‘Zeventiger Piet Katje staat nog elk weekend langs de lijn’
Het amateurvoetballandschap verandert. Nergens in Friesland is dit beter merkbaar dan in onze hoofdstad. Nog niet eens zo lang geleden had de Leeuwarder voetballiefhebber de wedstrijdjes voor het uitzoeken. Alleen al op zondagmiddag opereerden er 9 standaardteams in de stad. Inmiddels is dat aardig veranderd. Op zaterdag zijn de stadse clubs wat prominenter vertegenwoordigd, maar op zondag zijn er nog maar twee smaken. Eén ding is niet veranderd: of je nu op zaterdag of zondag op een willekeurig Leeuwarder veld langs de lijn staat, de kans dat je Piet Katje (1947) tegen het lijf loopt is aanwezig.
De oud-voetballer van Rood Geel trekt er nog elke zaterdag op uit met zijn kameraden. ,,Een wedstrijdje kijken en daarna tot een uurtje of zes even gezellig nazitten. Dat hoort erbij.” In tegenstelling tot veel oudere voetballers is Katje niet uitsluitend negatief over de voetballerij van nu: ,,Natuurlijk, er zijn verschillen. Maar onthoud goed, toen ik ooit begon met voetballen liep de generatie voor mij ook al te zeuren over de slechte mentaliteit van de jeugd. Dat is echt van alle tijden. In vergelijking met nu waren we wel veel meer met voetbal bezig. Logisch, er was ook weinig anders. Wij leerden niet voetballen op de training. Wij leerden het op straat. Dat zie je nu niet meer. In het algemeen was de animo voor het amateurvoetbal veel groter”, kijkt Katje terug.
De nu 75-jarige Leeuwarder kan het weten. Als hij halverwege de jaren ’60 van de vorige eeuw debuteert voor Rood Geel 1 beleeft het amateurvoetbal in Friesland haar hoogtijdagen. Het zaterdagvoetbal is nog in opkomst, op zondag spreken Friese clubs een hartig woordje mee. Wedstrijden met meer dan 1000 toeschouwers zijn eerder regel dan uitzondering. Katje vertelt geanimeerd: ,,Overal stond het volk rijen dik langs het veld. Ik weet nog dat ik als jochie van 18 met Rood Geel naar Jubbega moest. Daar speelden toen een stuk of vijf van de gebroeders De Vries in het elftal. Ik stond bij Grietus, de beste van het stel. Reken maar niet dat ik inhield. Grietus was daar in Jubbega bijna een godheid. Je kunt je voorstellen hoe het publiek daar op mij reageerde. Toen ik na afloop van het veld afliep kreeg ik van een oud vrouwtje een tik met een paraplu. Wat had ik altijd een lol in dat soort wedstrijden ”, aldus Katje met een brede grijns.
Het is duidelijk. De Leeuwarder is niet snel geïntimideerd. ,,Absoluut niet”, zegt Katje stellig. ,,Sommige van mijn ploeggenoten wel. Die durfden de kantine niet in als we in plaatsen als Harkema, Zwaagwesteinde of Houtigehage voetbalden. Ik wel. Ik liep gewoon naar binnen, ging bij de tegenstander aan tafel zitten en bestelde een rondje bier. Er werd dan eerst wel eens wat gemord, maar al rap was men alles vergeten. Ik ben mijn hele leven bouwvakker geweest. Ik werkte door de week met Westereenders, Harkemasters en Jubbegaasters. Ik ken het slag volk en kon er prima mee overweg. Zwart-wit, zo ben ik ook wel wat. Er wordt wel eens wat gebruld, dat komt intimiderend over. Maar uiteindelijk is er daar op de voetbalvelden nog nooit iemand vermoord.”
Dergelijke verhalen zijn tekenend voor het no-nonsense karakter van Katje. Als hem wordt gevraagd zichzelf als voetballer te beschrijven windt hij er ook geen doekjes om: ,,Ik was geen weergaloos voetballer. Wel een goede balafpakker. En ik was hard. Niet gemeen, maar spijkerhard. Rode kaarten hadden we nog niet in die tijd. Je kreeg een officiële waarschuwing. Ik werd regelmatig opgeschreven.” Echtgenote Matty, die tientallen jaren Piet achterna reisde bevestigt dit: ,,Piet was heel fanatiek. Ik weet nog dat ik eens langs de lijn stond en dat er twee heren naast mij stonden die zeiden ‘Och, die schopper is er ook weer bij.’ Ze wisten niet dat ze het over mijn man hadden.”
Toch zou het veel te kort door de bocht zijn om Katje weg te zetten als een veredelde houthakker. Met zijn teammakkers van Rood Geel speelt hij jarenlang in de tweede klasse, een zeer behoorlijk niveau. In 1973 volgt er onder oefenmeester Siep van der Leest zelfs een promotie naar het hoogste niveau, de eerste klasse. Wellicht is een verhaal van de in 2016 overleden Van der Leest, opgetekend in de Rood Geel-jubileumgids van 1996 het meest treffend: ,,Piet Katje was voor ons een heel belangrijke speler. Hij was de stofzuiger op het middenveld. Piet was alleen wel eens wat té fanatiek. Ik heb hem daarom wel eens een wedstrijd aan de kant gehouden. Hij droeg dergelijke beslissingen altijd als een kerel. ‘Van der Leest, ik ben akkoord. Maar reken maar dat ik terugkom’, dat was altijd zijn antwoord.”
