Als Harry van der Meulen (1953) wordt gevraagd naar het dieptepunt uit zijn voetbalcarrière, verraadt de lange stilte die volgt al het antwoord. Dieptepunten? Ze waren er eigenlijk niet. Het zijn de mooie herinneringen die zijn blijven hangen. Aan de drie jaren die hij voor Cambuur speelde, maar ook zeker aan zijn tijd bij LAC Frisia 1883. Bijna 300 wedstrijden, 15 seizoenen in totaal, speelde Van der Meulen voor eerste elftal van “De Lakskún”. Het leverde hem de bijnaam Mister Frisia op en als klap op de vuurpijl een plekje aan de muur van de Frisia-kantine, op de Wall of Fame. Al 62 jaar is Van der Meulen lid van de oudste club van Friesland. Met recht een Frisiaan in hart en nieren.
Acht jaar oud is Harry van der Meulen als hij moet verschijnen voor de ballotagecommissie. De ballotagecommissie? Zeker! Jarenlang wordt er bij het van origine elitaire LAC Frisia gewerkt met een Commissie die moet keuren of een aanstaand lid past bij de vereniging. Van der Meulen doorstaat de test. Lachend: ,,Daar zat ik ook niet over in. Mijn vader heeft zijn hele leven functies vervuld voor de club. Die regelde dat wel. Ik kan me trouwens niet herinneren dat er ooit iemand niet door de ballotage is gekomen. Vlak na de oprichting was Frisia een club van stand, in die tijd was niet iedereen welkom. In onze jeugd was de ballotagecommissie er vooral nog vanuit traditie. In Hotel De Klanderij hier in Leeuwarden moest je dan op gesprek bij de Commissie, die vervolgens achter een gordijn ging zitten te vergaderen of je goed genoeg was.”
Zijn eerste schreden op het voetbalveld zet Harry van der Meulen als verdediger. In de junioren wordt hij omgeturnd tot aanvaller. Dat blijkt een gouden greep. Het scoren gaat hem gemakkelijk af. Van der Meulen is een doordouwer en heeft de beschikking over een formidabele traptechniek. Van veertig meter legt de talentvolle Leeuwarder de ballen moeiteloos bij teamgenoten op de stropdas. Het debuut in het eerst elftal laat niet lang op zich wachten. In maart 1972 wordt Van der Meulen na een doordeweekse trainingsavond aangeschoten door hoofdtrainer Hetty van Zwol. Of hij mee wil spelen in de kampioenswedstrijd tegen Bergum. Dat wil Van der Meulen uiteraard. Wat er een paar dagen later in Burgum gebeurt, lijkt geschreven te zijn in een jongensboek. Na een 0-0 ruststand breekt de 18-jarige debutant de score na de pauze open. ,,Voorzet van Peter Eerhart en ik kopte de bal met een snoekduik binnen. Later maakte ik ook de 0-2. Daarna groot feest natuurlijk. We waren kampioen”, herinnert de geboren Leeuwarder zich moeiteloos, meer dan een halve eeuw na dato.
Harry van der Meulen haakt snel aan bij de eerste selectie. Vrijwel direct is er interesse uit het betaalde voetbal. Met name Cambuur trekt nadrukkelijk aan de bel, maar Van der Meulen is niet bereid om voor een appel en een ei de overstap te maken naar de eerstedivisionist. ,,Ik was er al voor gewaarschuwd dat profclubs het liefst zo weinig mogelijk wilden betalen. Als ik naar Cambuur ging, moest ik er veel voor laten. Daar wilde ik dus ook wat voor terug. Manager Rieks Spiegelaar en hoofdtrainer Leo Beenhakker zijn meerdere keren bij me thuis geweest om te praten over een B-contract. Keer op keer heb ik ze weggestuurd met de mededeling dat ik alleen zou komen voor een A-contract. Na enkele weken gingen ze overstag. Ik woonde nog thuis en stond op het punt om te verhuizen naar een flatje hier in de stad. Dat appartement is keurig door Cambuur ingericht”, vertelt Van der Meulen over de ontwikkelingen in 1974.
