‘Lemster kanon Gauke Bootsma verwierf al bij leven legendarische status’
Slechts weinig voetballers is het gegeven om al bij leven de legendarische status te bereiken. In het profvoetbal lopen her en der wat levende legendes rond. In het amateurvoetbal zijn ze spaarzaam. Toch zijn ze er. Dorpsvoetballers die in de provincie en daarbuiten een heuse cultstatus verwierven. Aan de boorden van het IJsselmeer bijvoorbeeld, “op ‘e” Lemmer. Hier voetbalde ooit Gauke Bootsma. Een doelpuntenmachine met de uitstraling van een zeekapitein. Tevens een naam die langs voetbalvelden nog regelmatig voorbij komt in anekdotes. De verhalen over de Lemster visserszoon zijn talrijk en lijken rechtstreeks uit een stripboek te komen. Volgens de overlevering vroegen verdedigers van de tegenpartij om een wissel, belden scheidsrechters ziek af en vlogen keepers met bal en al het doel in als “Lytse Gauke” het op de heupen had.
Bootsma hoort het met een glimlach aan. Uiteraard worden de verhalen met het verstrijken van de jaren kleurrijker verteld. Gelukkig heeft echtgenote Ietske jarenlang trouw krantenknipsels bewaard. Wie deze doorleest, constateert dat Bootsma’s staat-van-dienst geenszins gebaseerd is op sterke verhalen. Honderden doelpunten maakte hij. Dikwijls met grof geweld. In een knipsel van september 1967 bijvoorbeeld staat zwart op wit dat de keeper van Makkinga met bal en al het doel in verdwijnt na weer eens een loeier van Bootsma. Minstens zo indrukwekkend is dat het Lemster kanon in die bewuste wedstrijd 9 van de 11 treffers voor zijn rekening neemt. Een ander bijzonder voorval wordt breed uitgemeten in de Sneeker Courant van 5 november 1973. Lemmer speelt aan de Leeuwarderweg in Sneek een belangrijke partij tegen LSC 1890. Vlak nadat LSC op 1-1 is gekomen krijgen de bezoekers een vrije trap ter hoogte van de middellijn. Bootsma neemt een aanloop van tientallen meters. De vele aanwezigen zien wat de Lemster goalgetter van plan is en verklaren hem voor gek. Een gejoel stijgt op, dat onmiddellijk verstomt als de pegel achter de verbouwereerde LSC-goalie Bertus Holkema in de touwen slaat.
,,En wat scheidsrechters betreft”, begint Bootsma, ,,Er waren ook verscheidene waar ik wel prima mee overweg kon. Maar er zaten ook figuren tussen die al voor de wedstrijd tegen mij begonnen te mekkeren dat ik me gedeisd moest houden.” Kortgeleden heeft Ietske alle schorsingsbrieven van Gauke die ze tijdens zijn voetbaltijd heeft verzameld bij het oud papier gedaan. Het waren er heel veel, zegt ze. ,,Je kon er het huis mee behangen”, grapt Gauke Bootsma. Terwijl hij al uit het eerste elftal weg is wordt hij nog eens voor een halfjaar geschorst. ,,Er werd een keiharde overtreding op mij gemaakt. Gefloten werd er niet. Ik wilde verhaal halen bij de scheidsrechter maar hij liep weg. Terwijl ik hem probeerde tegen te houden scheurde zijn shirt kapot. Dat kreeg ik later thuisgestuurd met de post met de vraag of ik het wilde vergoeden”, vertelt “Lytse Gauke” met een brede grijns.
Voor niet-Lemsters is het een raadsel waar de bijnaam “Lytse Gauke” vandaan komt. Bootsma is allerminst klein. Bijzonder potig zelfs, ook nog als 73-jarige. Hij traint elke ochtend om vitaal te blijven. Wat gezondheid betreft heeft de topschutter van weleer het de afgelopen decennia aardig voor de kiezen gehad. De eerste tegenslag vindt plaats rond zijn 50ste. Een bult op de schouder blijkt meer te zijn dan het onschuldige vetbultje dat medici hem eerst voorspiegelen. Lymfeklierkanker. Een zware klap, maar na een halfjaar chemokuren komt Bootsma er bovenop. De bestralingen eisen evenwel haar tol. Bootsma krijgt hartproblemen. Er volgt een omleidingsoperatie om deze te verhelpen. De gifbeker is nog niet leeg. Rond 2010 wordt de stem van Bootsma steeds heser. Onderzoek wijst uit dat er opnieuw een kankergezwel aanwezig is, ditmaal in het strottenhoofd. Dertig maal wordt Bootsma bestraald. Aan het einde van het verhaal wordt ook het strottenhoofd verwijderd. Sindsdien gaat Bootsma door het leven met een tracheostoma, een opening in de hals naar de luchtpijp toe. Bootsma moet opnieuw leren praten. Dat praten gaat nu een stuk moeizamer dan voorheen. ,,Het is klote. Maar ik ben vooral blij dat ik er nog ben. Er is goed mee te leven”, stelt de geboren en getogen Lemster.
