,,Een prachtige tijd, die iets te kort heeft geduurd”, aldus Gerard van der Meer als hij de twaalf jaren die hij in Drachtster Boys 1 speelde samenvat. Te kort of niet, op de tien seizoenen voetbal op het hoogste amateurniveau en de gespeelde oefenpotjes tegen clubs als Barcelona, Ajax, Feyenoord en PSV zal menig amateurvoetballer jaloers zijn. Zijn winnaarsmentaliteit, zijn nimmer aflatende inzet en zijn slimheid maakten de kopsterke Van der Meer tot een onmisbare schakel voor Drachtster Boys, een absoluut boegbeeld in een tijd die geldt als de succesvolste periode uit het clubbestaan.
Opgroeiend in een 14-koppig gezin waarin meerdere broers voetballen en woonachtig aan de Zool – een straat waar de bal vaak hele dagen rolt – is het haast vanzelfsprekend dat Gerard van der Meer (1968) al op jonge leeftijd besmet raakt met het voetbalvirus. De vele uurtjes voetbal op de veldjes en de pleintjes in de omgeving, ze vormen Van der Meer als voetballer, misschien nog meer dan de vele trainingsuren dat in latere jaren doen. Als de elfde telg van de christelijk opgevoede kroost van Romke Jan en Ruurdtje van der Meer wordt aangemeld bij Drachtster Boys is het niet direct zichtbaar dat het hoogste seniorenteam er op termijn een sterkhouder bij krijgt. Gerard van der Meer voetbalt in de diverse leeftijdscategorieën regelmatig voor de tweede en soms zelfs derde teams. Op zestienjarige leeftijd komt daar verandering in. Vanwege een uitvaller in de B1 – tegenwoordig de onder 17 – schuift Van der Meer een elftal op.
Eigenlijk is er vanaf dan geen omkijken meer aan. In de op landelijk niveau spelende hoogste jeugdteams van Drachtster Boys groeit de betrouwbare back Gerard van der Meer, voetballend met gebogen rug en met zijn uitschuifbare benen sleurend voor elke meter uit tot een vaste waarde. Op achttienjarige leeftijd maakt hij als junior voor het eerst zijn opwachting in het vlaggenschip waar oudere broer Auke dan al enige tijd deel van uitmaakt. Van langzaam brengen is geen sprake; een week na zijn officiële debuut tegen FC Meppel mag Van der Meer de verdedigende stellingen komen versterken in de bekerfinale tegen de reserves van FC Groningen. Dat gaat uitstekend. Dankzij een laat doelpunt van Sietse Johan Miedema en de uitstekend keepende Anne Sijbesma sleept Drachtster Boys voor de tweede keer in de clubhistorie de districtsbeker in de wacht. Tot een herhaling van het succes van 1983, wanneer de Drachtster zwartwitten ook de landelijke beker winnen, komt het niet. In het finaletoernooi op het veld van het Groesbeekse Germania worden de Friezen op doelsaldo uitgeschakeld door het Limburgse Venray.
Voor het ambitieuze Drachtster Boys moet de bekerwinst van 1987 de opstap zijn naar een verblijf op het hoogste amateurplatform. Het pakt volledig anders uit en achtendertig jaar later weet Gerard van der Meer nog steeds niet waarom: ,,Het boterde niet tussen een aantal routiniers in de selectie en hoofdtrainer Gerrit Bil. Mannen als Jan Henstra en Dicky van der Wal liepen op een gegeven moment zelfs in het tweede elftal te voetballen. Ik was jong en heb me niet bemoeid met de gang van zaken. Dat het niet draaide was me wel duidelijk.” In april 1988 stapt Gerrit Bil na een verliespartij bij het Coevorder CSVC op. Zonder Bil zal er in de weken die volgen nauwelijks verbetering komen in de matige resultaten. Drachtster Boys, dat zo graag de stap omhoog wil maken, eindigt op een zwaar teleurstellende zevende plaats.
Hoe anders zal het gaan na de zomerstop als Erik Assink uit Leek op het Drachtster Bos is neergestreken als roerganger. Onder Assink worden de rijen gesloten. Meteen blijkt dat er veel meer in het vat zit dan een zevende plaats. Vanaf de eerste speelronde nestelt Drachtster Boys zich bovenin het klassement. Als de competitie halverwege is hebben Assink en de zijnen enkel nog wat te vrezen van Be Quick’28. Uitgerekend een overwinning tegen deze opponent op de voorlaatste speeldag bezorgt Drachtster Boys het kampioenschap. Op het hoogste amateurniveau groeit de enige zaterdagclub die Drachten dan rijk is uit tot een stabiele factor. Nimmer hoeft er serieus voor degradatie te worden gevreesd, over een kampioenschap hoeft eveneens niet te worden gefantaseerd.
