maal boven; Sytze Zwanenburg en Auke Brouwer schrijven hun niet direct om hun voetbalvaardigheden bekend staande moeders in als lid en de eerste horde is overwonnen.
Horde nummer 2 blijkt lastiger te nemen. Om te gaan voetballen zal er uiteraard ook een veld, inclusief verkleed- en douchegelegenheid gevonden moeten worden. Dat lijkt eerst niet zo’n heel groot probleem. Eerder – toen de oprichtingsplannen in een pril stadium waren – hebben de SCS-ers al eens met de gemeente overlegd. Toen werd gegarandeerd dat de voetballers alle medewerking zouden krijgen vanaf het gemeentehuis. Nu de plannen concreter zijn, staan de gemeenteambtenaren plotseling niet meer te trappelen om de nieuwe club de helpende hand te bieden. SCS moet zichzelf maar redden, dat is de boodschap. Zonder steun van de gemeente valt dat nog niet mee. Als de inschrijvingstermijn voor de nieuwe competitie met rasse schreden nadert, ziet het er even naar uit dat SCS een doodgeboren kindje is, maar op 1 mei – de dag van de arbeid – komt er een welkome tip.
Bij Huize Maartenswouden, de leefgemeenschap voor mensen met een verstandelijke handicap, ligt een braakliggend terrein dat net groot genoeg is om als voetbalveld te gebruiken. Een biljartlaken is het allerminst, maar voor SCS is het een laatste strohalm tot bestaansrecht. Er wordt contact opgenomen met de zorginstelling, tegen de verwachting in volgt er een zeer aangenaam gesprek. De partijen komen er snel uit en SCS kan los! Hoewel, er zal nog het een en ander gedaan moeten worden om het veld speelklaar te maken. Op sommige hoeken van de lap grond staat het riet tot op heuphoogte, zonder laarzen is het beoogde speelveld nauwelijks toegankelijk. Als de leden voor de competitie van start gaat op een zaterdag 600 meter drainagebuis aanbrengen wordt direct duidelijk wat de kracht van SCS is: saamhorigheid!
Het is de eerste maanden behelpen bij SCS. Kleed- en douche gelegenheid is er niet. Gelukkig biedt het nabijgelegen buitenzwembad uitkomst. In de pashokjes en de doucheruimte aldaar kan er omgekleed en gedoucht worden. Met een met beugelflessen gevulde koelkast bij de kleedhokjes is de derde helft op deze ongebruikelijke locatie zowaar ook nog een zeer gezellige. Vanaf het prille begin kan er bij SCS ook meteen getraind worden. Lichtmasten zijn er niet, de trainingsbeesten moeten het doen met enkele in de knotwilgen opgehangen bouwlampen die met verlengsnoeren van stroom worden voorzien. Althans, als het licht niet uit valt. Dat komt namelijk elke training wel eens voor en altijd heeft het dezelfde oorzaak: Hannes Post, een bewoner van Maartenwouden met kwajongensachtige streken, maakt er een vast ritueel van om alle stekkers uit de meterkast te trekken. Het is te begrijpen dat de vereniging dolgelukkig is dat na verloop van tijd twee lichtmasten kunnen worden overgenomen van de hockeyclub.
Dolgelukkig zijn de SCS-ers ook als voor een zacht prijsje een oud schoolgebouw op de kop wordt getikt in Appingedam. Het bouwwerk is niet groot, maar groot genoeg om voorlopig als kantine te fungeren. Wanneer na het afbreken in het Groningse het gebouwtje in Drachten weer wordt opgebouwd, krijgt de bouwploeg voor het eerst bezoek van de gemeente. Niks geen schouderklopjes voor de noeste werkers vanwege zoveel zelfredzaamheid. Integendeel! De vrijwilligers krijgen een vermanend vingertje. Er is namelijk geen bouwvergunning aangevraagd. Als die even later wordt ingediend, duurt het nog tot na de jaarwisseling voor het ambtelijke traject is afgerond.
Dat de sfeer bij de bouwers uitstekend is als het clubhuis in januari 1990 wordt voltooid, is logisch. Even eerder heeft SCS tijdens de Smallingerland Cup – het gemeentelijke zaalvoetbaltoernooi – voor een daverende verrassing gezorgd. In de bomvolle sporthal De Splitting gaat de nieuwe vereniging met de toernooiwinst aan de haal, amateurtoppers als Drachten en Drachtster Boys in vertwijfeling achterlatend. Wanneer Gert Posthumus in de finale vlak voor het laatste fluitsignaal zijn team naar een 1-0 zege schiet tegen ONB maakt ongeloof al snel plaats voor euforie bij de vele SCS-ers op de tribunes en in de kantine. Na afloop – bij het uitreiken van de cup – spreekt de toernooiorganisatie over de stunt van de eeuw.
