Of er ook bloemen geregeld moeten worden, dat is de vraag die er tijdens de bestuursvergadering van Blauw Wit’34 wordt gesteld voorafgaand aan zaterdag de 23ste april van het jaar 1994. Het eerste elftal kan kampioen worden als het wint van Heerenveense Boys en concurrent ONS Sneek punten verspeelt aan Oeverzwaluwen. Dat eerste wordt haast als vanzelfsprekend geacht, vraagtekens staan er vooral bij een Koudumer stunt in de Waterpoortstad. Toch, om niets aan het toeval over te laten worden de bloemen besteld, met als voorwaarde dat ze voor sluitingstijd kunnen worden teruggebracht, mochten ze niet nodig zijn.
Die zaterdag wordt om een uur of vier de balans opgemaakt. Blauw Wit leidt door treffers van John Weening en Roland Stork met 2-0 en lijkt te gaan doen wat het moet doen. Een belletje richting Sneek leert algauw dat ONS geen medewerking verleent aan een vervroegd kampioensfeest. Met nog een kwartier te spelen staan de oranjehemden op een 5-1 voorsprong. Dat is duidelijk genoeg en dus verdwijnen de kampioensbloemen weer in de kofferbak. Hoewel de wedstrijd van Blauw Wit’34 dan nog bezig is, zijn de spelers van de Leeuwarders al op de hoogte gebracht over hoe de vlag er in Sneek bijhangt. Na afloop van de partij tegen Heerenveense Boys, die door een doelpunt van Frank Broersma in 3-0 eindigt, dan ook geen uitgebreide vreugdetaferelen. Wetend dat de titel nu twee weken later behaald kan worden tegen Be Quick Dokkum, drentelen de spelers van de thuisploeg het veld af, de een wat sneller dan de ander.
Wat de ‘snellen’ niet meekrijgen, is dat de langs de zijlijn staande Omrop Fryslân-verslaggever Hijlko Broersma – die in rechtstreeks contact staat met zijn op het Zuidersportpark in Sneek aanwezige collega Geert van Tuinen – omstanders erop attent maakt dat het bij ONS nog niet afgelopen is en dat Oeverzwaluwen met drie rap opeenvolgende doelpunten aan een ongekende inhaalrace bezig is. Nieuwsgierig geworden door deze berichten verzamelt een steeds groter wordende menigte zich rondom de geluidswagen van de Omrop, waar live de ontwikkelingen in Sneek zijn te volgen. Vol ongeloof hoort deze mensenmassa op de radio de bijna buiten adem geraakte Geert van Tuinen vertellen dat de gebroeders Theun de Vries en Hans de Vries de Koudumers in de slotminuten de overwinning bezorgen. Van 5-1 naar 5-6 in twaalf minuten tijd! Terwijl de bloemen bij de bloemist worden uitgeladen, barst op sportpark De Greuns het kampioensfeest los.
Na zeven jaar is Blauw Wit’34 terug in de eerste klasse en hoewel de manier waarop de titel behaald wordt legendarisch is, hangt een terugkeer op het hoogste amateurniveau eigenlijk al jaren in de lucht. Meteen al na degradatie in 1987 staat er een prima ploeg op papier, die ondanks enkele vertrekkers er door de jaren heen zeker niet zwakker op wordt. Langzaamaan ontstaat een prachtige mix van routine en jeugdig elan. Toch, terwijl Blauw Wit’34 zich elk jaar in de kop van het klassement nestelt, staat het elk jaar weer met lege handen als de prijzen worden verdeeld. Tot het seizoen 1993/1994 dus. Die jaargang staat er namelijk geen maat op het door Gerry de Jonge getrainde keurkorps.