Volgens Gerard van der Meer zijn de hoogtijdagen die in 1988 zijn aanvang vinden voor een groot deel te danken aan Erik Assink, de man die hij betitelt als de beste oefenmeester waar hij onder heeft getraind. Opvallend, omdat in dit rijtje ook de namen van heden ten dage in het betaald voetbal werkende trainers zoals Henk de Jong en Gerry Hamstra staan: ,,Misschien is het niet helemaal eerlijk om te vergelijken, Henk de Jong was slechts 29 jaar toen hij hoofdtrainer werd van ons, Gerry Hamstra 27. Toch, Erik Assink heeft de basis gelegd voor de jaren waarin we in de hoogste klasse speelden. Dat hij later bij IJsselmeervogels het ene na het andere kampioenschap behaalde heeft me nooit verbaasd. Assink zette bij ons de organisatie vanuit de verdediging neer. Omdat wij de boel achterin vaak dicht hielden en voorin spelers als Fedde Keegstra, Marco Bolt, Tjibbe Ferwerda en Jan de Vegt regelmatig beslissend waren hielden we de kop steeds vrij gemakkelijk boven water. Dat we in Henk Jager vanaf 1993 een uitstekende keeper hadden hielp natuurlijk een handje. Henk was voor de duvel niet bang, als spits moest je niet te dicht bij hem in de buurt komen. Ik kan me herinneren dat we eens ergens op de Veluwe een verhit potje hadden gespeeld. Toen we in de pauze van het veld liepen werd er door de supporters van de tegenpartij een paraplu naar ons gegooid. Henk bedacht zich niet, raapte de paraplu op en smeet ‘m keihard weer terug in die kliek supporters. Toen waren de poppen aan het dansen”, blikt Van der Meer hoofdschuddend terug.
Verhitte potjes, ze zijn er veel meer in de negentiger jaren, zo vertelt Gerard van der Meer. Uitwedstrijden tegen Urk en Spakenburg, maar meer nog de derby’s tegen Harkemase Boys: ,,Dat Harekieten Henk en Sjoerd Jager bij ons speelden wakkerde het vuurtje langs de zijlijn natuurlijk behoorlijk aan. De scheidingslijn tussen sfeer en intimidatie was soms flinterdun, desondanks waren het prachtige wedstrijden om te spelen. Vuurwerk, 2.500 man langs de lijn, echt de krenten in de pap.” Over krenten in de pap gesproken, waar Drachtster Boys in competitieverband kan rekenen op bezoekjes van de crème de la crème van het noordelijke en oostelijke zaterdagvoetbal, weet het bestuur van de club oefentegenstanders te regelen waarvoor het Drachtster Bos hélemaal volloopt.
Het begint voor Gerard van der Meer in 1988 als hij het met zijn teammakkers op mag nemen tegen Ajax. Van der Meer, negentien jaar oud, wordt in deze met 0-12 verloren oefenpartij gekoppeld aan zijn Amsterdamse leeftijdsgenoot Dennis Bergkamp. Eveneens aansprekend is de oppositie twee jaar later als Drachtster Boys de degens kruist met PSV. Toch, met in 1994 ook nog eens Feyenoord als gast – dat Fryslân verlaat met een haast beschamende 0-1 zege – is er voor Drachtster Boys-sympathisanten één wedstrijd die in dit tijdspanne bovenuit steekt: het bezoek van Barcelona. Op 3 augustus 1992 verslaat het Catalaanse sterrenensemble van Johan Cruijff de door aanvoerder Gerard van der Meer geleide troepen uit Smallingerland met 0-9.
Minstens zo memorabel als het bezoek ván Barcelona, is het bezoek áán Barcelona dat in januari 1994 plaatsvindt. Sponsor en bestuurslid Piet Hemel weet een trainingskamp te regelen in het Spaanse. Gedurende het achtdaagse verblijf aldaar ontmoet het Friese gezelschap in Camp Nou Johan Cruijff, Ronald Koeman en de Bulgaarse stervoetballer Hristo Stoitchkov, worden er op gravelvlaktes oefenwedstrijden gespeeld tegen clubs als Tabbarro en Vallarca en wordt als klap op de vuurpijl een bezoek gebracht aan de door 120.000 toeschouwers bijgewoonde kraker Barcelona-Real Madrid, die door de Catalanen met 5-0 wordt gewonnen. Een onvergetelijke ervaring en een groot hoogtepunt, beter gezegd één van de vele grote hoogtepunten uit de carrière van Gerard van der Meer. ,,Wat ik verder altijd heel leuk vond”, vult Van der Meer aan ,,dat waren de wedstrijden die het Nieuwsblad van het Noorden organiseerde. In die krant werd door een aantal correspondenten en trainers ieder weekend een ‘Elftal van de Week’ samengesteld. De spelers die aan het einde van het seizoen het vaakst tot zo’n team waren verkozen, mochten gezamenlijk als ‘Elftal van het Jaar’ een oefenwedstrijd spelen tegen een profclub uit het noorden. In totaal ben ik vier keer verkozen tot het ‘Elftal van het Jaar’. Daarnaast heb ik in het bomvolle oude Abe Lenstra-stadion meegespeeld met een Friese amateurselectie in de afscheidswedstrijd van Rodion Camataru.
