In een tijd waarin de rivaliteit tussen Cambuur en SC Heerenveen minder scherpe randjes vertoont dan tegenwoordig, voetbalt de in Leeuwarden geboren en getogen Piet Boskma (1952) liefst 287 duels in het pompeblêdenshirt van SC Heerenveen. Decennia later zit de al 44 jaar in Heerenveen wonende oud-semiprof nog elke thuiswedstrijd op de tribune van het Abe Lenstra-stadion, samen met echtgenote Marianne. Heerenveen zit in zijn hart, al hoopt hij vurig dat Cambuur altijd wint, behalve dan tegen Heerenveen.
De Wielenpôlle, daar brengt Piet Boskma het grootste deel van zijn jonge jaren door. In deze Leeuwarder volksbuurt is het prachtig opgroeien. De jeugd speelt er hele dagen op straat. In het clubhuis is altijd wat te doen, op het nabijgelegen trapveldje komen kinderen van ver buiten De Wielenpôlle. Met bekende Leeuwarder Jappie Reiding als animator is er op sportgebied volop vertier. Sport staat daardoor al jong centraal in het leven van Boskma. Dat hij niet voor spek en bonen mee wil doen toont zich al snel. In 1968 kaatst hij voor Huizum de Freulepartij, samen met partuurgenoten Jan Teitsma en Sjors Hempenius. Op de judomat – waar hij met de bruine band de hoogste gradatie verwerft – doet hij eveneens verdienstelijk mee. Tegelijkertijd blijkt ook op de groene grasmat dat hij zijn mannetje staat. Boskma speelt voor FVC, dat dan haar domicilie heeft aan de Borniastraat, vlakbij het huidige MCL. Op 18-jarige leeftijd debuteert Boskma voor het eerste elftal van de van origine Huizumer vereniging. Hij maakt dan al een aantal jaren deel uit van de Friese jeugdselectie.
FVC is een fijne club, maar de derde klasse waarin het vlaggenschip acteert, komt niet overeen met het niveau dat Piet Boskma ambieert. In 1973 vertrekt het talent naar het in de hoogste amateurklasse uitkomende Rood Geel. Als Rood-Geler speelt zich voor Boskma buiten de voetbalvelden een kort sportavontuur af waar hij heden ten dage met veel plezier op terugkijkt. Om zijn conditie op peil te houden, traint hij aan het begin van de zeventiger jaren op boksschool Olympia. Plannen om wedstrijden te boksen zijn er niet, toch laat hij zich overhalen om mee te doen aan de Noordelijke districtskampioenschappen. Boskma haalt daarin zowaar de finale. Na in Emmen afgerekend te hebben met opponent Schuur, verliest Boskma de eindstrijd tegen Hendrik Stegenga uit Balk op punten. Met een luid gejoel laat de menigte in sportcentrum Bilgaard weten het niet eens te zijn met deze beslissing.
Hoewel Piet Boskma bij Rood Geel aantoont gemakkelijk mee te kunnen op het hoogste amateurniveau, brengt het verblijf op De Greuns in sportief opzicht niet wat hij er van had gehoopt. Net dat jaar wordt er een hoofdklasse ingevoerd. Die wordt door Rood Geel niet gehaald. Zonder te degraderen kukelt Rood Geel van het hoogste platform. Voor Piet Boskma reden om op aandringen van zijn twee oudere broers te verkassen naar mede Greuns-bewoner Nicator. Het had ook anders gekund. Even tevoren heeft Boskma een gesprek met Leo Beenhakker, de hoofdtrainer van Cambuur. De club waar Boskma tweewekelijks op de tribune staat biedt hem een amateurcontract aan. Dat tekent hij niet en daarvan heeft hij tot op de dag van vandaag geen spijt.
Bij Nicator gaat het namelijk crescendo met de voetbalprestaties van Piet Boskma. Zeker na de winterstop schiet hij de een na de andere bal in het doel van de tegenstanders. Heerenveen heeft de Leeuwarder goalgetter algauw op de radar en nodigt Boskma uit voor een testwedstrijd in mei 1975. Dat pakt voortreffelijk uit. Er wordt met 0-4 gewonnen van topamateurclub Jubbega, Boskma scoort een hattrick. Niet veel later ligt er een tweejarig A-contract op hem te wachten. Boskma hapt toe. Tegenwoordig is het haast ondenkbaar, maar tot negatieve reacties in zijn omgeving leidt dit niet. ,,De ongezonde rivaliteit die er nu is tussen Cambuur en Heerenveen was er toen nauwelijks. Ik heb nooit vervelende reacties gehad in Leeuwarden”, aldus Boskma.
