Wieb Veenstra was bijna 40 jaar lang een gevierd man op de voetbalvelden in Noordoost-Friesland. Als speler van vv Dokkum beleefde hij in de zeventiger jaren de hoogtijdagen van de vereniging, als trainer van zeker niet eenvoudige volksclubs als Zwaagwesteinde en Harkema-Opeinde werd hij op handen gedragen. Maar waar het in de voetballerij voor Wieb Veenstra vaak Hosanna was, verliep zijn leven daarbuiten allerminst over rozen. Hoe vaak het noodlot ook toesloeg en hoe zwaar het ook was, bij de pakken neerzitten deed de inwoner van Dokkum niet. Voetbaldier Wieb Veenstra staat ook op 75-jarige leeftijd nog middenin de samenleving. Vervelen doet hij zich geen seconde en vv Dokkum in het bijzonder vaart er wel bij.
Wieb Veenstra wordt op 7 december 1948 geboren in de Dokkumer Wâlden, op de aan de Trekweg gelegen Patrimoniumbuurt. Daar woont hij de eerste 7 jaar van zijn leven, tot heit Pieter emplooi vindt in de Rotterdamse havens en zijn gezin meeneemt naar Zuid-Holland. Na 5 jaar in Rotterdam-Zuid gewoond te hebben volgt een nieuwe verhuizing, naar het iets noordelijker gelegen Overschie. In dit stadsdeel van Rotterdam trapt Wieb Veenstra voor het eerst in officieel verband een balletje, bij HWD, voluit Het Witte Dorp. Herinneringen aan HWD heeft Veenstra nauwelijks. Wat vooral is blijven hangen uit die tijd is de heugenis aan die prachtige voetbaltempel die op een steenworp afstand staat van de plek waar het zevenkoppige gezin van Pieter en Trien Veenstra woont. Een levenslange liefde is geboren wanneer Wieb Veenstra in De Kuip Feyenoord-sterren als Coen Moulijn, Cor van der Gijp en Henk Schouten ziet schitteren. In 1964 komt er een abrupt einde aan het verblijf van de Veenstra’s in de havenstad. Na een kort ziekbed overlijdt heit Pieter op 47-jarige leeftijd. Mem Trien heeft al langer last van heimwee naar Fryslân. Nu de enige reden om in Rotterdam te blijven – het werk van Pieter – is weggevallen, staat niets een terugkeer naar het noorden in de weg. In 1964 verkassen de Veenstra’s naar Dokkum.
Terug in Fryslân meldt Wieb Veenstra zich aan bij vv Dokkum. Op 15-jarige leeftijd belandt hij daar direct in het eerste elftal, dat op dat moment een wat anoniem bestaan leidt in de kelderklassen. Dat Wieb Veenstra zich in het fysiek gespeelde voetbal van die tijd staande houdt is bewonderenswaardig: een imposant gestalte heeft hij niet. Om lichamelijke duels te vermijden denkt Wieb Veenstra altijd twee stappen vooruit. Met die speelwijze voetbalt hij zich in de kijker van hoger spelende clubs. In 1972 mag Wieb Veenstra met ploeggenoot Jappie Mellink een testwedstrijd spelen voor Cambuur. Het gaat aardig, toch krijgt Veenstra na afloop van Leo Beenhakker te horen dat hij niet weer hoeft te komen: ,,Ik was te oud”, zegt Veenstra met een glimlach. ,,Dat hadden ze vast wel eerder kunnen bedenken, maar ik maakte er geen drukte om. In die tijd kon je nog niet leven van de sport. Je moest er een baan naast hebben om rond te komen. Ik werkte in de wegenbouw, dat was nauwelijks te combineren met een bestaan als semiprof. Daarnaast had ik het bij Dokkum uitstekend naar mijn zin. Het kwam regelmatig voor dat er op zondag duizend toeschouwers kwamen kijken. De supporters van ons kwamen niet alleen uit Dokkum, maar ook uit omringende dorpen zoals Anjum. Met jongens als Appie Bakker, Wiebe Hofstra, Anton van der Aar, de gebroeders Mellink, Nanne Rosier en mijn broer Dikkie hadden we een formidabele lichting. Ik was er van overtuigd dat we met onze groep spelers mooie dingen gingen beleven.”