Zijn er naast de ontelbare mooie ook minder fraaie herinneringen? De lange stilte die volgt op deze vraag zegt genoeg. Dan, na enig nadenken: ,,Dat onze moeder vanwege een ernstige ziekte een tijdlang niet meer langs de lijn stond vond ik vreselijk. Ze was een trouw supporter, ze was er altijd bij. Verder vond ik het heel jammer dat ik in 1997 geschorst was toen we voor de KNVB-beker tegen Cambuur en SC Heerenveen speelden.” Tot slot, niet zozeer een dieptepunt, wel iets wat Van der Meer betreurt: ,,Er is ooit interesse geweest van SC Heerenveen. Dat heb ik pas jaren later te horen gekregen. De belangstelling werd zoals toen gebruikelijk via de club kenbaar gemaakt, daar is het meteen spaak gelopen. Niet dat ik denk dat ik was geslaagd in het betaalde voetbal. Ik ben bescheiden, die karaktereigenschap kun je in het profwereldje beter niet hebben. Toch, zo enorm was het verschil tussen Drachtster Boys en Heerenveen ook weer niet rond 1990. Het had een mooie uitdaging kunnen zijn.”
Het besluit van Gerard van der Meer om op 29-jarige leeftijd te stoppen als speler van Drachtster Boys 1 doet in 1998 menig wenkbrauw fronzen. Van der Meer wordt dan ook meteen teruggevraagd als het Drachtster keurkorps een jaar na zijn afscheid in degradatiezorgen verzeild raakt. Dat blijkt een verstandige zet: in de eerste wedstrijd na zijn terugkeer scoort Gerard van der Meer het winnende doelpunt tegen Be Quick’28, een week later redt Drachtster Boys met Van der Meer in de gelederen het vege lijf, door notabene op het veld van Harkemase Boys een driepunter te behalen. Gerry Hamstra heeft genoeg gezien en vraagt Van der Meer om volledig terug te keren, een verzoek waaraan geen gehoor wordt gegeven.
Het was een weloverwogen beslissing om niet weer aan te sluiten bij de eerste selectie, zo legt Gerard van der Meer uit: ,,Ik was dertig jaar en vond dat ik als voetballer op de terugweg was. De topjaren lagen achter me. Het leven buiten de voetballerij begon belangrijker te worden, er waren andere prioriteiten. Ik had mijn studie rechten afgerond, daarnaast was ik met mijn toenmalige vrouw Teddy net een gezin aan het stichten.” Drie kinderen komen er voort uit Van der Meers huwelijk: Laura (1997), Ron (1998) en Renée (2001). Dat het huwelijk in 2012 strandt is het begin van een lastige periode in zijn leven. Anno 2025 kan Gerard van der Meer tevreden stellen dat alles weer prachtig op zijn pootjes terecht is gekomen.
Inmiddels is Gerard van der Meer alweer acht jaar samen met Marie Weistra. Sinds 2024 wonend in een prachtige, aan het water gelegen woning in de Leeuwarder nieuwbouwwijk Blitsaerd is er voor de geboren Drachtster – in het dagelijks leven werkzaam bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid – weinig reden tot klagen. Met de kinderen gaat het goed, binnen en buiten de Nederlandse landsgrenzen rondreizend met Marie geniet hij volop van het leven. Voetbal speelt nog steeds een rol in zijn leven, zij het in veel mindere mate dan voorheen. ,,Ik blijf er niet voor thuis. Wel hebben we beide een seizoenkaart van Cambuur, dat heeft Marie mij verplicht”, lacht Van der Meer. ,,Van jongs af aan had ik meer met Heerenveen. Tot een jaar of tien geleden was ik zelden in het Cambuur-stadion geweest. Op een goede dag liep ik Henk de Jong tegen het lijf die toen aan zijn eerste periode als hoofdtrainer van Cambuur bezig was. Henk heeft direct een paar kaarten voor mij geregeld. Nu zitten we er dus elke twee weken. Ik kijk kritisch naar voetbal, niet alleen naar het betaalde voetbal of naar Drachtster Boys 1. Laura en Renée zijn betrokken bij het vrouwenteam van Oerterp, als ik daar langs de lijn sta stoot Marie me wel eens aan dat ik een beetje moet dimmen.”
De gang naar het Drachtster Bos maakt Gerard van der Meer tegenwoordig naar eigen oordeel te weinig. Na zijn definitieve afscheid van het hoogste seniorenteam in 1999 maakt hij enige tijd deel uit van de technische staf, speelt hij enkele jaren voor het zaalteam en het vierde elftal – een vriendenploeg – alvorens hij in het vierde seniorenteam van Oerterp voor het laatst tegen de bal trapt. ,,Ik heb na 1999 wel diverse hand- en spandiensten voor Drachtster Boys verricht, een vaste functie heb nooit gehad. Ik ben tegenwoordig niet-spelend lid van de vereniging, ben tevens lid van de supportersvereniging en de Club van 50, maar nu ik in Leeuwarden woon kom ik er nog minder dan voorheen. Dit seizoen heb ik het eerste elftal alleen zien spelen tegen SC Stiens. Eigenlijk moet ik eens vaker gaan kijken. Zodra ik voet zet op het sportpark is het net als vroeger. De familiaire sfeer die er al heerste toen ik er voetbalde is nooit verdwenen. Een bezoek aan het Drachtster Bos, het voelt altijd nog als thuiskomen”, sluit de clubman pur-sang af.
De bij het artikel gebruikte foto’s zijn afkomstig uit het privé-archief van Gerard van der Meer.