Het eerste jaar onder Leo Beenhakker verloopt prima. Beenhakker ziet het wel in Van der Meulen zitten. ,,Ik vond het verrekte jammer dat Beenhakker na een jaar wegging”, blikt Van der Meulen terug. ,,Ik ben er van overtuigd dat ik een veel betere voetballer was geworden als ik langer onder hem had getraind. Leo ging naar Veendam. Samen met teamgenoot Elt Hazelof heb ik overwogen om een transfer naar Veendam af te dwingen. Al snel realiseerde ik me dat dit geen realistische optie was. We wilden in de stad blijven wonen. Vijfmaal in de week Leeuwarden-Veendam op en neer is geen pretje, zeker niet met de wegen van toen.”
Harry van der Meulen blijft bij Cambuur, waar hij onder nieuwe trainer Atte Bouma een aardig seizoen draait. In Schiedam tegen SVV scoort Van der Meulen zijn eerste officiële doelpunt in het betaalde voetbal, spoedig gevolgd door een tweede tegen FC Dordrecht. Daar blijft het bij. Met dank aan Nol de Ruiter, stelt Van der Meulen onomwonden: ,,Atte Bouma had zijn trainerspapieren niet en werd in 1976 opgevolgd door De Ruiter. Daarmee waren mijn kansen verkeken. Een half wedstrijdje heb ik dat jaar gespeeld. Toen had De Ruiter op zijn manier genoeg gezien. Onvoorstelbaar dat die man later naast Michels op de bank zat toen het Nederlands Elftal in 1988 Europees Kampioen werd”, steekt Van der Meulen zijn mening over de Utrechtse voetbaltrainer niet onder stoelen of banken.
Na zijn Cambuur-tijd laat Harry van der Meulen zich weer overschrijven naar Frisia. De terugkeer op het oude nest lijkt een stuk vanzelfsprekender dan deze eigenlijk is, zegt Van der Meulen eerlijk: ,,Frisia was afgezakt naar de vierde klasse. Dat is geen aansprekend niveau als je net uit het betaalde voetbal komt. Ik heb eerst met Sneek gesproken, met voorzitter Doevendans. Daar werd niet meer betaald dan een paar voetbalschoenen en een reiskostenvergoeding. Daarvoor kwam ik niet 3 of 4 keer per week uit Leeuwarden. LVV Friesland, dat op het punt stond om naar de hoofdklasse te promoveren, was wat dat betreft een aantrekkelijker optie. Het stond zelfs al in de krant dat ik naar Friesland zou gaan. Uiteindelijk ging het niet door. Toen even later Frisia-voorzitter Folkert Popma me belde waren we er gauw uit. Popma was makelaar. Hij heeft me geholpen om van een flat naar een eengezinswoning te komen. Dat gaf de doorslag. Daarnaast was ik blij om weer met mijn maten te spelen. Wat niveau betreft had ik het in 1977 best hogerop kunnen zoeken, maar spijt van mijn keuze om weer naar Frisia te gaan heb ik tot op de dag van vandaag nooit gehad.”
De terugkeer van Harry van der Meulen legt Frisia geen windeieren. Direct wordt de titel in de vierde klasse gevierd en jaar in jaar uit manifesteert Van der Meulen zich als topscorer van zijn ploeg. Van der Meulen peinzend: ,,Toch lukte het ons maar moeilijk om uit de vierde klasse weg te blijven. In 1981 degradeerden we onder Joop de Jong. Dat was best beschamend. Speelden we tegen clubs als TFS, Wilper Boys en Sport Vereent. Met alle respect voor die clubs hoor, maar qua status hoorde Frisia daar niet tussen. Zoals de meeste stadsclubs ontbrak het ons aan de over-mijn-lijk-mentaliteit. Ik had die instelling zelf wel. Ik stroopte de mouwen altijd op en was als aanvoerder hele wedstrijden bezig om de zaak op scherp te krijgen. Dat lukte maar mondjesmaat.”