Dat heeft Wieb Veenstra goed gezien! Na eerder al drie jaar tevergeefs aan de poorten van de derde klasse te hebben gerammeld, maakt Dokkum in 1970 eindelijk de stap omhoog. Hogerop slaan de groenwitten geen modderfiguur. Sterker nog, in 1973 lijkt het door Pier de Groot getrainde team op weg naar de tweede klasse, dan het op-één-na-hoogste amateurniveau. Een overwinning in de slotronde tegen LSC 1890 is genoeg voor de titel, maar uitgerekend dan sputtert de motor. Het eindigt in 1-1. Vlak voor de finish ziet Dokkum naaste belager Lemmer langszij komen. Een beslissingswedstrijd op het terrein van Drachten moet uit gaan wijzen wie de kampioensvlag gaat hijsen. Volgens velen gaat dat het Lemmer van houwdegen Gauke Bootsma worden, maar na 90 minuten zijn het Wieb Veenstra en consorten die op de schouders van de dolenthousiaste supporters van het veld gaan. Voor 3000 geïnteresseerden winnen de Dokkumers met 2-1.
Dat sport slechts bijzaak is, ondervindt Wieb Veenstra niet lang daarna. Terwijl iedereen bij Dokkum na de promotie nog in een feestroes zit, speelt zich voor Wieb Veenstra en echtgenote Alie een drama af. Een week na de gewonnen beslissingswedstrijd tegen Lemmer bevalt Alie voor de eerste keer. Zoon Peter ziet het levenslicht, het knaapje is lichamelijk en geestelijk zwaar gehandicapt. Doktoren voorspellen meteen na de geboorte dat Peter geen lang leven beschoren is. In december 1975 overlijdt Peter, slechts 2 jaar oud. Alie is dan reeds voor de tweede maal in verwachting. In mei 1976 wordt Jordi geboren. Ook Jordi is gehandicapt, maar in tegenstelling tot na de eerste zwangerschap van Alie is de levensverwachting van de pasgeborene een stuk gunstiger. Jordi kan gewoon oud worden, zo wordt voorspeld. Zes jaar lang woont Jordi thuis. Uiteindelijk blijkt de zorg te zwaar en besluit het echtpaar om Jordi naar een woonlocatie voor gehandicapten te laten overplaatsen. Een loodzwaar besluit waar menig traantje over wordt gelaten.
Wieb Veenstra zit dan inmiddels in de herfst van zijn actieve voetbalcarrière. Met tussentijdse versterkingen zoals Freerk Peterson van Broekster Boys en Dicky Olivier van Holwerd hebben de successen voor Dokkum – dat steeds heen en weer pendelt tussen de tweede en de derde klasse – zich onverminderd doorgezet. In 1982 wordt er weer eens een kampioenschap gevierd, het vierde uit Wieb Veenstra zijn voetbalcarrière. Zijn trainerspapieren heeft hij dan allang op zak en als hij in 1984 na aanhoudend blessureleed de voetbalschoenen in de wilgen hangt, begint hij datzelfde jaar aan zijn eerste dienstverband als eindverantwoordelijke. Ternaard, een bescheiden FVB-club, is een geschikte vereniging om te beginnen. Dokkum – de club waar hij in 1986 roerganger wordt – is een mooi vervolg, al heeft het hoofdtrainerschap bij eigen vereniging zo zijn mindere kanten.
