Bescheidenheid siert de mens, maar voor wie wil slagen in het betaalde voetbal, is een grote mond geen overbodige luxe. Pier Alma had die grote mond niet en volgens oud-ploeggenoten is dat de reden waarom de Harekiet het niet verder heeft geschopt dan de Nederlandse subtop. Dat terwijl zijn voetbalkwaliteiten onberispelijk waren en hij buiten het veld een modelprof was. Na de veel te vroege dood van Alma in oktober 2000 verwoordde Johan Derksen het wellicht het meest treffend: was Pier Alma een halve eeuw later geboren, dan was hij al voor zijn twintigste miljonair geweest.
Pier Alma wordt geboren op 11 augustus 1939 in Harkema, dan nog Harkema-Opeinde geheten, een berucht dorp in de Friese Wouden waarvan de inwoners vanwege hun armoedige komaf dan elders nog wel eens met de nek worden aangekeken. Ook de overheid heeft niets met het als kansloos betitelde heidedorp. Er gaan zelfs geluiden op dat Harkema-Opeinde moet worden weggesaneerd. Er is bij dit plan alleen buiten het karakter van de eigenzinnige Harekieten gerekend. Die trekken zich van niets wat aan en knokken zich met vereende krachten een weg uit de ellende. Dat er allengs met meer respect over het dorp wordt gesproken, is niet in het laatst te danken aan de voetballerij. In sneltreinvaart spelen de twee plaatselijke voetbalclubs zich van kampioenschap naar kampioenschap, overal in het noorden bewondering oogstend. Op de Harkemaster trapveldjes en pleintjes wemelt het van het voetbaltalent. Tussen al die talenten is er één knaapje dat bij uitstek opvalt: Pier Alma.
Pier heet eigenlijk Albert. Omdat er in de familie Alma meerdere mannen zijn met de naam Albert, wordt hij door heit Lammert meteen na de geboorte Pier genoemd. Het is voor Lammert Alma hard werken om thuis alle monden te voeden. Samen met echtgenote Trui heeft hij acht kinderen. Hele weken is Lammert voor zijn werk als kabelleger op pad, honger is er daardoor in huize Alma nooit. Zowaar is er aan het einde van de maand genoeg over om de kinderen te laten sporten. Pier Alma wordt lid gemaakt van de korfbalclub. Een opmerkelijke keuze, vinden de dorpsbewoners. Iedereen weet dat Pier Alma thuishoort op een voetbalveld. Dag in dag uit ziet men hem over straat lopen, het balletje hooghoudend op de voet.
De gang naar de korfbalclub wordt dan ook niet lang gemaakt. Als Pier Alma tien jaar oud is, heeft hij eindelijk de leeftijd om zich bij een voetbalclub aan te sluiten. De familie Alma is van openbare komaf, dus valt de keuze op zondagclub Harkema-Opeinde. Daar doorloopt Pier Alma de jeugdteams, tot hij in november 1954, twee maanden na zijn 15de verjaardag, debuteert voor het eerste elftal in de uitwedstrijd tegen Drachten. Dat debuut gaat op de achtergrond gepaard met de nodige trammelant. Leden van de jeugdcommissie vrezen dat het breekbare talent tussen de senioren ten onder zal gaan aan fysiek geweld. Die vrees blijkt ongegrond: Harkema-Opeinde wint de altijd beladen derby met 1-4, Pier Alma scoort drie keer. In Fryslân doet het verhaal over de krachttoer van de jeugdige balvirtuoos snel de ronde. Bij de volgende wedstrijd van Harkema-Opeinde, twee weken later tegen Roden, staat er al een delegatie van profclub Leeuwarden langs de lijn. Die delegatie krijgt waarvoor het gekomen is. Pier Alma draait de Drentse defensie bij vlagen horendol, bereidt twee doelpunten voor en neemt zelf het vijfde voor zijn rekening. Leeuwarden heeft genoeg gezien.