Op 17 augustus 1975 speelt Piet Boskma zijn eerste officiële wedstrijd voor SC Heerenveen, hij herinnert het zich goed: ,,We speelden uit tegen Haarlem, dat met spelers als John Metgod en Johan Derksen later dat seizoen kampioen werd. We verloren met 1-0. Piet Huyg was mijn tegenstander, tegen hem kreeg ik geen poot aan de grond.” Toch zal het profmilieu snel wennen. In speelronde 4 is Piet Boskma voor het eerst trefzeker, tweemaal zelfs. Aan de Langeleegte in Veendam scoort hij zowel de openingstreffer als het laatste doelpunt in de met 0-4 gewonnen noordelijke derby. Een week later staat er direct een derde streepje achter zijn naam wanneer hij tevens in Vlaardingen het net vindt.
Een prachtig begin, al zal hij door toedoen van de Hongaarse trainer Laszlo Zalai uit de voorhoede verdwijnen: ,,Zalai maakte me voorstopper”, blikt Boskma terug. ,,Ik denk dat deze keuze in mijn voordeel heeft gewerkt. Een aanvaller wordt over het algemeen vrij rap af geserveerd. Als je een paar weken op rij niet scoort ben je de klos. Een verdediger heeft een langere houdbaarheidsdatum.” In de defensie kan Boskma aardig uit de voeten. Hij is niet pijlsnel en in het fysieke voetbal van de zeventiger jaren is hij allerminst een schopper, maar opbouwend is hij sterk en op techniek en inzicht kan hij zich prima redden. Daarnaast pikt hij regelmatig zijn doelpuntjes mee. Onder trainer Henk van Brussel zal Boskma in later jaren enkele keren van positie veranderen. Dat kan niet verhinderen dat hij negen seizoenen lang aldoor basisspeler blijft.
De periode tussen 1975 en 1985 staat niet te boek als het meest succesvolle tijdperk uit de clubhistorie van Heerenveen. Meestal eindigen Boskma en zijn ploegmakkers ergens in de grauwe middenmoot. Ondanks de vaak wat kleurloze eindklasseringen heeft Boskma prachtige herinneringen aan zijn tijd als semiprof. Bijvoorbeeld aan de twee bekerduels tegen Feyenoord. De eerste van de twee vindt plaats in november 1982 in De Kuip. ,,We verloren kansloos met 4-1. Met zestienduizend toeschouwers zat het stadion niet eens halfvol. Desondanks dat was het een prachtige ervaring. Hoe vaak maak je het mee om met Willem van Hanegem en Ruud Gullit op het veld te staan”, stelt Boskma de retorische vraag. In de tweede ontmoeting een jaar later – gespeeld op Sportpark Noord – is Heerenveen wèl kansrijk. De met Johan Cruijff versterkte Rotterdammers mogen dan de handen dichtknijpen met de 0-1 overwinning die wordt meegenomen uit Fryslân.
Een ander groot hoogtepunt in wording mondt uit in een dieptepunt. In 1982 haalt Heerenveen nacompetitie. Als er in de laatste wedstrijd van die nacompetitie dankzij een laat doelpunt van Eddy Bosman met 1-2 wordt gewonnen van VVV, viert alles wat Heerenveen is feest op het veld. Concurrent Excelsior staat met 1-0 achter tegen Telstar, met deze score is Heerenveen voor het eerst Eredivisionist. Enorm is de ontluistering wanneer de in extase verkerende Heerenveen-spelers even later te horen krijgen dat het in Velsen gelijk is geworden. Drie jaar na deze memorabele ontknoping zit de tijd van Piet Boskma bij Heerenveen erop. Het afscheid krijgt in andere omstandigheden gestalte dan Piet Boskma had gehoopt. Erover uitweiden doet hij niet. De tijd heeft allang de wonden geheeld.