Met de aan de selectie toegevoegde aanwinsten Emile de Graaf, Frank Broersma en Jurjen Wijbenga gaat Blauw Wit’34 in 1993 als een speer uit de startblokken. Keeper Rob van der Kooi houdt het met zijn verdedigers achterin vaak potdicht, het middenveld behoort met aanvoerder Jouke Faber als ervaren man tot de sterkste van het noorden en omdat voorin goalgetters als Jurjen Flisijn, Sieger Swart en John Weening rondlopen hengelt Blauw Wit de ene na de andere overwinning binnen. Enkel ONS weet gelijke tred te houden. Wanneer die ploeg in maart 1994 op eigen terrein met 2-3 wordt geklopt lijkt de titel een formaliteit. Lijkt, want als Blauw Wit vervolgens puntverlies lijdt tegen laaggeplaatste clubs als The Knickerbockers, ’t Klooster en OWIOS komen de Snekers in de verte toch weer opdoemen. Slechts in de verte, uiteindelijk is het ONS zelf dat met enkele miraculeuze verliespartijen – die tegen Oeverzwaluwen als summum – de eigen glazen ingooit. Als Blauw Wit’34 de kampioensvlag hijst zijn er nog twee volle speelronden te gaan. Dat in de slotronde bij FC Meppel de eerste seizoensnederlaag wordt geleden, is een klein smetje op een formidabel jaar.
Trainer Gerry de Jonge en aanvoerder Jouke Faber pleiten na het behaalde succes voor versterkingen. Die komen er in de vorm van onder andere Ype Haytema van Oeverzwaluwen, Frans Hettema van de BVO Emmen en de op het oude nest teruggekeerde Jan-Piet Broersma. Blauw Wit laat snel zien een aanwinst te zijn voor de hoogste amateurklasse. Bij de vuurdoop remiseren de Leeuwarders tegen het Drachtster Boys van roerganger Henk de Jong, in speelronde 4 is de eerste overwinning een feit als Elburger SC met een 5-0 nederlaag op zak naar huis wordt gestuurd.
Blauw Wit’34 handhaaft zich in 1995 en 1996 ver voor de slotronde is aangebroken. Welbeschouwd is dat een topprestatie. In tegenstelling tot het gros van de over diepere zakken beschikkende competitiegenoten wordt op De Greuns vooral met eigen jeugd gevoetbald. Dat Blauw Wit’34 hierdoor in het steeds meer door geld gedomineerde topamateurvoetbal geen blijvertje is, wordt door menigeen voorspeld. Dat de afdaling al in 1997 gestalte krijgt komt enigszins als een verrassing. Met name omdat de ploeg uit de Friese hoofdstad aan het einde van de eerste periode op een keurige tweede plaats staat achter koploper VVOG. Met een 9-1 verlies bij ACV begint de ellende. Oefenmeester Koko Hoekstra slaagt er hierna niet meer in om de boel op de rails te krijgen, ondanks een opzienbarende 5-1 zege op titelhouder Urk.
Een 2-1 verlies bij Spakenburg markeert de laatste wedstrijd van Blauw Wit’34 in de hoofdklasse. Het vlaggenschip van de club zal er hierna nooit meer in slagen om tot het hoogste amateurplatform te komen. Treurnis daarover is er bij de Blauw-Witters allerminst. Nadat De Greuns in 2006 werd verruild voor sportpark Wiarda groeide de vereniging uit tot een van de grootste in het noordelijke district. Met een uitpuilende, talentvolle jeugdafdeling en een eerste elftal dat de laatste jaren structureel in het linkerrijtje van de eerste klasse bivakkeert, zit de wind er aardig onder. Gerry de Jonge, de kampioenstrainer van 31 jaar geleden is op Wiarda vaak aandachtig toeschouwer. Zonder meer zal De Jonge nog regelmatig vertellen over de gebeurtenissen van 1994, net zoals men dat in Sneek en Koudum waarschijnlijk ook doet!
Op de foto de kampioensploeg van 1994. Staand, van links naar rechts: Jelle Swart, Frank Broersma, Gert-Jan Braaksma, John Weening, Jouke Faber, Jurjen Flisijn, Martin Sjoerdsma, Peter Dekker, Bram Wijbenga, Peter Wempe, Jeroen Stienstra, Hans Storm (elftalleider) en Gerry de Jonge (hoofdtrainer). Gehurkt, van links naar rechts: Joop van Dijk (grensrechter), Sieger Swart, Piet van der Kooi, Rob van der Kooi, Emile de Graaf, Marco van den Borg en Roland Stork.
Foto met speciale dank aan Emile de Graaf. Voor de totstandkoming van dit verhaal zijn Johan Lautenbag, Douwe Drijver, Geert van Tuinen, John Weening en Emile de Graaf als bron geraadpleegd. Hartelijke dank aan dit vijftal voor de medewerking!