Drie maanden geleden overleed Dirk Roelfsema op 84-jarige leeftijd. Voor oudere voetbalvolgers uit onze provincie is de naam Dirk Roelfsema eentje die klinkt als een klok. In de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw maakt Roelfsema in meerdere plaatsen in Friesland furore. In Leeuwarden bijvoorbeeld, waar hij in 1964 bij de nieuw opgerichte stichting Cambuur de eerste contractspeler wordt en bijna 40 jaar lang clubtopscorer is. In Drachten, waarmee hij met de plaatselijke vv tussen 1968 en 1971 tweemaal noordelijk kampioen wordt. En in Houtigehage niet te vergeten. Aldaar zorgt hij als hoofdtrainer in 1974 met zijn manschappen voor een enorme stunt door naar de tweede klasse te promoveren. Een respectabele staat van dienst dus. Toch, steeds als Roelfsema in later jaren wordt gevraagd naar zijn voetbalverleden komt hij altijd weer tot de conclusie dat de voetballerij voor hem slechts een aardigheidje is geweest.
Derk Roelfsema – de naam die op zijn geboorteakte staat – is acht jaar oud als hij kennis maakt met de voetbalsport. Bij vv Haren, de voetbalclub uit zijn geboorteplaats, zet hij de eerste stappen op de groene velden. Van meet af aan staat Roelfsema in de spits. Vijftien jaar is hij als hij debuteert voor het vlaggenschip, dat net in die tijd hoogtijdagen beleeft in de zondagse tweede klasse. Zijn talent valt op. Betaald voetbalclubs, waar Groningen er dan 4 van telt, staan al snel in de rij. Roelfsema houdt de boot af, tot broer Eltje bij Haren trammelant krijgt. Dirk Roelfsema is solidair en pakt zijn biezen. Waar velen in 1959 een transfer verwachten naar arbeidersclub Velocitas, kiest Roelfsema verrassend voor het elitaire Be Quick.
Dat deze club in 1954 het amateurvoetbal vaarwel zegt, is tegen het zere been van een groot gedeelte van de achterban. Voor deze achterban – grotendeels van gegoede komaf – is het betalen van voetballers uit den boze. Betaald voetbal wordt gezien als iets van de volksclubs. Be Quickers hebben de inkomsten van de voetballerij niet nodig. Die redden het zonder ook prima. Als direct in het debuutjaar tussen de profs Be Quick degradeert, groeit de onvrede. Dat gemor zal aanhouden tot 1964, het jaar dat de “Good Old” weer overstapt naar de amateurs. Uitgerekend in het debuutjaar van Roelfsema vindt het enige profsucces plaats op stadion De Esserberg. Be Quick 1887 wordt dan kampioen van de tweede divisie. Roelfsema nestelt zich direct in de top van het schuttersklassement, achter bekende namen zoals Sikke Venema van Heerenveen en Tonny Roosken van Zwartemeer. Op een hoger niveau blijft de doelpuntenmachine draaien. In september 1961 doet Roelfsema weer eens van zich spreken als hij in de thuiswedstrijd tegen het Tilburgse NOAD liefst zesmaal de roos treft.
Dirk Roelfsema staat wekelijks in de kranten. Rijk wordt hij er niet van. Het jaarsalaris bij Be Quick bedraagt 850 gulden. Reden voor Roelfsema om in 1962 om een loonsverhoging te vragen. Daar hoeven de bestuurders van Be Quick niet lang over na te denken. Het antwoord is en blijft nee. Hierop maakt Roelfsema kenbaar op de transferlijst geplaatst te willen worden. Ook op dit verzoek krijgt hij nul op het rekest. De geschillencommissie biedt uitkomst. Voor 27.500 gulden vertrekt Dirk Roelfsema naar Leeuwarden.
In de Friese hoofdstad blijft Dirk Roelfsema scoren. Direct bij zijn debuut in Arnhem tegen Vitesse is het raak. Roelfsema past perfect in de selectie en is op de club zeer gezien. Hij ontpopt zich tot een leiderstype. Neemt hij het graag op voor zijn medespelers. Het management is eveneens in zijn nopjes met de Groninger. Vaak wordt Roelfsema gebruikt als verlengstuk van de trainer. Ook ‘de twaalfde man’ sluit Roelfsema in de armen. Dat hij aan de lopende band scoort helpt daarbij een handje. Omdat hij ook wel eens op de meest klungelachtige manieren kansen om zeep helpt, krijgt hij door een aantal cynische supporters de merkwaardige bijnaam ‘De Stukkene Stoel’ toebedeeld. Het is een bijnaam die geen recht doet aan de verdiensten van de goalgetter en tot grote spijt van Roelfsema zelf tot op late leeftijd beklijft.