Als het einde van zijn verblijf in Heerenveen nadert, wordt Piet Boskma door oud-ploegmaat Jaap de Blaauw gevraagd om te komen voetballen bij WKE, de club van het Emmer woonwagenkamp. De Blaauw is daar net aangesteld als hoofdtrainer. In zijn kielzog komen oud Heerenveen-spelers zoals Joop Braber en Jan de Boer de gelederen versterken. Terugblikkend op zijn tijd in Emmen, verschijnt bij Boskma een grote grijns op zijn gezicht: ,,Een mooie tijd was het daar. We bleven ternauwernood in de hoofdklasse. We moesten zelfs een beslissingswedstrijd spelen voor handhaving. In Coevorden wonnen we met 1-0 van Zwolsche Boys. We pakten de punten vooral thuis. Tegenstanders kwamen niet graag naar het kamp. Om op het sportpark te komen moest je tussen stapels autowrakken door. Dat werkte best wel intimiderend. Op trainingen stonden we soms in de rook. Dan werden naast het veld autobanden verbrand.”
Na WKE komt Piet Boskma uit voor SC Joure, Heerenveense Boys en Nieuweschoot. In 1990 zit zijn prestatieve voetbalcarrière erop. Nog 12 jaar lang maakt Boskma deel uit van het negende elftal van vv Heerenveen, samen met spelers als Henk Hartkamp en Mollo Eijer. Nadien trekt hij enkel de kicksen nog aan voor oud-Heerenveen. Na zijn 65ste verdwijnen de voetbalschoenen definitief in de wilgen. ,,Wij werden steeds ouder. De tegenstanders leken steeds jonger te worden”, licht Boskma zijn besluit toe.
Weg van de voetbalvelden zal sport het leven van Piet Boskma blijven beheersen. Na de eeuwwisseling legt hij zich toe op het lopen van marathons. In totaal loopt hij 8 hele en 50 halve marathons. Na een longembolie met een daaropvolgende ziekenhuisopname in 2011 wil het hardlopen niet langer. Wel raakt Boskma vanaf dan weer steeds vaker aan het schaatsen. In 1985, 1986 en 1997 volbracht hij reeds de Elfstedentocht, na de longembolie rijdt Boskma ook nog driemaal de alternatieve tocht op de Weissensee in Oostenrijk uit. Her en der verspreid door de woning hangen aandenkens aan de sportieve prestaties van Piet Boskma. De meest bijzondere is het Elfstedenbrevet, dat hij in 2011 krijgt uitgereikt omdat hij na de tocht geschaatst te hebben deze ook fietst en wandelt.
Fraaie mijlpalen, maar pas als het over het gezin gaat schemert er echt trots door in het gelaat van Piet Boskma. Alweer 45 jaar is hij samen met echtgenote Marianne. Samen hebben ze twee dochters: Kelly (1979) en Ashley (1990). ,,Kelly woont in Groningen, Ashley in Den Haag. Het gaat ze goed en dan heb je als ouder weinig te klagen. Inmiddels zijn we alweer jarenlang opa en oma. Kelly heeft drie zoons: Caz van 16 , Koen van 13 en Jonas van 3. Jonas is te jong om te sporten, Caz is volop bezig op de sportschool en Koen is een fanatiek voetballer. Hij speelt voor Be Quick 1887 uit Haren en heeft stages afgewerkt bij FC Groningen, SC Heerenveen en Emmen. Ik ga elke wedstrijd kijken. Dit weekeinde spelen ze de derby tegen Helpman. Het zijn altijd leuke uitjes”, kijkt de pensionado vooruit.
Vrije tijd heeft Piet Boskma tegenwoordig genoeg. In 2020 gaat hij na dertig jaar als systeembeheerder voor het CJIB gewerkt te hebben met pensioen, anderhalf jaar later dan aanvankelijk gepland: ,,Ik vond het werk heel leuk en ben langer doorgegaan. Ik heb de hele ontwikkeling van het CJIB meegemaakt. In 1990 begonnen we als pilot, we waren toen met zijn twaalven. Tegenwoordig werken er zo’n 1500 mensen voor het CJIB”, verduidelijkt Boskma de groei van zijn oud-werkgever. Uit het werk weg is het eerst even wennen, inmiddels heeft de 71-jarige inwoner van Heerenveen zijn draai volledig gevonden. ,,Ik verveel me geen moment. Ik doe van alles om fit te blijven. Wandel en fiets veel en ga twee keer in de week naar de sportschool. In de wintermaanden schaats ik twee keer per week in Thialf. Ook houden we ervan om te reizen. De laatste jaren hebben we zo meerdere continenten gezien. Als ik thuis ben mag ik graag lezen. Recentelijk heb ik nog een enorm boek over de historie van Leeuwarden gekocht. Interessante kost. Uiteindelijk blijf ik een echte Leeuwarder”, sluit Boskma met een knipoog af.
