Uniek in Nederland: tussen 1982 en 2017 wordt in de gemeente Tytsjerksteradiel 34 jaar lang een zaalvoetbalkampioenschap afgewerkt met 12 exact dezelfde deelnemers. Niks geen afzeggers, niks geen inmenging van zaalvoetbalclubs om het speelveld compleet te krijgen, elk jaar opnieuw geven in alfabetische volgorde BCV, vv Bergum, Eastermar, Hardegarijp, Jistrum, Noordbergum, Rijperkerk, Suameer, Suawoude, vv Trynwâlden, Trynwâldster Boys en V en V’68 acte de présence. En dat altijd op dezelfde speellocatie: sporthal De Westermar te Burgum.
Het toernooi voorziet in de veldvoetballoze weken in een behoefte. Jaar in, jaar uit staat de Tytsjerksteradiel Cup bij voetballiefhebbers uit de regio al ver van tevoren op de agenda. Tot 2017. In oktober van dat jaar brandt de door velen geliefde Westermar volledig af. Een alternatieve speellocatie is niet te vinden. Als in 2020 en daarna het Coronavirus roet in het eten gooit verlengt dat het cuploze tijdperk met nog drie jaar. Over anderhalve week is het weer zover! Na zes jaar afwezigheid gaat editie nummer 39 van start!
Het begint allemaal in 1979. In navolging op het razend populaire door de NCRV uitgezonden minivoetbal, besluit beheerder Syb Stelpstra van de net opgeleverde sporthal De Westermar een zaalvoetbaltoernooi te organiseren in de nieuwe hal. In beginsel een toernooi zonder gemeentelijk karakter. Zo doet naast een Noordelijk Minivoetbal Team ook een ploegje met oud Cambuur-spelers mee. Toeschouwers zijn er nauwelijks. Het toernooi is er vooral voor de voetballers om zo een beetje bezig te blijven in de wintermaanden. Pas als alle gemeentelijke teams worden uitgenodigd en de toevoeging van Krijn Plantinga en Thomas Heegstra aan de organisatie voor wat een officiëler karakter zorgen, stijgt de publieke interesse, al is er voor de voetbalfans van buiten Burgum aanvankelijk weinig te vieren. De hoogste gaat die eerste jaren altijd naar BCV of Bergum. Zeker laatstgenoemde vereniging – dan nog gesponsord door de Rheem-fabriek – is met spelers Romke Popma, Sieds Bosma en Hedzer Jongboom bijna niet te verslaan.
Aan de hand van de getructe Peter Ger Bos is Hardegarijp in 1984 de eerste vereniging die de Burgumer hegemonie doorbreekt. In de finale is het door Johannes ‘Krul’ Kuipers gecoachte team te sterk voor Noordbergum. Dat het toernooi niet langer een feestje is van de gastverenigingen, doet het bezoekersaantal goed. In steeds grotere getale komen de toeschouwers door de deuren van De Westermar. Tijdens voorronden is het soms dringen voor een plaatsje op de tribune, op finaleavonden moeten er banken bijgezet worden. Dikwijls zoveel, dat wisselspelers tussen het publiek in komen te zitten. Het zorgt voor een prachtige interactie tussen spelers en supporters. De fel meelevende aanhangers van de teams, dikwijls met een vaste plaats in de hal, geven avonden nog meer kleur.
Het beste voorbeeld hiervan is Noordbergum. Een doelpunt van de “Burgerheidsjers” is op het tientallen meters verderop gelegen parkeerterrein hoorbaar. Is het niet vanwege de Skerjontsjes die na weer een doelpunt van Kees de Vries of Anne Bergsma op de houten tribunes op en neer kletteren dan is het wel vanwege de dozen vol met gastoetsers die de hal mee in worden genomen. Keeper David Kloosterman groeit uit tot een icoon van de Tytsjerksteradiel Cup. Klein van stuk en verbaal aldoor aanwezig, werpt de Noardburgumer goalie zich op elke bal alsof zijn leven er vanaf hangt. Mede dankzij de heldendaden van Kloosterman wint Noordbergum – op het veld slechts een bescheiden FVB club – de hoofdprijs in 1990 en 1992.