Op 7 november 1988 verslaat Drachtster Boys streekgenoot BCV met 6-0. Op de foto blijft Gerard van der Meer aan de bal, ondanks een tackle van een speler van de bezoekers.

Voor het eerst in haar bestaan promoveert Drachtster Boys in 1989 naar de hoogste amateurklasse. Op de foto de kampioensploeg, vlak nadat de titel is behaald tegen het Zwolse Be Quick’28. Staand, van links naar rechts: Hans Driessen (verzorger), Sjouke Schilstra, Anne Sijbesma, Ben Tardy, Philip Altena, Jan Hoek, Auke van der Meer, Gerard van der Meer, Oedo Mulder, Ekie van der Harst (elftalleider) en Erik Assink (hoofdtrainer). Gehurkt, van links naar rechts: Jan Hilbrand van der Ploeg, Dicky van der Wal, Jan Henstra, Egbert Müller, Henk Zandstra, Jan Mulder, Jan Teitsma, Jan de Haan, Sietse Johan Miedema en Sjouke van der Werff (verzorger). Liggend: Fedde Keegstra.

In augustus 1990 komt PSV naar Drachten. De Eindhovenaren winnen, dankzij onder meer een doelpunt van Romario met 0-10 op het Drachtster Boys. Op de foto ziet Gerard van der Meer toe hoe de Braziliaanse topschutter in afwachting is van de bal.

Een groot hoogtepunt voor alles wat Drachtster Boys: op 3 augustus 1992 krijgt het bezoek van het grote Barcelona, dat twee maanden eerder net de Europa Cup 1 – datzelfde jaar omgedoopt tot de Champions League – in de wacht heeft gesleept. Op de foto zijn naast de linksonder op de foto staande Drachtster aanvoerder Gerard van der Meer ook sterren als Hristo Stoitchkov, Ronald Koeman, Richard Witschge, Andoni Zubizarreta en Brian Laudrup te zien.

Gerard van der Meer wordt vier keer verkozen in het door de correspondenten van het Nieuwsblad van het Noorden samengestelde ‘Elftal van het Jaar’. Op de afbeelding een fragment van het programmablad van de op 2 augustus 1990 gespeelde oefenpartij tussen het “Elftal van het Jaar” en de BVO Emmen.

WHC-goalie Gerard van Boven is eerder bij de bal dan Gerard van der Meer.

Op 8 augustus 1993 mag Gerard van der Meer – gehurkt, tweede van rechts – wederom meespelen met het Elftal van het Jaar. In het Groninger Oosterpark blijkt de FC met 6-0 te sterk.

Gerard van der Meer zet een tackle in tegen vv Drachten.

Gerard van der Meer probeert op 21 september 1996 Marcel Dijk van Flevo Boys te passeren.

Scoren doet Gerard van der Meer niet vaak, het doelpunt dat hij op 17 mei 1997 maakt in de uitwedstrijd tegen SC Genemuiden zal derhalve een zeer belangrijke blijken. Met het 1-1 gelijke spel dat Drachtster Boys uit het vuur sleept wordt de derde periodetitel behaald. Het levert Drachtster Boys voetbal om de KNVB-beker op. Vanwege een schorsing is Gerard van der Meer er in de daarvoor gespeelde duels tegen onder andere Cambuur en SC Heerenveen niet bij.

Gerard van der Meer gaat op de schouders van zijn medespelers bij zijn afscheid in 1998.