Op 29-jarige leeftijd houdt Katje op met voetballen op niveau. Nadat hij op 24-jarige leeftijd al eens zonder papieren hoofdtrainer is bij FVB-club Trynwâldster Boys, stimuleert kameraad Jaap Franconi hem om zijn trainerspapieren te halen. Franconi speelt bij Bergum. Die club is op zoek naar een nieuwe trainer. Katje haalt zijn diploma en wordt in 1976 eindverantwoordelijke bij de derdeklasser, dan nog gesponsord door de plaatselijke Rheem-fabriek. Katje voelt zich thuis in Burgum en blijft er vijf jaar. ,,Mooie tijd! Een tijdje terug hebben we nog eens een reünie gehad. Gouden gasten daar. Ook met een Henny Weering was het prima werken. Hij had bij Feyenoord gespeeld, maar totaal geen kapsones. Liet me rustig mijn gang gaan. Na de training ook altijd gezellig. Zo nu en dan kwam er een accordeon tevoorschijn. Wat muziek erbij, leuk! Gezelligheid is voor mij altijd de belangrijkste randvoorwaarde geweest om tot goede prestaties te komen. Je moet plezier hebben in wat je doet. Tijdens de training moet er gepoetst worden, geen slappe hap. Daarna draait het om de verbinding.”
De aanpak van Katje werkt. In zijn debuutseizoen hijst Bergum de kampioensvlag. De wit-zwarten groeien onder het bewind van Piet Katje uit tot een stabiele tweedeklasser. Na zijn verblijf in Burgum volgen er in een tijdsbestek van 20 jaar 4 clubs. Bij Nicator is hij het langst werkzaam. In totaal 7 jaren, verspreid over twee periodes. In zijn eerste jaar op het Kalverdijkje, de jaargang 1981/1982, ruikt Katje met zijn manschappen direct aan succes. Nicator is lange tijd koploper. Door in de drie slotronden niet tot winst te komen gaat Steenwijkerwold er uiteindelijk met de hoofdprijs vandoor. Later komt er toch een succes bij de volksclub. In 1994 wordt Nicator kampioen. ,,Daar staat tegenover”, vult Katje aan, ,,We degradeerden ook twee keer. Dat was erg jammer. Nicator was een fijne club om te werken. Fanatieke mensen die hielden van gezelligheid, net als ik. Zonde dat de club het nu zo zwaar heeft. Nicator had ooit 11 seniorenteams had, kun je nagaan.”
Katje verruilt Nicator twee keer voor dezelfde club. Ook bij de voetbalvereniging Stiens is hij tweemaal werkzaam. Een teken dat de oefenmeester bij de eerste aanstelling goed is bevallen. ,,Stiens was een heel gemoedelijke club. Of je nu tweede of achtste werd, dat maakte het bestuur niet zoveel uit. Zolang het maar rustig bleef rondom de eerste selectie was het die mensen goed.” Ondanks het gebrek aan doelstelling valt er wat te vieren; in 1987 wordt Katje met de oranjehemden kampioen van de vierde klasse. Gedurende het tweede avontuur in Stiens, eind jaren ’90 van der vorige eeuw, wordt er tweemaal een periodetitel gepakt. Gepromoveerd wordt er dan niet.
De werkgever die zich in 1988 aandient verlangt meer. ,,Harkema-Opeinde. Ja, daar was het zaak om niet al te vaak te verliezen. Niet eens zozeer vanwege het bestuur hoor. De achterban daar stak de mening ook niet onder stoelen of banken. Als we eens een zondag niet wonnen kreeg ik een paar dagen later langs het trainingsveld te horen dat de tactiek van geen kant deugde.” Gelukkig voor Katje wordt er in de drie seizoenen op “De Heide” niet vaak verloren. Een talentvolle lichting voetballers breekt door op De Bosk. Voor de derde klasse blijken de Harekieten veel te sterk: ,,Daar in Harkema had ik denk ik de beste ploeg die ik ooit heb getraind. Mannen als Dicky Schievink en Gerrie van den Bosch schopten er samen bijna 40 in. Die kregen de credits. Scoren is ook belangrijk, maar over het geheel mankeerde er niet zoveel aan die ploeg. Neem nu de keeper, Anne Hoeksma. Geen grammetje vet, hooguit 70 kilo, maar voor de duivel niet bang. Alsof zijn leven er vanaf hing dook hij op elke bal.” Beelden van Katje op de kampioensreceptie zijn nog altijd terug te vinden op youtube. Te zien is hoe Katje van de supportersvereniging een bok in clubtenue in de handen krijgt gedrukt. ,,En ik zat me maar te bedenken hoe we dat beest mee naar huis moesten nemen”, lacht Matty 33 jaar na dato.