Met spelers als Tjeerd Venema en Douwe-Peter Rijpstra doet ook Rijperkerk in dit tijdspanne aardig van zich spreken. Zowel in 1987 als in 1991 winnen “De Protters” de beker, hiermee nog meer afbreuk doende aan het Burgumer overwicht dat er in de beginjaren was. Over superioriteit gesproken, vanaf 1992 volgt er een periode van 8 jaar waarbij Hardegarijp nagenoeg altijd in de finale staat. Forensendorp Hurdegaryp is op het toernooi wat een vreemde eend in de bijt. Het wâldkarakter heerst er minder dan in de andere dorpen van de gemeente. Op de tribunes is er soms nog wel eens sprake van antipathie tegen de wat als stads te boek staande Hurdegaripers, wat er in later jaren bijna – maar gelukkig niet helemaal – tot zal leiden dat Hardegarijp zich terugtrekt. In de negentiger jaren is daar nog geen sprake van. Gerard Jager is een publieksspeler pur sang, Fokke Kempenaar groeit met zijn onnavolgbare schaarbeweging uit tot een van de vele cultvoetballers van de Tytsjerksteradiel Cup.
Als Hardegarijp rond het millennium wegzakt als titelgegadigde, zijn het de Trynwâldster verenigingen die sterk op komen zetten. Trynwâldster Boys heeft dan uiteraard de gebroeders Rijpma, Jan in het doel en Tjeerd in de gelederen. Wellicht nog meer dan de Rijpma’s beklijft de naam Geert-Wiebe de Vries, vermoedelijk de man die de meeste Tytsjerksteradiel Cups meespeelde. De Vries is er al bij in 1989 en doet ook als veertiger, ver na de eeuwwisseling nog mee. Met zijn korte bewegingen zet hij menig verdediger op het verkeerde been. Mede door de vele doelpunten van de sympathieke inwoner van Âldtsjerk winnen de boys het toernooi onder andere in 1996, 1998 en 2001.
Die winst van 2001 heeft overigens voor velen – de organisatie voorop – een rafelrandje. Het is dat jaar Bergum dat op weg lijkt naar de eerste cupwinst sinds een handvol jaren. In de voorronde swingen de zwart-witten zich langs tegenstanders alsof ze er niet staan. De ene na de andere monsterzege krijgt gestalte. Voor de finale tegen Trynwâldster Boys is het daardoor niet de vraag of, maar met hoeveel Bergum zal gaan winnen. Een kleine tegenvaller voor de favoriet is de rappe achterstand, maar met nog een twintigtal minuten is die eenvoudig weg te poetsen. Als dat lastiger gaat dan verwacht, slaat de frustratie toe. Na de eerste veldverwijzing volgt al snel een tweede. Wanneer daarna ook een derde speler buiten de lijnen wordt gestuurd en supporters zich er mee dreigen te bemoeien vertrekt het Burgumer gezelschap richting de kleedkamers. De organisatie kan niets anders dan de cup toekennen aan Trynwâldster Boys.
Een zeldzaam dieptepunt. Over het geheel zijn er namelijk vooral mooie herinneringen. Bijvoorbeeld aan die prima ploeg van vv Trynwâlden die rond 2005 opstaat. In de begintijd van het toernooi is het met de roodzwarten steeds weer een gevalletje ‘net niet’. Bevreesd zijn tegenstanders in die jaren vooral voor het snoeiharde schot van Herman Inia, die op een avond zelfs een plank uit de muur schiet. Maar met de mannen van Noordenbos, Van Foeken, Seinstra en uiteraard Tjerk Wijbenga groeit Trynwâlden uit tot een grootmacht. Vooraf vaak zelfs titelkandidaat nummer 1.
Dat verandert weer als rond 2010 de Burgumer clubs, met een aardig contigent aan Herauten-spelers het heft in handen nemen. In vijf jaar tijd mondt de eindstrijd viermaal uit tot een onderonsje tussen Bergum en BCV, waarbij de prijzen eerlijk verdeeld worden. Het wit en zwart van de gebroeders Klaas en Bertus de Boer onderstreept hiermee andermaal haar status als succesvolste deelnemer in de inmiddels 38-jarige historie van de Cup. BCV groeit mede dankzij de vele treffers van Jelte van der Wal, tweevoudig winnaar van de Binne Kramer-bokaal, uit tot een goede tweede.
