Met zijn robuuste postuur, imposante snor en ijzeren mentaliteit groeide Oscar Zijlstra (1952) uit tot een van de grootste iconen uit de Cambuur-clubhistorie. Dankzij dat ene moment in 1985 verwierf hij zelfs wereldfaam. Nog dagelijks wordt hij op straat herkend. Het zou bijna vergeten worden dat Zijlstra al 27 jaar oud was toen hij zijn entree in het betaalde voetbal maakte. Als tweede keeper notabene. Met slechts een B-contract op zak.
Een avontuur in het betaalde voetbal staat halverwege de jaren ’70 van de vorige eeuw niet hoog op het verlanglijstje van Oscar Zijlstra. Omdat hij gezelligheid hoog in het vaandel heeft ambieert hij een profcontract niet. Daarnaast weet Zijlstra dondersgoed dat het voor een BVO niet voor de hand liggend is om een 27-jarige doelman van een amateurtweedeklasser binnen te hengelen. Toch klopt Cambuur in 1979 bij hem aan. Een laatbloeier? ,,Ja en nee”, begint Zijlstra. ,,Een balletje stoppen kon ik altijd wel. Pas op latere leeftijd ben ik serieus aan de slag gegaan om me te verbeteren. Gerard Lippold heeft me daarin ook gemotiveerd. Hij was trainer van onze ploeg.”
Met onze ploeg doelt Zijlstra op het eerste elftal van de LVV Friesland, halverwege de vorige eeuw een nette vereniging waar een ballotagecommissie oordeelt wie wel en wie niet lid mag worden. De keuze voor LVV Friesland is geografisch bepaald. Het gezin Zijlstra woont aan de Honthorststraat in Huizum, vlakbij de Borniastraat waar de LVV dan samen met FVC haar domicilie heeft. ,,Op het veld waar we toen speelden staat nu zo ongeveer het MCL”, vertelt Zijlstra in onvervalst Leeuwarders. ,,De Schrans over en dan was je er. Het was een primitief gebeuren daar. Om te voetballen moesten we eerst de schapenstront van het veld halen. Ik was hele weken op Bornia. Ik heb in elk elftal wel gekeept.”
De keuze om keeper te worden is snel gemaakt. ,,Ik kon niet voetballen. Dat was ook haast niet mogelijk met het schoeisel dat ik had. Zes oudere broers had ik en ze voetbalden allemaal. De schoenen waar ik op speelde waren afdankertjes van mijn broers. Ze waren vaak te groot, versleten en de proppen zaten er soms half onder.” Waar veel jonge voetballertjes een idool hebben in het betaalde voetbal zoekt Oscar Zijlstra zijn voorbeeld dichter bij huis. ,,Ik lag als klein jochie altijd achter de goal bij Piet, mijn tien jaar oudere broer. Van hem heb ik de kunst van het keepen afgekeken. Piet heeft bij Friesland, Warga en Sint Jacob gekeept. Hij was echt mijn maatje. We waren onafscheidelijk. Ook toen we ouder werden. Dan stonden we ’s avonds soms samen in het slachthuis. Piet is in 1981 verongelukt bij Zwarte Haan, samen met zijn vrouw Akke. Dat was een behoorlijk drama.”
In de vroege jaren ’70 wordt Oscar Zijlstra eerste doelman van LVV Friesland. In amateurvoetballand maakt Zijlstra snel naam. Na een uitwedstrijd tegen Hoogezand in oktober 1976 is de reputatie van Zijlstra als onverzettelijk goalie definitief gevestigd. In dit duel loopt Zijlstra al voor de pauze een zware knieblessure op. Zijlstra weet van geen wijken en keept door. In de tweede helft gaat het weer mis als Hoogezand-speler Bert Ebens Zijlstra vol in het gezicht raakt. Iedereen ziet dat de schade enorm is. Nog steeds weigert Zijlstra zich te laten vervangen. Een geluk voor zijn teamgenoten. Dankzij hun uitblinkende doelman houden ze het in het Groningse op 0-0. Na afloop constateert een tandarts dat Zijlstra 8 tanden armer is. LVV Friesland zit dan middenin de gloriejaren. Met spelers als Boudy van der Heide, Rienk Onsman en Dicky Veltman wordt in 1977 zelfs de hoofdklasse bereikt. Op de twee achtereen behaalde kampioenschappen volgen twee opeenvolgende degradaties. Een decennium later na opnieuw twee degradaties raakt de ooit zo trotse vereniging helemaal in de neder klets. Dat maakt Zijlstra niet meer mee. In 1979 maakt hij de stap naar Cambuur. Op semiprofbasis.