Niet een beste foto, wel een beste ploeg: topamateurclub Rood Geel in het seizoen 1973/1974. Staand, van links naar rechts: Jacobus de Vries, Freddie Helmers, Sietse de Bruin, Bote Visser, Jaap Franconi, Andries de Boer en Ton Dreijer (hoofdtrainer). Gehurkt, van links naar rechts: Herman Onsman, Eddy Edens, Hette van der Burg, Gerlof Sloterdijk, Gerrit Broers, Appie Veninga en Piet Katje. Wegens ziekte ontbraken op de foto Raymond de Graaf, Gerrit van den Berg, Wiebe Visser en Robby Langendijk.
In 1974 bokst Piet Boskma mee voor de Noordelijke districtskampioenschappen. Hij zal de finale halen, die hij op discutabele wijze op punten verliest.
In 1975 speelt een elftal Leeuwarder amateurvoetballers namens Bar Dancing ús Mem een wedstrijd tegen DTD. Het oefenpotje doet in de media nogal wat stof opwaaien. Daags later verschijnt in de Leeuwarder Courant een groot artikel dat een aantal gerenommeerde amateurspelers wild voetbal bedreven op zaterdagmiddag. Het zal in enkele gevallen zelfs tot schorsingen leiden.
Op de foto de door de LC benoemde zondaars: Staand, van links naar rechts: grensrechter (onbekend), Piet van Tuinen, Arnold van der Kooi, Jappie Kooistra, Waatze Rodenhuis, Bareld Zeilstra, Jan (eigenaar us Mem), Sjoerd Wijbenga, Piet Boskma en Piet Rozendaal. Zittend, van links naar rechts: Wieger Bruinsma, Jacob van der Wal, Jan Rozendaal, Gerlof Sloterdijk, Rudie Scheer en Sake Hoff
In totaal speelt Piet Boskma 14 maal de derby tegen Cambuur. Hier geportretteerd tijdens de derby van 22 augustus 1976. Geruggesteund door ploegmakker Berend Negerman probeert Boskma Henk de Groot de doorgang te beletten.
Piet Boskma probeert Excelsior-goalie René Vermunt te verschalken. Op de achtergrond kijkt o.a. topschutter Sjaak Roggeveen toe.
Op 28 oktober 1979 kan SC Heerenveen het in eigen huis net niet bolwerken tegen FC Volendam. Hoewel Piet Boskma de thuisploeg na een kwartier nog wel op 1-0 zet, gaan de mannen uit de vissersenclave met de punten naar huis. Op deze foto, genomen in het oude Heerenveen-stadion, proberen Piet Boskma en Sjoerd Jan Eppinga Volendammer en latere Cambuur-trainer Dick de Boer het leven zuur te maken. Op de achtergrond kijkt Bert Middelkoop toe.
In 1982 wordt Bert Gotink door de Heerenveen-supporters verkozen tot speler van het jaar. Tegelijk met de huldiging wordt ook Piet Boskma door de club in het zonnetje gezet vanwege het spelen van zijn 200ste wedstrijd voor Heerenveen. Op deze foto ziet Boskma – geflankeerd door dochter Kelly – hoe de bokaal aan Bert Gotink wordt overhandigd.
Ook al wordt er met 4-1 verloren en zit het stadion niet eens halfvol, de bekerwedstrijd tegen Feyenoord op 14 november 1982 is voor Piet Boskma een absoluut hoogtepunt. Op de foto staat Piet Boskma links. Verder zijn op de foto te herkennen de Feyenoorders Wim van Hanegem, Ruud Gullit, Ivan Nielsen en Andrej Jeliazkov.
Het seizoen 1984/1985 is het laatste seizoen van Piet Boskma in dienst van Heerenveen. Op de foto de selectie van toen. Achterste rij, van links naar rechts: Henk Schulten (manager), Cor Elzinga, Jan Hendriksen, Hiddo Reijs, Pieter Bijl, Tjitse Oosterhof en Joop Braber. Middelste rij, staand, van links naar rechts: Hugo Roepel (verzorger), Gertjan Verbeek, Jan de Jonge, Jan Schulting, John van den Wildenberg, Piet Boskma en Henk van Brussel (hoofdtrainer). Voorste rij, van links naar rechts: Cor Portijk, Fedde Keegstra, Jaap Schuurmans, Bert Gotink, Maarten de Jong, Teun Kist en Gerrit Visscher.