In 1955 verkast Pier Alma naar Leeuwarden. Daar start hij in het tweede elftal, hoofdtrainer Piet Dubbelman wil het jonge voetbalwonder niet te snel brengen. Van dat voornemen van de oefenmeester komt weinig terecht, Alma is simpelweg té goed. In februari 1957, zeventien jaar oud, beleeft Pier Alma voor tienduizend toeschouwers zijn vuurdoop tegen Be Quick Groningen. Een week later is hij ook voor het eerst trefzeker in het betaalde voetbal wanneer hij de roodwitten tegen Oldenzaal op voorsprong zet. Of het aan de aanwezigheid van Pier Alma ligt, zal nooit bekend worden, maar nog geen drie maanden na zijn debuut gaat in Leeuwarden de kampioensvlag in top als er in Groningen met 1-6 wordt gewonnen van Velocitas.
Het gaat Pier Alma in de Friese hoofdstad voor de wind. In tegenstelling tot veel dorpsgenoten voelt hij zich tussen de niet-Harekieten als een vis in het water. Dat zijn zeven jaar oudere ploeggenoot Hampie Bakker zich in Leeuwarden over hem ontfermt, is een welkom steuntje in de rug. Overdag werkt Alma op de boterfabriek van Benninga, na de dienst eet hij bij de familie Bakker, als in de avonduren de training erop zit keert hij met de bus terug naar het ouderlijk huis. Dat ouderlijk huis zal hij aan het begin van de zestiger jaren, kort nadat hij is getrouwd met dorpsgenote Tjitske Pultrum verruilen voor een woning elders in Harkema.
Pier Alma is in het noorden dan inmiddels uitgegroeid tot een fenomeen. Zijn landelijke doorbraak zal tot 1961 op zich laten wachten. Leeuwarden beleeft dan na topklasseringen in de twee voorgaande jaargangen een teleurstellend seizoen, maar weet zich in het bekertoernooi wel steeds een ronde verder te spelen. Na een zege op Elinkwijk verwerft de eerstedivisionist zich een plek in de halve finale, waarin in de Alkmaarderhout Ajax wacht. Dat zal een gemakkelijke overwinning worden voor de Ajacieden, zo wordt verwacht, maar niets is minder waar. Tot een kwartier voor tijd houden de Leeuwarders de grootmacht op 4-4, waarna drie doelpunten in de slotfase het duel alsnog in Amsterdams voordeel doen beslissen. Na afloop wordt er in de kranten nauwelijks gesproken over de zege van Ajax. Het gaat vooral over de prestaties van het Leeuwarder gezelschap en dan met name over het weergaloze spel van Pier Alma.
Vanaf dan wordt in Leeuwarden door hoger spelende clubs steeds vaker geïnformeerd naar Pier Alma. Die staat aanvankelijk niet te trappelen om te verkassen, maar als hij ziet dat de stap naar het hoogste niveau in Leeuwarden niet kan worden gemaakt, zwicht hij in 1962 voor de lokroep van eredivisionist GVAV, de voorloper van FC Groningen. Nog steeds mooi dicht bij huis, al zal dat huis door die overgang in Groningen komen te staan. Het GVAV-bestuur stelt het haar spelers namelijk verplicht om in de stad te wonen. Dat is voor Pier en Tjitske Alma best een dingetje. De flatjes die ze in de Martinistad krijgen aangeboden kunnen bij lange na niet tippen aan de woning die het echtpaar in Harkema heeft. Pas bij poging drie gaan de Alma’s overstag. Het is in de nieuwe omgeving even wennen, maar uiteindelijk zijn ze in stadsdeel De Wijert al snel thuis in hun flatje op drie hoog.