Hoewel de prijzen altijd naar de grotere clubs gaan, manifesteert met name Jistrum zich in deze periode tot de grote publiekslieveling. Niet zozeer vanwege het verfijnde zaalvoetbal dat wordt geëtaleerd, eerder vanwege het tekort daaraan. Er zijn avonden bij waarop “De Snieskeppers” geen enkel doelpunt produceren en in de 5 wedstrijden soms tegen een kleine 40 tegentreffers aanlopen. Dit heeft tot gevolg dat iedere – vaak met horten en stoten tot stand gekomen – Jistrumer aanvalspoging luidkeels wordt toegejuicht door het publiek op de tribune, vaak zelfs ook door supporters van de tegenpartij. Aanmoedigingen uit meelij voor de groenwitten zijn er vlak voor het millennium overigens zeker niet. Met de robuuste Yge Venema als boegbeeld haalt Jistrum dan meerdere malen de eindronde. Vanuit alle hoeken en standen neemt Venema het vijandelijke doel onder vuur, regelmatig met succes.
Kleintjes zoals Jistrum zijn er meer. Suawoude en Suameer zijn deelnemers die zich vaker niet dan wel voor de finaleronde kwalificeren, al winnen de junioren van deze clubs wel de penaltybokaal die tussen 1987 en 1995 in de pauze tussen de voetbalwedstrijden plaatsvindt. Eastermar en V en V’68 hangen hier min of meer een beetje tussenin. Eastermar haalt tussen 1983 en 1988 tot driemaal toe de eindronde, maar loopt daarna 15 jaar op rij al in de voorronde op de klippen. V en V’68 is wat dat betreft succesvoller. Met Wierd Hoekstra als topscorer van het toernooi zijn de Garipers in de jaren ’80 en ’90 zelfs vaak vaste prik op de slotavond, met in 1988 een zeer verdienstelijke derde plaats als resultaat.
Terug naar de chronologische draad: na driemaal een winnaar uit de hoofdplaats van de gemeente, komt het in 2014 best als een verrassing dat Rijperkerk – met de uitblinkende doelman Redmer Jorna en rasvoetballer Johannes Meijer in de hoofdrol – na 23 jaar weer de cup mee naar huis neemt. Minstens zo verrassend is het ook dat twee jaar later Hardegarijp na jarenlang geen rol van betekenis te hebben gespeeld Bergum in de finale met 2-1 verslaat.
Niemand weet vlak na de rake knal waarmee Leo Spindelaar zijn team in die finale de zege bezorgt dat dit jarenlang het laatste schot zal zijn dat op de Tytsjerksteradiel Cup wordt gelost. Op 4 oktober 2017 – twee maanden voor de volgende editie – brandt De Westermar volledig af. Een treurig einde van een prachtig tijdperk. De hal deed dienst bij nieuwjaarsvieringen, sportwedstrijden, toernooien en vele andere evenementen en zorgde zo bij duizenden voor onuitwisbare, gekoesterde herinneringen. Dat geldt ook zeker voor de als donkerbruin café aandoende kantine. Menig supporter verdween nadat zijn favorieten de eerste groepswedstrijd hadden afgewerkt richting boven om vervolgens niet weer naar de tribune terug te keren.
Het zal dus even wennen zijn in die nieuwe hal. Om meerdere redenen. Voor het eerst sinds 1982 ziet het deelnemersveld er anders uit. In Burgum en in de Trynwâlden is het prestatieve zondagvoetbal verleden tijd. Geen twaalf clubs meer op de cup dus, maar tien. Daarnaast wordt er dit jaar voor het eerst gevoetbald door de dames. Ook op de tribunes, waar voorheen iedereen min of meer een vaste plek had, zal het anders zijn. De tijd ging door. Gerrit Koopmans, Johannes Spoelstra, Sierd Paulusma, Roelof Abbring, Geert-Onno de Bruin en nog zeker een tiental andere vertrouwde gezichten op de tribune maken editie nummer 39 niet meer mee. Treurig, maar het hoort er helaas bij.
Zij die er wel bij zijn over anderhalve week zullen blij zijn dat de Tytsjerksteradiel Cup weer gespeeld gaat worden. Dat is op voorhand een compliment waard aan de organisatie. Het zal geen gemakkelijke klus geweest zijn om het toernooi opnieuw van de grond te krijgen, maar het is gelukt. Hulde!
De toernooi-avonden zijn op 28 en 29 december 2023 en op 3 januari 2024. We hebben er zin aan!