In 1989 is Wieb Veenstra toe aan zijn derde club als hoofdtrainer. Dat wordt er niet zo maar eentje; Zwaagwesteinde hengelt naar zijn diensten, een club waar hij al van jongs af – toen hij met heit Pieter achterop de brommer wedstrijden van “De Readtsjes” bezocht – een zwak voor heeft. Begin met Wieb Veenstra over Zwaagwesteinde en er verschijnt spontaan een grijns van oor tot oor op zijn gezicht. Zowel in sportief en in sociaal opzicht wordt Veenstra’s verblijf in de Westereen een zeer gelukkige: ,,Zwaagwesteinde was een warm nest. De mensen daar leefden zo voor het spelletje. De een na de ander schoot me na de training aan om even een praatje te maken over de aanstaande wedstrijd. Wietze Stienstra, de bekendste supporter, gaf me wekelijks met bierviltjes instructies hoe de opstelling eruit moest gaan zien.”
Dat Wieb Veenstra in het ventersdorp een fijne tijd beleeft, hangt natuurlijk nauw samen met de resultaten. Een betere binnenkomer kan Veenstra zich niet wensen. Na een spetterend seizoenslot kronen “De Readtsjes” zich op 20 mei 1990 tot kampioen van de derde klasse als Bakkeveen op neutraal terrein met 2-0 wordt geklopt. Liefst 4400 mensen zien een Westereender volksfeest gestalte krijgen. In de jaren die volgen speelt Zwaagwesteinde tweemaal om promotie naar de eerste klasse. Voor iedereen die de zondagtak van Zwaagwesteinde een warm hart toedraagt zijn het onvergetelijke jaren, Wieb Veenstra voorop. In zijn appartement hangt prominent een fraai wandbord dat hij bij zijn afscheid in 1995 krijgt overhandigd.
Na de glorieuze jaren bij Zwaagwesteinde krijgt Wieb Veenstra talloze aanbiedingen uit voetballand. Verwend geraakt door de Westereender voetbalbeleving staat de Dokkumer oefenmeester alleen niet meer te springen om elke vereniging. Meerdere clubs worden afgezegd, maar als Harkema-Opeinde belt vindt Veenstra toch een club die qua entourage is te vergelijken met zijn vorige werkgever: ,,Harekieten en Westereenders zijn uit hetzelfde hout gesneden. Gewone mensen, zonder veel poespas. Met dikdoenerij hoef je bij dat slag volk niet aan te komen. Zo ben ik zelf ook. Ook in Harkema stond het volk doorgaans rijen dik langs de lijn. Het is een goede keuze geweest om na Zwaagwesteinde naar Harkema-Opeinde te gaan.”
Harkema-Opeinde heeft in 1995 een aantal kleurloze seizoenen achter de rug. Dat zal nadat Wieb Veenstra het keurkorps gaat leiden veranderen. In 1997 mogen de Harkemasters voor het eerst sinds 4 jaar weer om promotie gaan spelen. Dan strandt het schip nog in Drachten bij ONB, een jaar later is er voor tegenstanders geen houden meer aan en kan de champagne reeds ontkurkt worden als er nog drie volle speelronden op het programma staan. Even lijkt het erop dat Harkema-Opeinde in één ruk doorstoomt naar de eerste klasse, maar het is Joure dat in de nacompetitie de weg omhoog verspert. Net als in De Westereen zal Wieb Veenstra ook in Harkema 6 seizoenen werkzaam zijn. Hoewel een totaal onnodige degradatie in het millenniumjaar een smetje is op zijn verblijf op De Bosk, kan Veenstra de deur een jaar later met volle tevredenheid achter zich dicht trekken.