Akkrum is de laatste club die door Piet Katje wordt getraind, twee korte interim-klussen bij vv Harlingen uitgezonderd. Het is ook de enige club waarmee de Leeuwarder oefenmeester geen kampioen wordt. Sinds 2001 is Katje hoofdtrainer af. Inmiddels is hij ook alweer een jaar of 15 uit het werk weg. Het echtpaar Piet en Matty Katje verveelt zich niet. Voetbal speelt nog steeds een centrale rol in hun leven. Echtgenote Matty is net zo gek op het spelletje als Piet Katje zelf. Als dochter van B-international en oud-prof Theo Ydema krijgt ze het met de paplepel ingegoten. ,,Ik ging ook altijd mee naar de wedstrijden. Hele mooie tijden waren het. In die tijd was het niet gebruikelijk dat de vrouw werkte, dus voor mij was het ook het enige uitje van de week. Onze kinderen zijn haast opgegroeid langs en op de voetbalvelden”, blikt ze terug.
Fietsen is een bezigheid waar Piet en Matty Katje veel aardigheid beleven. Met een seizoensplaats op Ameland hebben ze prima omstandigheden gecreëerd om deze hobby te beoefenen. Het echtpaar Katje krijgt twee kinderen, Erik en Inge. Waar Inge de korfbalsport ambieert, volgt Erik in de voetsporen van vader en is heden ten dage hoofdtrainer van het in de derde klasse zondag uitstekend presterende Dronrijp. De appel valt niet ver van de boom, aldus Matty: ,,Net zijn vader. Bloedfanatiek. Zodra ze met een schoen het voetbalveld aanraken veranderen ze.” Kijken bij de wedstrijden van zoon Erik doet Piet Katje zelden. ,,Dan ga ik me ermee bemoeien. Dat moet maar niet”, legt hij uit. ,,Meestal ga ik op zondag nu bij Friesland of MKV kijken. Maar alleen bij slecht weer hoor. Met mooi weer gaan we fietsen. Op zaterdag naar de velden is wel vaste prik. Al jarenlang hebben we een groepje waarmee we naar de Leeuwarder clubs gaan. Mooi tijdverdrijf. Soms, als ik aan een verhaal begin vraag ik of ik het al eens eerder heb verteld. ‘Ja, al vijf keer. Maar vertel het ook nog maar een zesde keer’ krijg ik dan te horen”, lacht Katje, zichtbaar genietend van de anekdote.
Piet Katje in de jaren ’70 van de vorige eeuw, aan de gelaatsuitdrukking te zien na een gewonnen partij.
In 1973 promoveerde Piet Katje met zijn ploegmakkers van Rood Geel naar het hoogste amateurniveau. Op de foto, genomen op het inmiddels verdwenen sportpark De Greuns, de kampioensploeg die door een 2-0 zege op stadgenoot Friesland de champagne kon ontkurken.
Boven: A. de Haan, Siep van der Leest, W. Bok, Herman Onsman, I.B. van der Berg, Jaap Franconi, Gerrit Broers, Rob Langendijk, Johan Grendel, Wiebe Visser, Jacobus de Vries
Onder: Gerrit van den Berg, Hette van der Burg, Eddy Edens, Gerlof Sloterdijk, Raymond de Graaff, Piet Katje en Piet van der Burg
In zijn debuutseizoen als gediplomeerd trainer wordt Piet Katje direct kampioen met vv Bergum, dan nog Rheem-Bergum geheten. Op de foto de kampioensploeg vlak na het kampioensduel bij CAB, gespeeld op 1 mei 1977.
Boven: Piet Katje, Aaldrik Hooiveld, Karel van der Wal, Rypke Atema, P. Heegstra, Jaap Franconi, J. Wijnsma, Ees Popma, Piet Zijlstra en J. Veenstra.
Onder: Kees Dijkstra, Jan Oosterhuis, Sieds Bosma, Henny Weering, Johan Postma, O. Koopmans en Hedzer Jongboom
De kampioensploeg van Harkema-Opeinde (1989)
Boven, van links naar rechts: Piet Katje, Pieter van der Bosch, Andre Schievink, Ronnie J. Pander, Gerrie van der Bosch, Dicky Schievink, Jan K. Kooistra, Koene Nijboer, Jappie Hoeksma en Henk Schievink
Onder: Bonne Bekkema, Sjoerd van der Wijk, Bareld Nijboer, Joost van der Tuin, Jan van der Bij, Anne Hoeksma en Wierd Kuipers
Ook bij Nicator had Piet Katje de beschikking over een prima ploeg. Op deze foto van begin jaren ’80 staan: boven, van links naar rechts: Henk Visser, Piet Katje, Jappie Blom, Fedde Wielinga, Willy Rozendaal, Wiebe Visser, Otto Braaksma, Cees Greuter, Wietse Visser en Jan Landstra.
Zittend: Sake Hoff, Rinus Strooisma, Piet van der Wal, Nicky Kamstra, Johan Postma, Teun van der Veen en Feike van der Burg.