Pier Alma past er bij GVAV mooi tussen. Teamgenoot Piet Fransen vindt hem wat een stille jongen. Bijzonder aardig, dat zeker, maar praten doet Pier Alma vooral met provinciegenoot Henk Zoetendal, uiteraard in het Fries. Het enige dat verder opvalt aan de Harkemaster is dat hij na iedere uitwedstrijd in de spelersbus met een oor voor een transistorradiootje hangt als de voetbaluitslagen voorbij komen, aandachtig luisterend naar hoe zijn vroegere makkers van Harkema-Opeinde het er vanaf hebben gebracht. Andersom volgen de Harkemasters de prestaties van hun Pierke met zo mogelijk nog grotere interesse. Al in Pierke’s tijd bij Leeuwarden zitten er op de tribunes tientallen Harekieten, vol trots en bewondering kijkend naar de prestaties van hun sympathieke dorpsgenoot. In Groningen zal dat niet anders zijn. Zo nu en dan rijdt er zelfs een volle supportersbus vanuit Harkema, met voorin de bus uiteraard Pier Alma’s broers Henk en Siebe, zijn grootste fans. Ook als er geen bus rijdt, zijn de twee broers er elke thuiswedstrijd bij. Het is een bekend tafereel voor het Oosterpark: zo’n uur voor de aftrap arriveren Henk en Siebe op hun brommers bij het stadion, waar ze enkele meters naast de hoofdingang van oudere broer Pier twee toegangsbewijzen voor de wedstrijd door de hekken krijgen aangereikt.
Het Oosterpark groeit in de jaren dat Pier Alma er actief is uit tot een gevreesd bolwerk. Winnen in Groningen, dat is voor de meeste Nederlandse clubs niet weggelegd, ook niet voor Ajax, PSV of Feyenoord. Zeker de overwinning op Ajax, behaald op 15 november 1964, zal in later jaren nog vaak aangehaald worden. GVAV wint die dag met 3-1, gescoord wordt er door Pier Alma, Piet Fransen en Gerrit van Tilburg. Tegen die grote namen steekt de naam van de Amsterdamse doelpuntenmaker, een 17-jarig debutantje genaamd Johan Cruijff enigszins schril af. Het is ook datzelfde jaar dat er vanuit Amsterdam interesse is voor Pier Alma. Niet van Ajax, maar van DWS, dat net voor een enorme stunt heeft gezorgd door als promovendus het landskampioenschap op te eisen. Over die interesse – een droomtransfer voor velen – hoeft Pier Alma niet lang na te denken. Amsterdam? Veel te ver. Hoe moet hij vanuit daar wekelijks naar Harkema om zijn ouders te bezoeken?
Van een overgang naar de randstad komt het dus niet. Een jaar later zit Alma’s tijd in Groningen erop. Niet omdat hij de langverwachte stap naar een topploeg maakt, integendeel. Pier Alma gaat terug naar Leeuwarden, waar dan net de pas opgerichte stichting Cambuur de betaald voetballicentie van Leeuwarden heeft overgenomen. Alma is het er niet mee eens dat bij GVAV nieuwe aanwinsten meer betaald krijgen en laat dit het bestuur weten. Dat dient de Wâldman op al te nonchalante wijze van repliek, waarna er tijdens de contractbespreking voor het nieuwe seizoen een patstelling ontstaat. Cambuur-manager Sietse Westra, in voetballand van ieder gerucht op de hoogte, komt al snel op de lijn. Als Westra met Anne Vondeling in het kielzog Alma verzekert dat hij zijn baan op het belastingkantoor voort kan zetten in Leeuwarden, is de terugkeer op het oude nest een feit. Het sterk verbeterde aanbod dat GVAV Alma kort hierna doet, komt te laat.
Terug in het Cambuur-stadion, rolt het “Pierke, Pierke, Pierke” direct weer van de Leeuwarder tribunes. Eigenlijk voetbalt Pier Alma in de eerste divisie ver onder zijn kunnen, maar die baan op het belastingkantoor is hem heilig. Hij zal het zijn zoons Bert (1965) en Frans (1969) later altijd inpeperen: die voetballerij, het is heel aardig, maar tevens eindig. Een maatschappelijke carrière, daar schop je het veel verder mee. Tijdens zijn tweede verblijf in Leeuwarden krijgt Pier Alma van hoofdtrainer Jan Bens de aanvoerdersband. Een leiderstype is Alma allerminst, toch is het te begrijpen dat hij door Bens wordt uitverkozen tot banddrager: Alma rookt niet, drinkt niet, ligt prima in de groep en haalt altijd een 7 als waarderingscijfer. Warempel weet de bescheiden Harkemaster zich bewonderenswaardig uit netelige situaties te redden, als die zich eens voordoen.