De combinatie werk-voetbal was wennen, blikt Zijlstra 44 jaar later terug: ,,Ik was slager. Werkte bij Vleesbedrijf Brada op het abattoir. Stond om 5 uur op, werkte tot 12 uur, ging tussen de middag thuis even een hapje eten. Daarna tot 3 uur terug naar het werk en om 4 uur naar de club. Al met al was ik ’s avonds pas om 9 uur thuis. Zo hebben we het jaren gedaan. Het was zwaar, maar ik heb er van genoten.” Ook wennen is de plaats op de reservebank die Zijlstra in aanvankelijk ten deel valt. In zijn eerste jaar bij Cambuur komt Zijlstra tot 4 optredens in de hoofdmacht. In 1980 keren de kansen als eerste doelman Johan Tukker naar FC Groningen vertrekt. Vanaf dat moment is Oscar Zijlstra in Leeuwarden 7 seizoenen de onbetwiste nummer 1. Dat de Eredivisie nooit gehaald wordt ziet Zijlstra als een smetje op zijn prachtige voetbalcarrière. Een klein smetje. De mooie herinneringen overheersen.
Een van de mooiste herinneringen is de reis naar Japan met Cambuur in 1985. ,,Dat was toen we Simon Kistemaker als trainer hadden. Geweldige kerel en een van de beste trainers die ik heb gehad. Apart dat we onder hem laatste werden. Korbach kwam daarna. Ook een prachtige vent. Als ik tegenwoordig langs het veld bij een training van Cambuur sta te kijken vind ik het een tamme boel. Totaal geen beleving. Had je eens een training van ons onder Korbach moeten zien. De vonken spatten eraf. Korbach deed zelf ook mee, scheenbeschermers voor en achter. Hij had het soms zwaar te verduren. Zelf ontzag hij ook niemand hoor. Sommigen hadden een hekel aan training. Ik niet. Ik vond het heerlijk om me na een dag hard werken lekker uit te leven op het trainingsveld. Nadeel was dat je vaak van huis was. Gelukkig accepteerde het thuisfront het. Mijn vrouw Bea stond er volledig achter.”
Over een jaar is Oscar Zijlstra exact een halve eeuw samen met zijn echtgenote Bea Feenstra. Al bijna 40 jaar wonen ze in Burgum. ,,Als ik door de Leeuwarder binnenstad loop mis ik de stad wel eens. De humor vooral. Verder wonen we hier prima.” Bea is een echte voetbalvrouw, aldus Zijlstra: ,,Ze heeft een betere kijk op het spelletje dan veel mannen. Ze komt uit een echt voetbalnest. Haar vader Tjip is scout geweest voor Cambuur. We leerden elkaar notabene langs het voetbalveld kennen. Tijdens een TBC-toernooi in Leeuwarden stond ze aan de zijlijn en raakte ik met haar aan de praat. Toen we later wat kregen ging Bea altijd mee naar wedstrijden. Behalve dan die ene keer”, lacht Zijlstra.
Het is een bekend verhaal. Met ‘die ene keer’ verwijst Oscar Zijlstra naar zaterdag 9 november 1985. Cambuur speelt die druilerige avond thuis tegen Willem II. Bea is jarig en blijft thuis in Burgum om de visite te ontvangen. Ze krijgt daardoor niet mee wat er in het Cambuur-stadion gebeurt. Terwijl bij Bea de visite binnen druppelt, staat de heer des huizes een kilometer of 10 verderop op het punt de bal een peer te geven. Het uittrappen is niet Zijlstra zijn grootste specialiteit, maar hij heeft in de eerste helft wind mee. Gedragen door de wind komt de bal een heel eind op de vijandelijke speelhelft. Willem II-keeper Verkerk verkijkt zich volledig op de snelheid die het speeltuig na de eerste stuit op het gladde veld aanneemt en spoedt zich terug richting zijn veste. Te laat. Bij de tweede stuit is het leder de doellijn gepasseerd. Keeper Oscar Zijlstra scoort vanuit het eigen strafschopgebied. Een unicum in de voetballerij.
In 1985 is het niet vanzelfsprekend dat er cameraploegen aanwezig zijn bij wedstrijden van Cambuur. Toch wordt het unieke moment op beeld vastgelegd. Uitgerekend die avond is fysiotherapeut Lamsma met zijn eigen camera aan het experimenteren op de tribune. Beelden van het doelpunt gaan de hele wereld over. Op youtube is het filmpje tienduizenden keren bekeken. Wekelijks wordt Zijlstra aan het moment herinnerd. ,,Veel oudere mensen herkennen me. Vaak gaat het dan al snel over dat doelpunt.” In de hal van de woning van Oscar en Bea Zijlstra hangt een ingelijst Cambuur-shirt. Een award, uitgereikt omdat het doelpunt van Zijlstra is bekroond tot het mooiste uit de clubhistorie.
Een jaar na deze bijzondere gebeurtenis verdwijnt Zijlstra na iets meer dan 200 officiële duels voor Cambuur uit de basis elf. ,,Ik had een hernia. Zat bijna van kop tot teen in een korset. Toch trainde ik altijd. Toen Fred Grim werd gehaald wist ik dat mijn dagen als eerste keeper waren geteld. Fred was full-prof. Ik was al 35. Ik ben daarna tot 1992 bij de club gebleven als keeperstrainer. Tegelijkertijd trainde ik de jeugd bij vv Bergum. Dat heb ik ongeveer 20 jaar gedaan. Met veel plezier, al moest ik eerst afrekenen met ouders die zich met de gang van zaken bemoeiden. Na een van mijn eerste wedstrijden als trainer had ik direct een vader aan de telefoon. Die wilde weten waarom zoonlief reservespeler was. Dat soort ongein hoefde je bij mij niet mee aan te komen. Het gesprek was gauw ten einde. Daarna heb ik nooit weer last gehad.”