De omslag komt als Meine Boerstra in 1981 als hoofdtrainer op sportpark De Magere Weide neerstrijkt, stelt Harry van der Meulen. ,,Meine was bloedfanatiek. Soms wel eens op het randje, dat had de ploeg ook nodig. Hij wist de spelers voortreffelijk te motiveren. Conditioneel waren we in die jaren ijzersterk. We wonnen vaak wedstrijden vlak voor tijd. Het hielp ook dat Jan-Watse Jousma vanuit de jeugd overkwam. Die scoorde altijd en overal. We deden graag een stapje extra voor hem.” Kampioenschappen in 1982 en 1984 maken van Frisia een tweedeklasser. Eindelijk wordt er gespeeld op een niveau dat bij de club past. Op dat moment zit Harry van der Meulen al in de herfst van zijn voetbalcarrière. In 1989 neemt hij definitief afscheid van Frisia 1. Hij krijgt van de club een afscheidswedstrijd aangeboden tegen een Leeuwarder amateurselectie. Honderden geïnteresseerden zien de Frisia-spelmaker van weleer voor een laatste maal schitteren als prestatief voetballer.
Het jaar 1989 markeert ook een andere belangrijke gebeurtenis in het leven van Harry van der Meulen, een minder leuke: ,,Kor de Jong, onze trainer toen bij Frisia, wisselde me tijdens een wedstrijd tegen Nicator. Ik snapte niets van die wissel en vroeg waar hij mee bezig was. Kor vertelde me dat hij vond dat ik vreemd liep en dat ik me maar eens moest laten onderzoeken. Kor was sportarts, hij wist er meer van dan ik dus dat heb ik maar laten doen. Bleek dat er van alles mis was met mijn hart. Ik kreeg toen een uitwendige pacemaker. In 1989 werd dat een inwendige pacemaker. Met kerst werd ik thuis niet goed. Een buurman heeft me naar het ziekenhuis gebracht, waar ik in korte tijd 3 hartstilstanden kreeg. Links en rechts rondom mij zag ik artsen rennen. Een aparte gewaarwording. Sindsdien is het goed. Het is prima leven met een pacemaker.”
Als de operatie plaatsvindt, is Harry van der Meulen al aan een carrière begonnen als hoofdtrainer. Die carrière start flitsend; met de hoofdmacht van Berlikum wordt Van der Meulen kampioen. Dat succes ten spijt, komt Van der Meulen er dan ook achter dat je als trainer meer bent dan alleen oefenmeester. ,,Je bent haast sociaal werker. Dat is mijn ding niet. Wat dat betreft vond ik het als jeugdtrainer van Frisia leuker. Met de B- en de C-junioren van Frisia hebben we heel wat prijzen gepakt. Later heb ik ook nog een tijdlang op Ameland getraind, bij Geel Wit. Ytzen Siderius was daar trainer, maar hij moest onder het mes vanwege een hernia. Ytzen vroeg of ik het wilde overnemen. Ik heb de vrijdagavondtraining en de coaching tijdens wedstrijden toen gedaan. Geel Wit had de zaakjes prima voor elkaar. Een fijne club, met fijne mensen. Een sponsor regelde een bungalow voor ons. Op vrijdagmiddag gingen we er vaak al heen met het gezin.”
Dat gezin bestaat uit echtgenote Gerda – waar Harry van der Meulen dit jaar het gouden huwelijk mee viert – en de beide dochters Sonja en Monique. Inmiddels zijn er al 4 kleinkinderen ,,En allemaal hebben ze korte of langere tijd gevoetbald, bij Frisia uiteraard”, knipoogt Van der Meulen. ,,Het gaat ons goed. Onze dochters zijn goed terecht gekomen. Als je gezond bent en het gaat je naasten goed, dan heb je verder niet zoveel meer te wensen”, zegt Van der Meulen met een brede glimlach.