Bijvoorbeeld op 30 maart 1970, als Cambuur thuis speelt tegen Willem II. Het is voor Cambuur de laatste kans om nog wat van het seizoen te maken, de druk staat er flink op. Zelfs nadat Boudy van der Heide de 3-0 scoort, blijft Jan Bens zijn manschappen aanvuren. Met nog een kwartier op de klok is Johan Derksen dat geschreeuw van zijn trainer zat en maakt dat in niet mis te verstane bewoordingen duidelijk. Wonderbaarlijk genoeg vindt de uitspatting van Derksen gehoor, tot het laatste fluitsignaal blijft het langs de zijlijn stil. Cambuur wint met 3-1, na afloop wacht trainer Jan Bens zijn manschappen bij de kleedkamerdeur op. Iedereen krijgt een ferme handdruk, behalve Derksen, die door de oud-bokser Bens met een fikse uppercut wordt gevloerd. Enfant terrible Derksen laat dit niet over zijn kant gaan en probeert onmiddellijk revanche te nemen. Wat volgt is een schermutseling van jewelste, tevens opgemerkt door de Willem II-spelers die een eindje verderop de verliespartij aan het verwerken zijn. ,,Ja jongens, zo gaat dat hier als we een wedstrijd winnen. Jullie willen niet weten wat de trainer met ons doet zodra we een keer verliezen”, zegt Pier Alma alvorens hij de deur voor de ogen van de verbouwereerd toekijkende Tilburgers dicht slaat.
Met Cambuur zal Pier Alma nooit de eredivisie halen. Zes seizoenen verblijft hij nog in Leeuwarden, waar hij in 1971 – gedwongen door aanhoudend blessureleed – een punt zet achter zijn loopbaan in het betaalde voetbal. Alma blijft voor de club actief: hij treedt toe tot het hoofdbestuur en bepaalt enige tijd de opstelling van het vlaggenschip als trainer Arie Otten wordt ontslagen. Rond diezelfde tijd trekt Alma zelf de kicksen weer aan. Hij wordt lid van FVC – een dorpsclub in de stad – dat voetbalt op sportpark Nijlân, op een steenworp afstand van de Bordineweg waar Pier en Tjitske Alma wonen. Vier jaar lang zal Pier Alma de voor hem zo vertrouwd geraakte groengele kleuren dragen. In 1976 neemt hij op stijlvolle wijze afscheid. FVC speelt in een snikheet Gorredijk een beslissingswedstrijd tegen Emmeloord en wint met 4-1. Op de schouders van dolenthousiaste supporters wordt Alma van het veld gedragen.
Voor FVC zal deze zege de voorbode zijn van een bijzonder succesvol tijdperk. Als hoofdtrainer Peter van Gelderen in 1982 wordt gevraagd hoe het kan dat de wind er zo goed onder zit bij FVC, wijst hij de vinger naar één persoon: Pier Alma, die dan al een aantal jaren de jeugdteams traint. Ze lopen met hun trainer weg, de jeugdvoetballertjes van FVC. Uiteraard hebben ze van hun vaders gehoord hoe goed Alma was in zijn hoogtijdagen. Zelf zien ze dat natuurlijk ook op de training. Vijf keer achterelkaar de bal op de lat trappen? Voor Pier Alma kost het geen enkele moeite. Alma heeft zijn eigen werkwijze. Aan schreeuwen op of langs het veld heeft hij een bloedhekel. Hij legt de nadruk liever op wat goed gaat. De mindere goden in de ploeg zijn voor hem net zo belangrijk als de sterspelers. Pas als iedereen in zijn element is kun je tot prestaties komen. Niet geheel toevallig rijgt de jeugdafdeling van FVC in dit tijdspanne de kampioenschappen aaneen.