Voor velen is zelfspot een goede manier om het leed te verwerken. Zo ook voor Bootsma: ,,Omdat het praten nu meer moeite kost reageer ik langzamer. Dat heeft ook voordelen. In de kroeg ben ik nu vaak te laat met bestellen. Voorheen was ik de eerste”, lacht het gezelligheidsdier. De liefde voor het kroegleven is misschien wel dé reden waarom de naam van Bootsma nooit opdook in de rangen van het betaalde voetbal. Het had gekund, stelt hij. ,,Ik leefde er destijds maar wat op los. Was voor het betaald voetbal niet serieus genoeg. Wel heb ik eens een testwedstrijd bij Haarlem gespeeld. Dat ging prima, maar al op de heenweg had ik in de gaten dat het niets voor mij was.’’ In mei 1974 doet Bootsma ook nog eens van zich spreken tijdens een oefenwedstrijd tegen Cambuur. De profs komen snel op 3-0. Een walk-over lijkt in de maak. Dan maakt het elftal van Leo Beenhakker kennis met het fenomeen ‘Gauke Bootsma’. De rauwdouwer in de voorhoede van Lemmer scoort een hattrick. Bootsma kijkt niet met berouw terug op zijn keuzes van vroeger. ,,Er werd niet dik betaald destijds in de voetballerij. De meeste profvoetballers moesten er een baan naast hebben.”
Met het beroep dat Bootsma lange tijd uitoefent is de combinatie profvoetbal-werk onmogelijk. Bootsma heeft een loodzware baan op de scheepswerf als boten-reparateur. Dat is ook de reden waarom zijn enige avontuur buiten Lemmer beperkt blijft tot één seizoen: ,,Ik heb een jaar bij Sneek gespeeld. Ik kwam daar terecht via de sponsor, Bar Dancing De Lichtboei. Daar kwam ik regelmatig. Ik kreeg een paar voetbalschoenen en kon eenmaal per maand een reiskostenvergoeding halen bij de drukkerij van voorzitter Doevendans. Sneek trainde toen al driemaal in de week. Ze hadden zelfs een conditietrainer, Egbert van der Ploeg. Samen met het werk op de helling was het voor mij niet te doen.” Aanvullend: ,,Ook had ik Anno Abma voor me. Eerlijk is eerlijk, dat was een geweldige voetballer. Die speelde je er niet zo even uit.” Later krijgt Bootsma het fysiek minder zwaar. Hij wordt havenmeester in de gemeentelijke haven van Lemmer.
Gauke Bootsma bleef dus op dat ene jaar Sneek na altijd bij vv Lemmer. Daar beleefde hij louter hoogtepunten. Dieptepunten waren er niet. Degradaties horen er bij. Zware blessures heeft hij nooit gehad. Opmerkelijk omdat Bootsma een pittig duel nooit schuwde. ,,Ik ging voor niets aan de kant. Het ging er vaak hard aan toe hoor. Maar na afloop was het weer klaar. Met een biertje erbij waren we alles wat zich eerder op de middag had afgespeeld vergeten.” Zijn eerste wedstrijd voor Lemmer 1 speelt Bootsma als 15-jarig jochie tegen Bakhuizen. De tweedehands schoenen die hij draagt zijn te groot en moeten opgevuld worden om niet voor struikelpartijen te zorgen. Lemmer pendelt in de jaren ’60 heen en weer tussen de derde en de vierde klasse. De echte opmars komt als een handvol versterkingen uit Sneek en Emmeloord de Lemster zondagclub komt versterken.