De successen volgen zich snel op voor SCS, in de volksmond steevast aangeduid als ‘Maartenswouden’. In mei 1990 worden de zondagvoetballers – er wordt gestart met twee teams op zaterdag en twee op zondag – kampioen in Gersloot. Een paar weken hierna wint de vereniging de sportiviteitsbeker, die in de kantine van Drachtster Boys aan voorzitter Cor van Leusden wordt overhandigd. Het zal de enige keer zijn dat deze eer SCS ten deel valt. De club groeit enorm, niet in het laatst omdat er nog wel eens leden aan komen waaien die elders in Drachten met veel trammelant zijn vertrokken. Dat deze lieden bij hun nieuwe club niet direct hun leven beteren blijkt uit het feit dat er halverwege de jaren ‘90 nog wel eens een wedstrijd van SCS wordt gestaakt. Als na verloop van tijd de wilde haren bij de probleemgevallen zijn uitgevallen, verdwijnen die taferelen en valt er vanaf het SCS-front vooral veel positiefs te melden.
Over de plaats die de club inneemt in de maatschappij bijvoorbeeld. De bewoners van zorggroep Maartenswouden bepalen aldoor het beeld op het voetbalveld. Iemand als Harm Brouwer zet zich er volop voor in om deze mensen, trouwe supporters ook, een plekje binnen de vereniging te geven. Veelzeggend is het dat als Brouwer overlijdt er een toernooi, speciaal voor G-teams, naar hem wordt vernoemd. Voor het beregezellige Drachtster horecatoernooi is het sportparkje van SCS op de vrijdag na Hemelvaartsdag dan al jarenlang het toneel. Wat ook niet onbelangrijk is: al een jaar na de oprichting worden de eerste jeugdteams ingeschreven.
Sportclub Smallingerland dijt nog voor de eeuwwisseling uit tot 12 teams. Altijd wordt er gezocht naar mogelijkheden om nóg verder te groeien, bijvoorbeeld door te scouten op het plaatselijke asielzoekerscentrum. Bijzonder talentvolle voetballers komen de gelederen versterken. Tegelijkertijd zorgen de aanwinsten er ook voor dat er nogal eens gemêleerde teams namens SCS in het veld verschijnen. In 2003 wordt SCS min of meer een omnivereniging. Naast voetbal kon er al gevolleybald worden bij de club, vanaf 2003 is er ook ruimte voor inline-skating, zaalvoetbal en zelfs ijshockey. Dat jeugdvoetballertjes van SCS vanwege moeite om teams volledig te krijgen in 2005 worden ondergebracht bij ONB is een tegenvaller. Toch is het voor iedereen zichtbaar dat er pal naast kinderboerderij ‘De Naturij’ aan de weg wordt getimmerd. En dan, nog geen 2 jaar later verschijnt in de krant het bericht dat er na 18 jaar een einde komt aan het bestaan van SCS.
Het is al langer bekend dat het voetbalterrein aan de Overstesingel moet wijken voor nieuwbouw. Desondanks komt de mededeling in 2005 dat SCS zo snel mogelijk op zoek moet naar een nieuwe accommodatie als een donderslag bij heldere hemel. Voor het eerst sinds de oprichting wordt de weg naar het gemeentehuis bewandeld. Nu de club haar bestaansrecht heeft bewezen zal de overheid – in tegenstelling tot 16 jaar eerder – voor de club toch vast een plekje in of rondom het steeds groter wordende Drachten kunnen vinden? Enorm is de teleurstelling als de gemeente Smallingerland – die in de beginjaren steevast vergeet SCS te vermelden in de gemeentegids – opnieuw aangeeft dat de vereniging zelf maar naar een oplossing moet zoeken. In mei 2006 volgt een vrolijk bedoeld protest voor het gemeentehuis. Tientallen voetballers in SCS-shirt houden aan de Gauke Boelensstraat een omvangrijke clinic. Omringd door journalisten en fotografen verzekert de ijlings opgetrommelde wethouder Ketelaar dat ze alles op alles zal zetten om SCS aan een veld te helpen.