Als de jaren tachtig zijn einde naderen, gaat Pier Alma het in de voetballerij rustiger aan doen. Hij scout voor Cambuur, maar is bovenal betrokken bij de carrière van de beide zoons. Bert en Frans worden al op jonge leeftijd wegwijs met de bal. Iedere dag komt Pier Alma er tussen de middag vanaf het belastingkantoor voor thuis, even in de achtertuin het tennisballetje hooghouden met zijn beide jongens. Bert en Frans Alma krijgen zo een uitstekende basis mee en zullen in 1985 debuteren voor Cambuur. Bert houdt het daar vol tot 1987, alvorens hij een treetje lager bij clubs als Broekster Boys en Drachtster Boys op het hoogste amateurniveau zal spelen. Frans zal tot 1992 prof blijven. Blessures op ongelukkige momenten zullen zijn carrière meer dan eens hinderen. Van een langverwachte doorbraak van de jongste Alma – die net als Pier alle internationale jeugdteams doorloopt en zelfs op Wembley scoort – komt het daardoor niet.
Zowel bij de profs als bij de amateurs zal Pier Alma zijn jongens op de voet volgen. Hij staat altijd verdekt opgesteld, toch weten met name oud-voetballers hem langs de velden vaak te vinden. Frans Alma maakt het mee in zijn tijd als jeugdinternational. Of het nu om Rinus Michels gaat of om Wim Jansen, allemaal schieten ze Pier Alma aan om een praatje te maken over de voetballerij. Zelf stapt de Harkemaster nooit op iemand af. Hij heeft een duidelijke visie op het spelletje, maar verkondigt zijn mening nimmer ongevraagd. De enige keer dat Pier Alma publiekelijk terug zal blikken op zijn loopbaan, is in oktober 1999 als hij door Johann Mast wordt geïnterviewd voor de Leeuwarder Courant. Pier Alma zegt dan dat hij op het veld een “handich mantsje” was. Een grotere mond had hem vast een respectabel aantal interlands opgeleverd, maar treurnis over het gemiste avontuur in het Nederlands elftal is er niet. Hij heeft een prachtige carrière gehad.
In het verhaal van Mast is het slechts kort genoemd, maar het staat er wel degelijk: Pier Alma kampt vlak voor het millennium met gezondheidsklachten. Die klachten blijken een stuk serieuzer dan aanvankelijk gedacht. Een vorm van leukemie zorgt ervoor dat er al spoedig weinig meer voor hem te doen is. Klagen over zijn situatie doet Alma niet. Hij wil zijn gezin – zijn alles – niet lastig vallen. Pas op het laatste moment zal hij hen om een gunst vragen. Eerder heeft hij aangegeven in Leeuwarden begraven te willen worden. Op zijn sterfbed geeft hij aan toch terug te willen naar zijn Harkema. Op 6 oktober 2000, slechts 61 jaar oud, blaast Pier Alma zijn levensadem uit. Enkele dagen later komt in sporthal De Fûgelkamp te Harkema een klein duizendtal mensen bijeen om een van de beste Friese voetballers ooit een laatste eer bewijzen.
We zijn alweer 24 jaar verder en Tjitske, Bert en Frans Alma zijn nog steeds nauw betrokken bij de voetballerij. Bert traint momenteel het eerste elftal van het Marsumer SSS’68, waarmee hij recentelijk kampioen werd van de vijfde klasse, Frans Alma is trainer van FVC onder-19, waar zoon Mads in speelt, Tjitske Alma leest nog trouw de VI en zit dagelijks voor ESPN, de voetbalzender. De stadions waar ze vroeger met haar echtgenoot kwam, ziet ze nu op televisie. Nog met grote regelmaat wordt het gezin van Pier Alma door anderen aan hem herinnerd. Zeer recentelijk nog, als oud-ploegmaat Henny Weering er in de Leeuwarder Courant voor pleit het nieuwe Cambuur-stadion te vernoemen naar het overleden clubicoon. Vanwege financiële belangen gaat die eer naar ondernemer Pieter Kooi. Genoeg andere mogelijkheden om clubhelden te eren. Een tribune, een plein of een straat, vernoemd naar Pier Alma, het zou een niet meer dan logisch eerbetoon zijn aan de man die zich bijna 25 jaar grotendeels vrijwillig inzette voor het geel en blauw van Cambuur en alom wordt gezien als een van de beste spelers van zijn tijd.
Dit artikel is tot stand gekomen met medewerking van Tjitske Pultrum-Alma, Bert Alma en Frans Alma. Fotomateriaal is afkomstig uit het archief van de familie Alma.