Alweer verscheidene jaren is Oscar Zijlstra met pensioen. ,,Dat bevalt best”, zegt Zijlstra met een brede grijns. ,,We vervelen ons geen moment”. De twee jachthonden – Flora en Lotte – zijn daarvan mede de doorzaak. ,,Elke dag komen ze er zeker een keer of 5 uit. We vliegen overal heen met die beesten.” Verder is het echtpaar Zijlstra nauw betrokken bij het wel en wee van de kroost: zoon Sander en dochter Susanne met aanhang. Inmiddels zijn er drie kleinkinderen, een grote rijkdom: ,,We hebben twee kleinzoons, Beau en Finn, en een prachtige kleindochter genaamd Sidney. Beau voetbalt bij FC Burgum in de onder-11. Als het een beetje kan gaan we kijken. Finn is een verdienstelijk wielrenner. Ook bij hem kijken we graag, al moet hij steeds verder weg voor zijn wedstrijden. De laatste tijd zit hij vooral in Limburg. Dat is lastig te doen voor ons. Wielrennen vind ik een prachtige sport. Vroeger had ik zelf een racefiets. Ik was vaak op pad met Koko Hoekstra, mijn oud-teamgenoot. Die woont hier een blok verderop.”
Oscar Zijlstra is al meer dan 30 jaar bij Cambuur weg. De rasechte Leeuwarder is in hart en nieren een Cambuur-man gebleven. ,,Dat gevoel gaat nooit meer weg. Ik kijk regelmatig bij de training. Wedstrijden in het stadion zie ik nooit. Ik ben aan een nieuwe heup toe. Negentig minuten op zo’n kuipstoeltje zitten valt niet mee. De degradatie zag je aankomen. Het elftal ontbreekt kwaliteit. Ingewikkelder is het niet.” Op TV volgt Zijlstra het voetbal op de voet. ,,De wedstrijden dan. Die praatprogramma’s laat ik wel eens liggen. De voetballerij is veranderd. In mijn tijd was een keeper er om ballen tegen te houden. Tegenwoordig kunnen keepers alles met een bal. Vroeger was zeker niet alles beter, maar aan geouwehoer op het veld zoals laatst met Feyenoord-Ajax erger ik me mateloos. De bedragen die worden betaald slaan nergens op. Messi naar Saudi-Arabië voor 360 miljoen euro per jaar, terwijl iedereen om hem heen verrekt. Beschamend is het. Wat dat betreft was het in onze tijd leuker. Profclubs keken toen meer naar de eigen regio. Zo kwam Cambuur bij mij terecht. Ik was geen weergaloos talent. Dankzij een goede mentaliteit heb ik het toch aardig ver weten te schoppen. Een koffer met geld heb ik er niet aan over gehouden. Wel een koffer met hele mooie herinneringen. Dat is me minstens zoveel waard!”
Met deze selectie promoveerde LVV Friesland in 1977 naar de hoofdklasse. Staand, van links naar rechts: Jan Schukking (grensrechter), Sietse Bergsma, Jan van der Weij, Fokkie Dijkstra, Geert van Asperen, Boudy van der Heide, Gerard Lippold (trainer), Jan Tromp, Theo Balk en Anne Gramsma (elftalleider). Gehurkt: Rienk Onsman, Sieds Rienks, Juul Schuil, Karel Brouwer, Dick Veltman, Loet Kemper, Gerard Balk, Oscar Zijlstra en Anne Post.
Oscar Zijlstra in zijn jonge jaren, in actie als doelman van LVV Friesland.
Oscar Zijlstra was semiprof. Als de training bij Cambuur begon had Zijlstra er al een werkdag in het abbatoir op zitten.
De Cambuur-selectie in de jaargang 1980/1981. Achtsterste rij, van links naar rechts: Gerrie Schouwenaar, Johan Groote, Hans Erkelens, Dick Bults, Klaus Roosenburg, Oscar Zijlstra, Bertus Holkema en Dick Lamsma (fysiotherapeut). Midden: Martin Jansen (manager), André Roosenburg, Jan Boersma, André Onclin, André Kramer, Jos Peltzer, John van Wensveen, Piet Adema (verzorger), Henk de Jonge (trainer). Zittend: Jan Ferwerda, Ronald Faber, Henk de Groot, Gerrie de Jonge, Oekie Hoekema, Foeke Booy, Johan Tukker en Sipke Bleeker.
Op het trainingsveld leefde Oscar Zijlstra zich graag uit na een dag werken.
Johan Groote ziet hoe Oscar Zijlstra de bal stijlvol uit de kruising ranselt.