Oplossingen worden ook aangedragen, maar of die werkbaar zijn is twijfelachtig. SCS mag voor een jaar het wisselveld, gelegen bij de hockeyvelden aan de Sportlaan gebruiken. Voor een oplossing op de langere termijn wordt voorzitter Simon Klaster geadviseerd om met SCS onderdak te zoeken bij ONB, TFS of Boornbergum. Bij deze streekgenoten – waar zonder inmenging van andere verenigingen vaak al veldenkrapte is – zit uiteraard niemand op SCS te wachten. Wethouder Rozema verkondigt even hierna dat er een nieuwe accommodatie voor SCS zal worden in bestemd bij de ontwikkeling van een nieuwe wijk. Als blijkt dat die plannen pas in 2012 gestalte krijgen is ook dat een gevalletje ‘blij maken met een dode mus’. Murw gebeukt door jarenlange tegenwerking, vooral vanuit de gemeente, leggen de SCS-ers de pijp er bij neer. Zin in een nomadenbestaan heeft niemand. Nog hetzelfde jaar komt er ook een einde aan de afdeling ijshockey, de zaalvoetbaltak wordt in 2008 omgedoopt tot Futsal Dragten. De volleybalclub is anno 2024 nog intact, maar in voetballand is SCS inmiddels alweer 17 jaar voltooid verleden tijd.
Dat SCS ondanks de zeker niet eenvoudige omstandigheden zo lang heeft standgehouden is bewonderenswaardig. Het is de verdienste van een legioen trouwe clubmensen die altijd voor het geel en blauw in het spier wilden. Ook al beklijft bij deze vrijwilligers na het opheffen van de club het gevoel dat SCS moedwillig de nek om is gedraaid, ze hebben er wel voor gezorgd dat het noordelijke amateurvoetbal bijna twee decennia een kleurrijke deelnemer rijker was. Een gezelligheidsvereniging die in vele opzichten uniek was, dat was het, daar bij Huize Maartenswouden. Nog regelmatig wordt er langs voetbalvelden over gesproken over SCS. Dat altijd met een lach.
Het is in de begintijd behelpen bij SCS. Bij gebrek aan een clubhuis geschiedt het omkleden en douchen bij het nabijgelegen buitenzwembad. Als er aldaar bij de kleedhokjes een volle koelkast wordt heen geschoven, is het op die ongebruikelijke locatie zowaar ook nog gezellig ook. Later zal de ruimte omgebouwd worden tot een volwaardig kleedkamercomplex.
SCS is opgericht en Drachten zal dat weten. Op 19 augustus 1989 maakt de hoofdplaats van Smallingerland kennis met de nieuwe vereniging. In open vrachtwagens, beschikbaar gesteld door de firma Van der Wiel en Van der Meulen, worden de voetballers van SCS luid claxonnerend door het dorp gereden.
In mei 2006 is er een ludiek bedoeld protest voor het Smallingerlander gemeentehuis. De SCS-voetballers houden aldaar een clinic, uit onvrede over het uitblijven van medewerking van de gemeente aangaande de zoektocht naar een nieuw veld. Helaas werpt het protest zijn vruchten niet af.
Snackbar/Café ’t Hoekje is jarenlang een trouwe sponsor van SCS. Op deze foto van vlak na de eeuwwisseling poseert de eerste zondagselectie voor de horecagelegenheid.
Na de eeuwwisseling blijft SCS op zoek naar mogelijkheden om groter te worden, bijvoorbeeld door te scouten op het asielzoekerscentrum. Het scoutingswerk zorgt ervoor dat bijzonder talentvolle voetballers het blauw-gele tenue aantrekken. Tegelijkertijd verschijnen er door deze aanwinsten ook nog wel eens gemêleerde gezelschappen namens SCS in het veld.
Hoewel SCS al direct vanaf de oprichting een zaterdag- en een zondagtak heeft, is het zondagvoetbal bij de vereniging overheersend. De zaterdagtak is er vooral voor de recreatievoetballers, ook al acteert het eerste elftal wel meestal in de standaardklasse. Zo ook in de jaargang 1997/1998, waarin dit gezelschap in klasse 6F uitkomt. Ondanks de aanwezigheid van de ervaren goalie Abe Jaasma, die bij clubs als Houtigehage en Oerterp op een veel hoger niveau heeft gekeept, is er voor de manschappen weinig eer te behalen in de kelderklasse. Het seizoen begint met een 18-0 bekernederlaag tegen ONT en eindigt – 26 wedstrijden, 4 overwinningen en liefst 112 tegentreffers later – met een kansloos verlies tegen Jistrum.
De bewoners van Huize Maartenswouden bepalen al spoedig het beeld bij SCS. Harm Brouwer is één van de clubmensen die zich sterk maakt voor deze zeer gewaardeerde groep. Na het overlijden van Brouwer wordt er een toernooi voor G-teams naar hem vernoemd.
Clubhuis ‘Nooitgedacht’, het onderkomen van de SCS-ers. Het bouwwerkje is niet beeldschoon en niet groot, maar geldt in de gehele provincie als een van de gezelligste kantines.