In 1960 speelt Pier Alma met Jong Oranje een interland in en tegen Schotland. Op deze foto, genomen op Schiphol, staat het Nederlandse gezelschap klaar voor vertrek. Staand, van links naar rechts: Piet Lagarde, Pier Alma, Sjaak Swart, Hans Kraay senior, Co Prins, Elek Schwarz (bondscoach), Gerrit Borghuis, Henk Groot, Guus Haak en Jan Jongbloed. Gehurkt, van links naar rechts: Harrie Heinen, Guus Jansen, Bennie Muller, Piet de Groot en Jan Renders.
Voor landskampioen PSV is er op 1 maart 1964 niets te halen in het Oosterpark. Op deze foto kijkt 53-voudig international Roel Wiersma toe hoe zijn ploegmakker Peter Kemper het af moet leggen tegen de GVAV-ers Hennie Weering (links) en Pier Alma (rechts). GVAV wint die dag voor 17.500 toeschouwers met 3-1. Nadat Pier Alma eerst voor de gelijkmaker zorgt, levert hij in de tweede helft de assist waaruit Weering de 2-1 scoort.
Sneeuw is op 12 januari 1964 geen reden om de wedstrijd Feijenoord-GVAV af te gelasten. Hier het GVAV-elftal van die dag, gefotografeerd vlak voor de aftrap in De Kuip. Staand, van links naar rechts: Klaas Buist, Tonny van Leeuwen, Henk Zoetendal, Martin Koeman, Piet Fransen, Ferry Petterson en Bram van der Hoeven. Gehurkt, van links naar rechts: Hennie Weering, Pier Alma, Klaas Nuninga en Dick Bosschieter senior.
Pier Alma in de tweede helft van de zestiger jaren aan de bal in stadion De Vliert van FC Den Bosch.
Cambuur in het seizoen 1970/1971, met op de foto rechts naast Pier Alma Johan Derksen, die rond dit tijdspanne een aantal maanden bij Pier en Tjitske Alma inwoont om vaste grond onder de voeten te krijgen. Op de foto, staand van links naar rechts: Rieks Spiegelaar, Bertus Smidt, Rienk Onsman, Gerard Lippold, Johan Vlietstra, Pier Alma, Johan Derksen, Hennie Weering, Hans Ooft en Arie Otten (hoofdtrainer). Gehurkt, van links naar rechts: Arie Mud, Henk de Groot, Lars Näsman, Willem Spindelaar, Gerrie de Jonge, Mollo Eijer en Boudy van der Heide
Op 23 mei 1971 speelt Pier Alma zijn afscheidswedstrijd voor Cambuur tegen VfB Oldenburg. Op de foto krijgt de Harkemaster presentjes aangeboden van de heren Douna en Tilma van de vriendenclub Cambuur.
In 1976 wordt Pier Alma met zijn ploegmakkers van FVC kampioen van de derde klasse. Op de foto, staand van links naar rechts: Anne Wijbenga (grensrechter), André Huiskamp, Geale Veltman, Joop Weijkamp (elftalleider), Frans Peters, Fedde Meijer, Jan Efdé, Arnold van der Kooi, Jozef Wieringa, Klaas Postma, Dirk Verbruggen, Wietze Zwerver en Jos de Jong. Gehurkt, van links naar rechts: Jitze de Groot (trainer), Corrie Meijer, Renze Mulder, Pier Alma, Jacob van der Wal, Sjoerd Wijbenga en Johnnie Algra.
Op 9 mei 1976 speelt Pier Alma in Gorredijk zijn laatste officiële wedstrijd. FVC wordt die dag kampioen dankzij een 4-1 zege op SC Emmeloord. Na afloop wordt Alma op de schouders van dolblije FVC-supporters van het veld gedragen.
Na zijn profcarrière is Pier Alma na enige tijd te bewonderen in het door NCRV op poten gezette minivoetbal. Op veteranenleeftijd blijkt Alma in Ahoy bij deze razend populaire variant van het voetbal nog uitstekend uit de voeten te kunnen. Hier op de foto met Atte Bouma, een ander Fries fenomeen, maar dan op trainersvlak.