Als Leeuwarden in 1964 de betaald voetballicentie van de hand doet aan de nieuw opgerichte stichting Cambuur, wordt Dirk Roelfsema de eerste contractspeler. Het eerste jaar in het bestaan van Cambuur eindigt in een groot succes. Onder trainer Jan Bens wordt de titel gepakt in de tweede divisie. Via een beslissingswedstrijd tegen het Dordtste DFC wordt promotie afgedwongen naar de eerste divisie. In het beslissende duel, dat door Cambuur voor 20.000 toeschouwers met 6-2 wordt gewonnen, zorgt Roelfsema voor de helft van de doelpuntenproductie.
Roelfsema is jaar in jaar uit van grote waarde voor Cambuur. Daarom komt het bericht dat hij stopt – nog geen 29 jaar oud – als een verrassing voor velen. Roelfsema ziet dat de jeugd zich steeds meer begint te manifesteren. Hij wil voorkomen dat hij wordt uitgerangeerd en besluit in 1968 prioriteit te geven aan zijn werk en het gezin. Voetballen blijft hij, bij de amateurs van Drachten. Daarmee wordt Roelfsema tweemaal kampioen op het hoogste niveau. Blessures zorgen ervoor dat Roelfsema van het tweede kampioenschap weinig meekrijgt. Die kwetsuren luiden in 1971 ook het einde van zijn actieve carrière in.
Zoals veel generatiegenoten begint ook Roelfsema aan een trainerscarrière. In 1973 strijkt hij neer in Houtigehage, zeker geen doorsnee clubje. In het hechte wouddorp wordt voetbal beleefd alsof het een strijd van leven en dood is. Bovendien wordt al wat van buiten komt vaak met argusogen bekeken. Toch zit Dirk Roelfsema al spoedig gebeiteld tussen de Hagenaren. Het respectabele CV als voetballer legt hem geen windeieren. Dat hij wel eens even blijft hangen na een training om te klaverjassen is ook een pré. Houtigehage presteert in 1974 het onmogelijke door naar de tweede klasse te promoveren. Roelfsema maakt zich na de promotie onsterfelijk als hij de promotiepremie die hij van het Houtigehaagster bestuur deelt met de selectie in de Drachtster horecagelegenheid Champino. Met dergelijke acties kun je overal wel thuiskomen.
Hoewel het trainerschap in Houtigehage Roelfsema prima is bevallen, houdt hij het na dat succesvolle jaar voor gezien. Elke week twee avonden op het veld staan is niet voor hem weggelegd. Een trainingsbeest was hij als voetballer ook al niet. Roelfsema verdwijnt vrijwel direct uit het voetbalwereldje. Later bekent hij dat hij het voetbal als niet meer dan een aardigheidje heeft gezien. Een leuke bezigheid, meer niet. Zonder de voetballerij verveelt hij zich geen tel. Op de golfbaan, aan de biljarttafel, en met het bridgen vermaakt hij zich prima. Rond het millennium is zijn naam weer even prominent in het Friese nieuws. In 1998 als hij in beeld komt als voorzitter van Cambuur, een functie waarvoor hij bedankt. Vijf jaar later schiet Jan Bruin het clubrecord van Roelfsema – 63 treffers voor Cambuur 1 – uit de boeken. Niet lang daarna verloopt een hartoperatie bij Roelfsema niet zoals gepland. Zeven dagen wordt de schutter van weleer in coma gehouden. Volgens Roelfsema heeft het gebeuren een behoorlijke impact.
Rond 2017 wordt er bij Dirk Roelfsema Alzheimer geconstateerd. Thuis wonen blijkt niet meer mogelijk. Roelfsema verkast naar verzorgingshuis Bertilla in Drachten. Ondanks zijn geestestoestand blijft de vrolijke noot in het karakter van Roelfsema aanwezig, aldus echtgenote Renate. Bezoek kan steevast rekenen op het lied ‘Ik ben Japie de portier. Ik heb zo’n jofel baantje hier.’
Op 26 mei 2023 blaast Dirk Roelfsema zijn laatste levensadem uit. Zijn naam zal in de voetballerij altijd voortleven, zeker bij de clubs die hij diende. Want waar Dirk Roelfsema kwam, volgde het succes al gauw.
Een beeldfragment van de wedstrijd Cambuur-Holland Sport, genomen op 11 december 1966. Dirk Roelfsema is net eerder bij de bal dan goalie Martin van Vianen en opent hiermee de score.
Een doeltreffende uithaal van Dirk Roelfsema tegen Fortuna Dusseldorf.
Cambuur in het seizoen 1967/1968. Staand: Hans Sigmond, Piet van der Lei, Henk Hartkamp, Daan Gonlag, Rienk Onsman en Rob van Heeswijk. Gehurkt: Pierke Alma, Hennie Weering, Dirk Roelfsema, Henk de Groot en Piet Kriesch.