Trynwâldster Boys wordt zijn volgende club. Een keurige vereniging met dito mensen, aldus Wieb Veenstra, die verrassend meteen weer een promotie viert met zijn nieuwe club. Toch realiseert Veenstra zich in Oentsjerk dat – na 12 jaar gewerkt te hebben bij roerige volksclubs – de beleving elders hem maar matig kan plezieren: ,,Het aantal geïnteresseerden dat in Harkema en De Westereen bij een training stond te kijken, was soms groter dan de toeschouwersaantallen die andere clubs bij wedstrijden hadden. Na twee jaar heb ik een punt gezet achter mijn trainerscarrière. Ik was toen bijna 4 decennia dag in dag uit met het spelletje bezig geweest. Terugkijkend verbaas ik me erover hoe we het hebben gehad. Jarenlang ging ik ’s morgens vroeg om 5 uur naar het werk. Op trainingsavonden reed ik dan rechtstreeks door naar de club, waarna ik pas om een uur of 11 weer thuis was. Vergeet niet dat toen ik nog voetbalde, ik vaak een handvol jeugdteams van Dokkum trainde. Daarnaast verzorgde ik ook nog de keeperstraining. Zeker 30 jaar lang was ik minstens 4 avonden in de week van huis. Alie was geen voetballiefhebster, maar ze heeft me altijd gesteund en alle vrijheid gegund.”
Dat Wieb Veenstra in 2004 stopt met het trainerschap, is mede en misschien wel vooral ingegeven door de gezondheidstoestand van echtgenote Alie. Alie is hartpatiënt, na de eeuwwisseling wordt haar conditie steeds meer een punt van zorg. Aanvankelijk biedt de kans op een harttransplantatie houvast, maar zodra blijkt dat de nieren van Alie verre van optimaal functioneren, gaat die hoop in rook op. In het UMCG wordt verteld dat er niets meer is te doen. Uitzichtloos is de situatie, maar nog voor het onvermijdelijke plaatsvindt, krijgt het echtpaar Veenstra een dreun voor de kiezen die zijn weerga niet kent. Op 1 mei 2011 – enkele uren nadat Wieb en Alie Veenstra in Stiens bij hem op bezoek zijn geweest – overlijdt zoon Jordi volledig onverwacht op 34-jarige leeftijd nadat hij blijft hangen in een epileptische aanval. Tijd om gezamenlijk de klap te verwerken is er niet. Vier maanden later blaast Alie, slechts 61 jaar oud, haar laatste levensadem uit.
Het is een ontzettend zware periode voor Wieb Veenstra. De pensioengerechtigde leeftijd heeft hij nog niet, maar na 40 dienstjaren – waarvan de meeste zijn versleten als uitvoerder wegenbouw en uitvoerder rioleringen – wordt Veenstra de kans geboden om vervroegd met pensioen te gaan en alles te verwerken. Om afleiding te zoeken meldt Wieb Veenstra zich een jaar na het dubbele drama bij vv Dokkum, om weer eens wat voor de club te gaan doen. Dat ‘weer eens wat voor de club doen’ groeit snel uit tot een halve dagtaak. Veenstra voegt zich bij de technische commissie, ook is hij samen met de in Dokkum wijd en zijd bekend staande Dicky Rozendal veel op en rondom de velden in de weer. Dagelijks staat Wieb Veenstra om 7 uur in de ochtend op het Harddraverspark, op maandag zelfs al om 6 uur. Veenstra maakt de boxen schoon, hij wast de wedstrijdkleding, kalkt de lijnen, zorgt voor schone reclameborden, voert reparaties uit en snoeit de bosschages op het sportpark. Geheel terecht is Wieb Veenstra in 2021 benoemd tot erelid van de vereniging.