In 1972 ontstijgt Lemmer de vierde klasse. Het seizoen daarna verloopt opnieuw crescendo. Samen met Dokkum eindigt Lemmer bovenaan. Er volgt een beslissingswedstrijd in Drachten. Bijna 3000 toeschouwers zien Dokkum met 2-1 winnen. Een jaar later bereikt Lemmer toch de tweede klasse, dan het op een na hoogste amateurniveau. Prachtige jaren, aldus Bootsma: ,,Mannen als Dicky ten Cate, Johan Orsel en Herman Hofstra kwamen bij ons spelen. En Ate Westerhof natuurlijk. Die heeft ook heel wat gescoord. Vaak schoot ik en benutte Ate de rebound. Hij was er op afgejaagd. Ate en die andere jongens van Sneek waren klasse voetballers. Waren vlak daarvoor zelfs landskampioen geworden. Die gasten kwamen natuurlijk niet zomaar naar Lemmer. De eigenaar van de Viking-bar deed destijds zijn best om spelers van buiten bij ons te krijgen. Een geweldige tijd was het. Na afloop altijd mooie feesten in de kantine. Uitwedstrijden gingen we met de bus. Het waren net bruiloften.” Rond 1982 neemt Bootsma afscheid van het eerste elftal. Bij zijn afscheid krijgt hij van de club een horloge met inscriptie dat hij nog dagelijks draagt. ,,Reken maar niet dat er veel zijn die zoiets hebben gekregen”, toont Bootsma het horloge niet zonder trots.
Bootsma bouwt af bij de lagere elftallen. Als hij later bij de veteranen ziet hoe ploegmakker en kameraad Marten Scheffer zwaar geblesseerd raakt hangt hij de schoenen aan de wilgen. ,,Het scheenbeen stak dwars door de kousen heen. Toen geloofde ik het wel”, zegt Bootsma hoofdschuddend. Lid van Lemmer is hij nog steeds. Na de operatie van 2011 is de gang naar sportpark De Lemstervaart aanvankelijk een zware. ,,Gauke had er heel veel moeite mee. Hij was bang voor de reacties van anderen. Ik heb hem echt moeten stimuleren om weer naar het voetbalveld te gaan”, zegt Ietske. Dat doet hij nu alweer een tijdje. Niet alleen bij vv Lemmer, ook bij Delfstrahuizen – waar een deel van de kleinkinderen voetbalt – staat hij samen met Ietske regelmatig langs de lijn. Dochter Gerrie is nauw betrokken bij de vv Delfstrahuizen. Ze is getrouwd met Jan Slump, die jarenlang hoofdtrainer is van de club. Het echtpaar Bootsma krijgt ook een zoon, Willem. Deze erft het schutters-DNA van senior en weet het net gemakkelijk te vinden, weliswaar op prestatief niveau hoofdzakelijk voor CVVO. Dat ligt aanvankelijk gevoelig: ,,Ja, toen Willem vertelde dat hij naar CVVO ging heb ik wel even gevloekt”, blikt Gauke Bootsma terug. ,,Maar later ging ik regelmatig kijken hoor. Willem heeft het bij CVVO prima gedaan en heeft heel wat doelpunten gemaakt.” De rivaliteit tussen de Lemster verenigingen is inmiddels ontdaan van de scherpe randjes. Anno 2022 zijn er volop fusieplannen. Als Bootsma naar de fusieperikelen tussen het van origine christelijke CVVO en het volksere vv Lemmer wordt gevraagd komt hij wikkend en wegend tot een antwoord. ,,Vroeger was het oorlog tussen de beide clubs. Dat is niet meer zo. Ik denk dat je er niet meer aan ontkomt. In deze tijd moet je wel samenwerken.” De realiteitszin overwint het bij de man met het groen-zwarte hart.
Zoals een echte Lemster betaamt is de band met het water innig. Vanuit zijn woning – volgens Bootsma het mooiste plekje in de wijde omtrek – kijkt hij uit op de oude zeedijk. Een groot anker ligt in de voortuin. Ook van binnen heeft het pand een maritieme uitstraling. In de zomer trekken Gauke en Ietske met een 11 meter lange zeeschouw over de Nederlandse wateren. ,,We hebben met de boot dit jaar heel Nederland gezien. Prachtig”, vertelt Bootsma, zichtbaar nagenietend. Gauke en Ietske komen de tijd prima door. In totaal heeft het echtpaar Bootsma zeven kleinkinderen. Een hele rijkdom. Verder speelt de voetbalsport nog steeds een grote rol in het leven van Gauke Bootsma. Op zondag zit hij vaak urenlang aan de buis gekluisterd. ,,Maar deze zondag niet. Dan begint het WK. Vijf uur pas is de eerste wedstrijd. Ik zag dat Lemmer thuis speelt tegen Houtigehage. Vroeger vaak tegen gespeeld. Harde wedstrijden. Dan eerst daar maar even heen. Dat is wel even leuk nou”, blikt de krachtpatser die ooit als klein jochie de tegenwoordig weinig toepasselijke bijnaam “Lytse Gauke” kreeg vooruit.
Gauke Bootsma in actie tegen Dokkum. Driemaal zou hij scoren in die middag.
Gauke Bootsma als havenmeester, begin jaren ‘90.
Een gelegenheidselftal uit 1983. In deze ploeg – met Gauke Bootsma linksonder – onder meer de gebroeders Koeman.