Minder positief is Harry van der Meulen als het over de voetballerij van nu gaat, waar hij nog nauw bij betrokken is ,,Sinds een tijdje sta ik achter de bar bij de zakenclub van Cambuur. Heel leuk. Bij Frisia 1 kom ik zo nu en dan. Het blijft mijn club. Ik ken lang niet alle spelers meer, maar de nazit is altijd gezellig. Op TV volg ik veel. Wat ik zie kan me vaak niet bekoren. Voetballers van nu krijgen te veel opdrachten mee en het geld dat er in het voetbalwereldje omgaat heeft de sport tot op het bot bedorven. Ik kan me er echt aan ergeren”, zegt Van der Meulen hoofdschuddend.
Gelukkig heeft Van der Meulen genoeg andere beslommeringen. Al is hij al drie jaar met pensioen, hij werkt nog steeds twintig uren in de week. ,,Zo lang dat kan, blijf ik dat ook doen”, zegt Van der Meulen enthousiast. ,,Ik werk voor PB-runner, koerier in de medische sector. Ik breng medicijnen langs bij klanten. Contacten met mensen, daar hou ik van. In het verleden ben ik jarenlang werkzaam geweest als vertegenwoordiger voor slagerijbenodigdheden. Ook heb ik meer dan 15 jaar als verkoper gewerkt bij Intersport Luxen. Ik ben altijd onder de mensen geweest. Het werk houdt me fit.”
En fit is de inmiddels 70-jarige Harry van der Meulen, mede omdat hij nog 2 of 3 keer per week de voetbalschoenen aantrekt als speler van LAC Frisia 65+. Als hij erover vertelt, lichten zijn ogen op: ,,Iedere week trainen we drie keer. Zeker na de training op zondagochtend is het beregezellig. Een hapje en een drankje erbij. Potje darten, potje biljarten of even een voetbalwedstrijdje op TV zien. Ik kijk er elke week naar uit. We gaan ook al een aantal jaren op reis met het hele gezelschap. Het begon met een trip naar Mallorca. Daarna volgden Gran Canaria, Andalusië en de Algarve. Dit jaar staat Kreta op het programma. Ieder jaar weer is het onvergetelijke week. Ik ben er zeer dankbaar voor dat ik dit als zeventiger nog mee mag maken. Ik heb een prachtige voetbalcarrière achter de rug, maar die reisjes? Man, dat is echt de kers op de taart!”
Het tweede elftal van Cambuur, gefotografeerd in 1976 tijdens een toernooi in Raalte. Staand, van links naar rechts: Uilke Hoekema, Claus Roosenburg, Johan Tukker, Wim Goozen, André Roosenburg, Dick Gardenier, J. Veenstra, Wieb Rodenhuis en trainer Atte Bouma. Gehurkt: Klaas Duker, Leen Spek, Steffen Hansma, Bert Jaspers, Pier Noordmans, Wim Huizing en Harry van der Meulen.
Harry van der Meulen (links) en Sjouke van der Heide proberen hoofdtrainer Atte Bouma de bal afhandig te maken in 1975. Henk van der Land kijkt lachend toe.
Door een erehaag van jeugdvoetballers betreedt Harry van der Meulen op 26 mei 1989 voor de laatste keer het veld als speler van Frisia 1.
Het eerste elftal van LAC Frisia in het seizoen 1980/1981. Staand, van links naar rechts: Sjoerd Heeringa, Ype Goedemoed, Jan Harder, Jan Watse Jousma, Willem Jan Schokker, Siep Jan Wiersma, Dirk Ferwerda, Roelof Otto en trainer Joop de Jong. Zittend, van links naar rechts: Chris Miedema, Arthur Baudet, Hans van Kouwen, Harry van der Meulen, Roelof Keizer en Willem van der Meulen.