Noordbergum-keeper David Kloosterman is een van de absolute boegbeelden van de Tytsjerksteradiel Cup. Met David in het doel nemen de “Burgerheidsjers” de cup tweemaal mee naar huis. Hier na weer een succes aan het begin van de negentiger jaren.
Hardegarijp is de eerste club die op de Tytsjerksteradiel Cup de Burgumer hegemonie doorbreekt. De club uit het forensendorp zal de cup in totaal vijfmaal winnen: de edities van 1984, 1993, 1995, 2000 en 2016. Op deze foto de eerste kampioensploeg, die van 1984. Staand, van links naar rechts: Lammert Roorda, Johannes ‘Krul’ Kuipers, Frans Munsterman, Gezinus Oosterhuis, René van Buiten en Henny Wotte. Gehurkt: Geert-Onno de Bruin, Peter van Strien, Edwin Ensink, Eric Boelens en Peter Ger Bos.
Topscorer op het veld, maar ook zeker op de Tytsjerksteradiel Cup: Klaas de Boer, de cup-topscorer aller tijden. (foto: Binne Kramer)
Tot de fusie in 2009 is de tweestrijd tussen Trynwâldster Boys en vv Trynwâlden en bijna jaarlijks terugkerende derby in het toernooi. Op deze foto, genomen rond 2005 door Binne Kramer, zijn te zien namens de boys Tjeerd Rijpma – die zich later jarenlang verdienstelijk maakte als organisator – en Sjoerd Bauke Plantinga en namens Trynwâlden Roland Schweigmann en Sander Seinstra (uiterst rechts).
Noordbergum, de verrassende winnaar van 1992: Staand van links naar rechts: Thomas Hoekstra, Marten Polet, Anne Bergsma, Kees de Vries, Rinze Bosgraaf en Tjipke Monsma. Gehurkt: Leo Kloetstra, David Kloosterman, Marco Kloetstra, Wiepie Dillema en Johan Dillema.
Rijperkerk wint het toernooi in 1987, 1991 en 2014. Hier het succesvolle gezelschap van 1991. Staand van links naar rechts: Durk-Jan Rijpstra, Douwe-Peter Rijpstra, Tjipke Joustra, Johannes Venema, Tjeerd Venema, Youri de Groot en Peter Bakker. Gehurkt: Ad Witlox, Anne Jan van der Meulen, Gabe Postma, Jaap Kingma en Murk Vogel.
De laatste winnaar voor Hardegarijp in het slotjaar voor de brand: BCV (foto 2015, Binne Kramer)
Trynwâlden-aanvoerder Patrick Reinds ontvangt de cup in 2002 uit handen van speaker en organisatrice Didi Boskma. (foto: Binne Kramer)
In 1994 wint Bergum de Tytsjerksteradiel Cup. Nagenoeg alle wedstrijden worden gewonnen door Ate Ritsma en consorten, al moet het met name tegen Noordbergum voor de helsdeuren weg komen. Tot kort voor tijd leiden de heidemannen met 3-2, in de slotfase buigen de voetballers uit de hoofdplaats alsnog om in een 3-4 zege. Hier een fragment uit deze zinderende partij. Onder meer zichtbaar zijn keeper Burgumers Frans Dijkman en Tabe van Dekken, tegenwoordig nauw betrokken bij het wel en wee van de Noardburgumers. (foto: Binne Kramer)
Suameer is niet direct de meest succesvolle deelnemer aan het toernooi, toch heeft het soms enkele prima spelers in de gelederen. Gjalt Looyenga (keeper) en Ate Bergsma (aan de bal) bijvoorbeeld. (foto: Binne Kramer)
Tussen 1987 en 1995 wordt er tussen de voetbalwedstrijden door een penaltybokaal afgewerkt door junioren van de deelnemende teams. Voor de kleinere clubs een mooie gelegenheid om ook een prijs in de wacht te slepen. Op deze foto van 1994 neemt Hendriekus Algra namens Suameer de bokaal in ontvangst. In eerdere jaren zijn clubs als Jistrum, Suawoude en Eastermar dan al succesvol geweest.
Hardegarijp-trainer Rob de Jong, naast de onlosmakelijk met de Tytsjerksteradiel Cup verbonden Binne Kramer, die er vanaf het prille begin in 1979 tot de noodgedwongen pauze in 2017 altijd bij is en thuisblijvers steevast verblijdt met zijn fotoreportages en verslagen.