Stil zitten is er niet bij voor bezige bij Wieb Veenstra, die zich in 2019 heeft gevestigd in een fraai nieuwbouwappartement met uitzicht over Dokkum. Over nieuwbouw gesproken, ook bij vv Dokkum wordt momenteel aan de weg getimmerd. Wieb Veenstra weet uiteraard van de hoed en de rand: ,,Er was sprake van dat vv Dokkum bij Be Quick in moest trekken op het Tolhuispark. Daar hebben we ons fel tegen verzet. Gelukkig kunnen we op het Harddraverspark blijven. Ons trainingsveld wordt voorzien van kunstgras, naast de tribune komt een paviljoen te staan. Het komt er prachtig uit te zien. Als ik niet op de velden ben, mag ik graag naar sport op TV kijken. Ziggo, ESPN, Viaplay, ik heb alles. Wielrennen kan ik me op verheugen, zeker nu er weer een paar mooie ritten op komst zijn. Voetbal volg ik volop. Met name de Premier League op zaterdagmiddag kan me bekoren. Zaterdagochtend sta ik aan de lijn bij al onze jeugdteams. Dokkum onder-19 speelt hoofdklasse, dat geeft hoop voor de toekomst. Zondagochtend hebben we nog een recreatieteam. Tweewekelijks ga ik daar kijken. Even een bakje koffie doen in de kantine en wat dom lullen over de voetballerij. Daar raak je toch nooit over uitgepraat”, lacht Veenstra. Alles verandert, maar Wieb Veenstra en de voetballerij, ze zullen voor altijd onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
De Dokkumer selectie aan het begin van de gloriejaren. Staand, van links naar rechts: Zijlstra (hoofdtrainer), Wieb Veenstra, Nanne Rosier, Tjeerd Visser, Anton van der Aar, Jaap Mellink, Wim Rotteveel, Jan Rosier en Dikkie Veenstra. Gehurkt: Bob Mellink, Henk Veenstra, Appie Bakker, Wiebe Hofstra, Freddie Visser en Koos van der Laan.
Op 7 november 1971 wint Dokkum de topper tegen Emmeloord met 1-0. Op de foto begint de frêle Wieb Veenstra aan een opmars naar het vijandelijke doel.
De selectie waar Dokkum in 1982 voor de derde keer aan een avontuur in de derde klasse begint: staand, van links naar rechts: Sikke Bosma, Wiebe Hofstra, Gerard Lippold (hoofdtrainer), Hein Keekstra, Johan Bezembinder, Tjeerd Visser, Bart Bezembinder, Harold de Groot, Jur Roemers en Wieb Veenstra. Gehurkt: Freddy Dijkstra, Doede Jongsma, Meine Postma, Jan Westerhof, Hans Steringa, Jan Steringa, Dicky Olivier en Peter Westerhof
Een hoogtepunt uit Wieb Veenstra zijn trainerscarrière: op 20 mei 1990 wordt hij met “De Readsjes” kampioen van de derde klasse. Na afloop van de beslissende, door 4400 toeschouwers bijgewoonde, kampioenswedstrijd tegen Bakkeveen gaat Veenstra op de schouders van de Zwaagwesteinde-aanhang van het veld. (foto met speciale dank aan Jan Bergsma)
Wieb Veenstra tijdens de kampioensreceptie van Zwaagwesteinde, met aan weerszijden twee spilfiguren in het kampioensjaar: links Roel Visser, rechts Sije Visser. Beide spelers troffen de roos in de met 2-0 gewonnen kampioenswedstrijd tegen Bakkeveen. (foto met speciale dank aan Jan Bergsma)
In april 1998 wordt Wieb Veenstra met Harkema-Opeinde kampioen van de derde klasse. Op de foto de successploeg, vlak na de kampioenswedstrijd in Peize. Staand: verzorger Jan Goosen, Pieter van der Bosch, Jan van der Bij, Hessel Kuipers, Anne van Houten, Jan Kooistra, Dicky Schievink, Lammert Kooistra (grensrechter), Ronnie Joop Pander, Tjip-Jan van der Bij, Willem Venema en Wieb Veenstra (hoofdtrainer). Gehurkt: Germ de Vries (reservekeeper), Pieter Hamstra, Anne Hoeksma, Jan Huizinga, Ronnie van der Veen, Michel Polder en Willem de Ruiter.
Ook bij Harkema-Opeinde kan Wieb Veenstra in 2001 de deur met volle tevredenheid achter zich dicht trekken. Op de foto ontvangt de Dokkumer oefenmeester een aandenken van Harkema-aanvoerder Anne Hoeksma. Centraal op de foto, met bloemen, Alie Veenstra.
In 2021 wordt Wieb Veenstra benoemd tot erelid van vv Dokkum.